vrijdag 31 juli 2020

Ik ben mantelzorger van mijn kinderen, met liefde

Het is nu alweer haast 25 jaar geleden. Onze dochter Willeke werd geboren en maakte me mama.
Wat een heerlijkheid! En wat een verantwoordelijkheid. En wat een zorg.

Vanaf dag één weigerde deze jonge dame te drinken. Niets werd door haar geaccepteerd. Ze groeide van de slaap, zeg maar. En ik? Ik deed alles voor haar. Al mijn zorg ging naar haar. En, misschien iets minder, zelfs toen bleef ik ook zorgen voor man, huis en wat nodig was. Voor mezelf werd de zorg gewoon wat minder. Geeft niets, moet kunnen.

Onze Jorike werd geboren, haast twee jaar later. Jorike at voor twee, maar haar bedje vond ze niet zo fijn. Dus zorgde ik, met m'n tong op de grond, zo goed als mogelijk voor haar. En voor Willeke. Voor mijn man. Mezelf maakte ik een paar centimeter kleiner. Hoe minder je bent, hoe minder te zorgen, toch? Maar o wat was ik moe van jarenlang slaaptekort.

Vier jaar later kwam onze Rob. Een alleraardigst schattig groot kereltje van haast tien pond, die at en sliep voor twee. Maar zijn ontwikkeling was niet normaal! Toen hij met zes jaar eindelijk ging praten, waren we al enorm veel zorguren verder. En ik zorgde maar. Voor Rob, je wilt voor elk kind het beste toch? Voor Jorike. Voor Willeke. Voor manlief deed ik ook enorm mijn best. Het huis kwam wel, als het maar schoon was, was het goed. En o ja en ik dan? Ach... wat doet dat er toe?

Geert is onze hekkensluiter. Hij deed gewoon alles! Hij sliep, hij at en dronk, hij praatte. Een heerlijk kind. Net als de andere drie. Maar ook met hem zat ik op een gegeven moment rond de tafel van de jeugdzorg. Want ik gaf alles voor Geert. En voor Rob. En voor Jorike. En voor Willeke. Voor mijn man. Nog minder voor mijn huis. Het allerminst voor mezelf.

En wat is het gaaf dat ik kan zeggen na haast 25 jaar moederen dat het echt heel goed gaat met alle vier onze kinderen. En met mijn man. Ons huis staat ook nog en het is niet eens een bende.

Maar mezelf ben ik een behoorlijk kwijt geraakt. Ondergedompeld in de zorg, ben ik nog maar net in staat adem te halen. Al jaren lang, -en het went!- wat zich regelmatig liet aantonen door flink onderuit te gaan. Maar ik moest door. Ik had geen keus! Vijfentwintig jaar zorgen, waarvan haast alle jaren intensief, maar vooral de laatste achttien jaren, gaan me niet in de koude kleren zitten. Inmiddels krijg ik het zelfs enorm warm op het moment dat ik terug ga in de tijd. Dan komen er enorme flashbacks van wat allemaal mis ging en waarin ik me tekort voelde schieten, me bang voelde voor mijn eigen kind en met man en macht probeerde de boel overeind te houden. Het voelt alsof het trauma's waren die nu pas in alle heftigheid boven komen, gewoonweg omdat ik er eerder geen tijd voor had.

-Maar nu nog steeds niet, snauw ik mezelf af. Hoor eens, het gaat hier nu best lekker, ik heb helemaal geen zin om dan nu daar naar terug te gaan. Ik wil nu gewoon genieten van wat wel goed gaat, en ging. Maar voor dat laatste moet ik echt heel diep graven en dan komt er nog niet veel.

Het is best lastig voor ze, maar mijn huisgenoten moeten een beetje wennen aan de nieuwe mama. Die haar grenzen leert aan te geven, die niet meer 24/7 bereikbaar en alert wil zijn. Die niet vooruit wil denken om scenario's voor te zijn. Een mama die er alleen op uit gaat. Een eind gaat lopen, helemaal alleen een eind fietsen, alleen ergens neerploft om wat te eten of te drinken. (Dus als je me ziet, laat me dan, die momenten heb ik nodig! 😉) En hoe erg ik een socialiser was, hoe meer ik me een einzelganger ga voelen. Ik geniet enorm van mijn momenten alleen. Het is nodig om energie op te bouwen, om tot rust te komen en te kunnen genieten zonder allerhande scenario's te hoeven bedenken en vóór hoeven te zijn. Om dan thuis weer mama en vrouw te zijn, al blijf ik me wat terug trekken, voel ik. Dat zal er wel bij horen. Bij dit proces. Verwerken, overgang, corona, geef het maar een naam. Ik weet in elk geval dat het nu tijd is voor mezelf. Al zo lang mantelzorger zijn en dat ook willen kunnen blijven, vraagt de nodige maatregelen. En daar hoort bij dat ik dat soms gewoon even niet meer wil zijn en daar, zo mogelijk, aan toegeef ook.

En straks, als Geert weer naar school is, beloof ik mezelf dat ik ga werken aan traumaverwerking. Daar de tijd voor nemen. Anders lost dat alleen weg zijn toch ook niets op.

Ja, ik heb wel wát geleerd de afgelopen 25 jaar 😕

Pagina's