dinsdag 12 juni 2018

Lopen op het water

Terwijl ik in slaap probeer te vallen worden mijn gedachten opeens geprikkeld tot nadenken over wat ik die dag heb gelezen.
Ik ben bezig in het boek van Martin Koornstra getiteld 'Wonderen van het Koninkrijk' en deze dag heb ik gelezen over het wonder van Petrus.
Het wonder van Petrus? Ja, zo noem ik het vaak. Je weet wel, Petrus, die zo enthousiast was en altijd op de voorgrond staat. Petrus intrigeert me enorm, omdat ik zijn enthousiasme herken en zijn 'doen zonder denken'. Het hoofd stoten omdat hij weer voor zijn beurt sprak of te impulsief handelde. Maar dat ene verhaal, waar hij op het water loopt, dat is toch wel helemaal gaaf!
De auteur beschrijft het niet als 'Het wonder van Petrus', dat moet ik er wel even bij zeggen tuurlijk. Maar zeg je dit in de volksmond, dan weet iedere christen direct dat het gaat over 'Lopen op het water'.
Petrus liep op het water naar Jezus toe. Waarom? Omdat, zo zegt Martin, hij wil doen wat Jezus doet. Hij wil zijn wie Jezus is en hij wil lijken op Jezus.
Precies zoals het de bedoeling is, denk ik. Een verlangen wat ons allemaal helemaal mag helpen uitstrekken naar Jezus, om zo Zijn liefde te ontvangen en door te geven aan de mensen om ons heen.

Maar... denk ik al starend in het donker, leggen wij niet veel te veel de nadruk op Petrus? Dat hij vraagt of hij komen mag. Dat hij gaat. Dat hij zinkt en dus niet voldoende vertrouwt en we leren hieruit de les: zo moet het niet! Vertrouw op Jezus, ook als je op het water loopt. Ook al was dat je eigen keus, je eigen vraag aan Jezus en wilde je zelf die eerste stap zetten.

Ik wil voor mezelf deze geschiedenis anders gaan zien. Dankzij wat ik las kom ik tot dit inzicht denk ik.
Niet Petrus deed hier heel dapper en goed. Het was Jezus die het wonder deed. Hij liep op het water en komt naar ons toe. Hij weet het als ik in nood ben en laat mij nooit alleen. Sterker nog, Hij ziet me. Al is het pikdonker en zwabber ik rond in het duister in mijn levensbootje in de storm, Hij ziet me. Hij kent me. Hij weet wat ik doormaak. Hij is bij me! Hij houdt me in de gaten en blijft voor me zorgen, zelfs als het stormt! Wat er dan verder gebeurt is niet zo belangrijk meer. Of ik blijf zitten en wacht tot Jezus bij me is, in een innige omhelzing om me te troosten en de storm te stillen. Of dat ik niet wachten kan om bij Hem te komen en Hem vraag of ik alstublieft ook mag kunnen wat Hij doet: uitstappen en over het water lopen, het maakt niet uit. Wetend dat Hij mij op het oog heeft, kan ik elke storm aan. Dus staar ik op mijn levensbootje in de storm het donker in, wetend dat Jezus daar is en Hij mij al ziet voor ik Hem zie. Wetend dat ik alleen van Hem hulp kan verwachten en dat Hij de storm tot rust zal brengen, mij veilig naar de overkant zal leiden. Niets zal mij kunnen overkomen omdat Hij bij me is. Ook als ik het niet zie omdat het donker is. Ook als het stormt weet ik: Mijn Jezus is altijd bij. Ik houdt mijn oog op Hem gericht omdat Hij mij als eerste zag! Wat een wonder!


Maar euh.. ik ben dol op zee en ik zou dus eigenlijk best wel eens willen doen wat Jezus deed. En dan niet alleen lopen over het water! :)




woensdag 6 juni 2018

Wonderlijke zondag

-Echt Rob, ik vind dat gewoon niet fijn!
-Nou, dan ga ik niet meer naar Wonderlijke zondag*.
En daarmee lijkt de kous af.

Het is zondagavond, kwart over zeven. Geert is naar een jeugdclub en Willeke is goed beroerd van het kiezen van haar verstandskies. Rob en ik zitten op de bank en manlief op een stoel er vlak bij.
En ik probeer Rob te zeggen dat ik het niet fijn vind om zijn rug te aaien tijdens de dienst van Wonderlijke zondag. Het staat zo stom! Moet je indenken: hij is ruim 1.80 meter lang en dus een kop groter dan ik ben. Ook dubbel zo breed. Maar in hem huist een kind van een jaar of acht, wat in drukte en lawaai vooral rust vindt door aangeraakt te worden. 'Rugje (!) aaien' noemt hij dat. Nou, dat rugje is inmiddels een meter lang en een halve breed, dus je snapt misschien wel dat ik er moeite mee heb.
Maar... niet naar Wonderlijke zondag? Dat is het laatste waar hij nog heen wil! Dat is de plek waar hij voor zichzelf (en zijn ontstoken tenen) laat bidden en waar hij veel zegen ontvangt. Alleen al door er te zijn komt hij tot rust. Al voordat ik zijn rug aai zelfs.

Een uurtje later gaan we toch op weg. Ik heb beloofd dat als we alleen zitten, ik wel zijn rug kan aaien als dat nodig is, maar niet de hele tijd. Dat doet mijn lichaam pijn en ik wil gewoon lekker mee kunnen zingen en zo. Er is een heel gesprekje over geweest. Want met dat ik vertelde dat dat aaien niet doorging, kwam er een heleboel negativiteit. Dat God zijn tenen nog steeds niet had genezen. Al zes jaar loopt hij op ontstoken tenen en het gaat maar niet over. Hij begint over het feit dat hij te dik en te zwaar is en dat anderen hem daarom uitlachen en uitschelden.
Ik begin over God, die hem wonderlijk mooi gemaakt heeft. Die van Hem houdt en een plan met hem heeft. Hij is hier immers niet voor niets? Dat God hem in Jezus goedkeurt en aanvaardt zoals hij is en Hij ook wil en kan genezen. Dat God Zijn Vader is. Nou, dat laatste was echt niet waar hè. Rob keek me verontwaardigd aan. Zijn vader zit hier tegenover hem en die zorgt voor hem en verder niet. Ach, dat autisme ook hè. Soms lijkt het een groot struikelblok. Maar ook daar kan God doorheen werken, weet ik!

Als we binnen komen is de preek al afgelopen (dat doen we expres) en zijn ze al bezig met het bidden voor mensen. Haast iedereen staat in de rij. Rob loopt automatisch naar de 'tribune' en hij heeft geluk: er is haast niemand. Ik vraag aan degene die er wel is waarvoor ze aan het bidden zijn. Dat vind ik wel belangrijk om te weten. Stel je gaat in de rij staan en ze bidden voor een uitzending in Afrika. Haha, dat lijkt me niet echt wat. Als de rij haast weg is, gaan ook wij er bij staan. Ze hebben een rij van twee keer vijf mensen staan, waar je tussen door kunt lopen en die elk om de beurt voor je bidden en je zegenen. Je hoeft geen gebedspunten door te geven, je hoeft alleen maar langs hen te lopen.

Rob gaat eerst. De man zegent hem en spreekt hem toe: 'God houdt van jou! Hij zorgt voor jou en Hij heeft jou wonderlijk mooi gemaakt! Je bent geliefd bij Hem!' Nou moe, deze man zegt exact hetzelfde als dat ik een uur eerder tegen Rob zei. Ik krijg het er warm van! Hoe mooi is dit. ook anderen zegenen hem met goede woorden van God, maar omdat ikzelf aan de beurt ben, hoor ik dat niet meer. Dankbaar lopen we daarna terug naar boven. Rob voelt zich erg ontspannen en loom, geniet van het 'Oh Happy day!' en daarna is het al weer afgelopen.

's Avonds bij het naar bed brengen bid ik (alweer) indringend voor zijn tenen. Dinsdagochtend zie ik dat de zwelling in zijn grote teen opeens gehalveerd is. Dankbaar dat we nu eindelijk verbetering zien blijf ik bidden voor volledig herstel. Want volgens Rob gaat hij pas geloven in God als Hij de tenen geneest. En hij heeft er haast het geduld niet meer voor. Maar o ja, wat las ik net: 'Als wij willen stoppen, ziet Jezus een kans'**. Nou dat hè, dat is zo.Volhouden dus!Bidden en ach, soms even rugje aaien.

* https://www.royalmission.nl/activiteiten/wonderlijke-zondag
** Wonderen van het Koninkrijk, M. Koornstra, pag.121



Pagina's