donderdag 19 december 2019

Afscheid van 2019

Liggend op de bank bedenk ik hoe moe ik ben. Ik heb er de hele ochtend over gedaan om de badkamer schoon te krijgen en tussendoor flink gerust. En toch weer zo moe.
Niet uitzonderlijk, zeggen ze dan, je hebt veel meegemaakt. En dat klopt.
Maar ik zou zo graag nog even door willen gaan: op mijn werk, in ons gezin en bij mijn ouders. Kerst vieren bomvol energie en ik had gehoopt het tot 11 januari vol te houden. Daarna was er tijd om wat in te kakken, maar helaas...
Met dat mijn ouders over zijn gehuisd, is het gebeurd met deze dame. En daar baal ik goed van.

Liggend op de bank bedenk ik wat er allemaal gebeurd is het afgelopen jaar. En misschien is dat niet slim, ik word er over het algemeen in elk geval niet blij van, maar het moet ook verwerkt worden. En al liggend en malend word ik een beetje gek van mezelf en besluit toch maar even een blogje te gaan schrijven.

We begonnen dit jaar redelijk goed, tot op 9 januari de Nashvilleverklaring tot ons kwam. Hoe pijnlijk voor onze dochter en dus ook voor ons! Alle goede bedoelingen ten spijt, het heeft ons enorm geraakt. Blij waren we dat geen van onze predikanten hadden getekend, maar toch... De pijn bleef, vooral omdat het voelde als een aanval vanuit je eigen broers en zussen. Nogmaals, het was vast goed bedoeld, maar dat is wat ons betreft grandioos mislukt. Daar begonnen we het jaar mee en het gafons een heleboel onrust en eiste heel veel denkwerk.

Vrij snel daarna kwam onze dochter weer thuis wonen. Wat had dat een impact. Afscheid nemen van onze schoonzoon, dochter opvangen, zoeken naar een plek voor haar, huisje leeg halen, verhuizen naar elders. En ach dat laatste is niet zo schokkend, maar nu ging ze alleen verder. Dat deed enorm veel pijn. We zijn dankbaar dat ze goed is terecht gekomen, dat wel. Maar het was én blijft best wel een heel groot ding, als je kind gaat scheiden.

Op 1 juli werd Rob geopereerd aan drie tenen van twee voeten. Dat was erg behelpen de week erna. Gelukkig had het wel zin, al komt de ontsteking af en toe terug, hij is ook snel weer weg.
Twee weekjes later nem Rob afscheid van school. Klaar om te gaan werken. Dus namen we weer afscheid, nu van een stel fantastisch goede mensen met hart voor kinderen als onze Rob. Best wel raar eigenlijk.

Ook in juli kreeg onze oudste de sleutel van een  nieuw apartement. Een intensieve verhuizing volgde, waar ik echt doodmoe van was. Maar Willeke geniet enorm van haar mooie plekje. Dus doel bereikt!
Gelukkig startte toen ook onze vakantie, uitrusten kon dus direct beginnen. En drie weken thuis was ook echt wel genoeg.

In mijn vakantie begon ik een andere leefstyle, anders eten vooral Dat bracht me enorm veel energie, waardoor ik de laatste maanden heb kunnen doen wat ik wilde doen voor onze moeders en mijn man en kinderen. Daar ben ik erg dankbaar voor. Nu een beetje aan het worstelen met een balans hierin, maar er staan gelukkig lieve en deskundige mensen om me heen.

In augustus ging Rob aan het werk. Helaas was de door ons zo goed voorbereide busroute even stil gelegd ivm de vakantie en wegwerkzaamheden. We reden Rob dagelijks heen en weer, drie weken lang. Gek dat zoiets als zo intensief kan worden ervaren. Zo op de tijd letten, op tijd opstaan, en 's middags weer. Gelukkig reden daarna de bussen weer gewoon, hèhè...

Ergens toen kochten mijn ouders een kleiner huis. Dus een proces van afscheid nemen van mijn geboortehuis, inpakken, uitzoeken, weggooien en bwaren zou gaan aanbreken. Als ze tenminste hun eigen huis verkochten. En dat deden ze. Dus al vrij snel werd alles definitief.

Ook in augustus, de 20ste, werd bij mijn schoonmoeder kanker geconstateerd. Galwegkanker en uitzaaiingen in de lever. Behandeling werd afgeraden. Na een aantal weken werd ze al opgenomen in de hospice, waar ze na weer een aantal weken is overleden op 31 oktober 2019. Wat was het intensief, maar wat was het ook goed. Om haar heen staan, er voor haar zijn, met haar bijbellezen en bidden, allemaal dingen die goed waren om te doen en mee te maken. De begrafenis volgde en de tijd van huis te koop gaan zetten en leeg halen is aangebroken. Intensieve dingen, alweer afscheid nemen.

Negen dagen nadat mijn schoonmoeder hoorde dat ze kanker had, hoorde mijn moeder hetzelfde. Zo kwam het dat ik regelmatig in het ziekenhuis was, twee gesprekken in twee weken met twee oncologen, het was te gek voor woorden. Een operatie volgde, met aansluitend bestralingen. Samen met verhuizen was dit echt wel wat teveel van het goede. Dus ook dat was een intensief traject. Afgelopen maandag zijn ze overgegaan. En wat genieten ze daarvan. Dat is zo mooi om te zien!

En dan zijn we in het hier en nu. Ik denk nog even aan de intensieve gesprekken met de WMO, het feit dat onze Rob 18 werd waardoor er zoveel wettelijk verandert, juist ook qua zorg. Waar je zijn hele leven voor gevochten heb, is plotseling weg.
Daarnaast is Geert zijn examenjaar begonnen, willen we een school voor hem zoeken en moet hij zelf uiteraard een vervolgstudie bedenken. Dus scholen bezocht, gesprekken gehad. Begeleid waar nodig. En daarnaast willen we de verbinding houden met elkaar als man en vrouw en ouders van onze kids. Ook dat lukt, maar geloof me, er zijn tijden dat je er echt weer even helemaal voor moet gaan. Gewoon omdat je, samen, zo druk  bent met anderen en met het verwerken van wat er gebeurt, ben je zelfs druk met jezelf.

En daarnaast, wat me bezig houdt is: dat ik haast het nieuwe jaar niet indurf. Wat moet dat worden? Zal er nu eindelijk rust komen of blijft het zo gaan? Ik weet wel dat elke dag genoeg heeft aan zichzelf, aan 'zijn eigen kwaad' inderdaad. Maar het kan me zo overvallen: en nieuw jaar, terwijl het jaar van nu  genoeg was voor tien. Dan durf ik bijna niet die grens over. Dan wil ik stoppen bij 31 december en dan die datum aanhouden de rest van mijn leven. Niet dat dat uit gaat maken, dat kon nog wel eens een beroerde datum worden dan. Maar het leven is echt zo spannend en zo ongelooflijk onleefbaar soms.

Maar nu, ik probeer me te focussen op de kleine dingen van geluk en dankbaarheid. De kleine dingen die het leven, die God ons ook biedt. Ik vind dat momenteel erg lastig. Bij deze dagen hoort dat terugkijken toch een beetje, tenminste het past bij mij. Maar dit jaar valt me dat enorm zwaar.

Dus dat. Kijk, nu staat het even op een rijtje, zwart op wit. Kan ik nu misschien wel even op de bank zonder te malen. Dat ga ik dan maar weer even proberen. Wie weet. Welterusten!

vrijdag 6 december 2019

Autisme, regels en WMO

- Bedankt en wie weet tot ziens.
Zo nemen we donderdagmiddag 5 december afscheid van onze contactpersoon. Einde CJG, einde jonge jaren, start volwassenheid. Of in elk geval start van het meederjarig zijn van onze Rob.
En waar ik pas nog heel positief was over de WMO, het wonen -ze hebben beschermd wonen toegekend-, krijg ik nu toch even heel veel twijfel. En ik houd mezelf voor: dit komt echt nooit goed! Tegelijkertijd doe ik een kort gebed, wetend dat God voor ons zorgt en dat Rob op een moooi plekje komt te wonen. En is het plekje niet mooi genoeg, dan blijft hij nog even hier.

Het CJG -Centrum voor jeugd en gezin- kwam vandaag de boel overdragen aan de WMO, Wet Maatschappelijke Ondersteuning. En dat betekent dat als het contract met hen afloopt, over vandaag 9 dagen, alle zorg stopt.

  • De begeleiding van de sport? Nee, dat moeten jullie zelf doen. Ga gewoon een paar keer mee, daarna kan hij het wel alleen. En dat laatste klopt wel. Denk ik. Maar daarvoor moeten we dan wel een abonnement nemen. Want één keer kijken of  het wat voor je is, oké, maar daarna betalen. Logisch, zo werkt dat. 
  • De creatieve therapie? Probeer het via de zorgverzekering. Dat zal wel helpen ja, per slot van rekening heeft Rob een basispakketje, omdat het anders veel te duur is en krijgt hij misschien een handjevol therapiesessies. Maar, aldus de WMO man, je weet nooit, misschien maken ze een uitzondering. In Nederland? Sorry hoor, we staan bol van alles regeltjes en daar mag men gewoon niet van afwijken. Of je nu afwijkend gedrag vertoond of niet. Regel is regel. Overigens is dat ook de standaardregel van onze Rob. Meestal. 
  • Begeleiding thuis voor als wij niet thuis zijn. Ook dat wordt niet meer afgegeven. -Denk je dat degene die dat doet in financiele problemen komt als je haar niet meer kan betalen? Ik weet niet hoor, ik wil het gewoon even gevraagd hebben. Alweer de WMO man. Een zinnig antwoord heb ik niet. Ik kan toch niet in haar portemonnee kijken? En al komt zij misschien niet in financiele problemen, wij hebben er wel een zorg bij. Want de jongens samen thuis is nog steeds not done. Zijn oplossing is: anders wil ze misschien wel vrijwillig komen. Juist ja.
En nog voordat we dit alles bespraken zei de WMO man tegen onze Rob dat hij wat losser van zijn moeder moet komen. Steeds meer zelfstandigheid. Daarom komt er vanaf binnenkort een persoonlijk begeleider, één uur in de week om hem te leren hoe hij zijn kamer moet schoonhouden, zijn financien moet bijhouden, zijn papieren moet regelen en zijn bed moet verschonen. Strijken, wassen en al dat soort zelfredzaamheidzaakjes. 
-Van welke instantie wilt je zo'n begeleider? Euhhh... Rob zegt eerlijk dat hij geen idee heeft.
Ik weet één ding: we willen iemand die hij ook gaat aantreffen als hij straks beschermd gaat wonen. Hoewel, beschermd? De man heeft het steeds maar over beschermd op weg naar zelfstandigheid. Hij heeft helaas de pech dat ik exact weet wat hij bedoeld, omdat onze dochter zo'n, voor haar, prachtig traject heeft gevolgd. Maar dat is niets voor onze Rob. Zeker weten. Dus wachten we nu op de lijst van instanties waar we uit kunnen kiezen voor een persoonlijk begeleider. Van zomaar een instantie. Waar we misschien nooit meer mee te maken krijgen. 
En dan heb je autisme. Wil je alles bij hetzelfde houden, wordt je 18, zijn alle goed opgebouwde fundamenten opeens onder je voeten vandaan geslagen. Au, 't is me wat, zeggen we dan maar. En gaan door. 
Wat een ellende. Geen begeleiders meer, maar wel eentje hier over de vloer, terwijl we nog lang niet weten welke kant we uit moeten denken en deze WMOmeneer de Centrale Toegang van de WMO nogal tegenspreekt wat betreft wonen. Ach, hij kan er niets aan doen. Doet alleen maar wat hij volgens de regels moet doen. Dat heeft regelwetgeving, toch? 
Weet je wat we doen? We parkeren de boel en wachten rustig af. Ergens is een plekje. En tot die tijd vragen we de persoonlijk begeleider voor de zaterdagavond. Kunnen we toch even samen weg. Maar misschien is dat tegen de regels...


maandag 2 december 2019

Advent, Licht en Leven

Het is één van de geweldigste herinneringen aan mijn kinderjaren. Samen het bos in. Als gezin, met elkaar. In weer en on-weer, regen en zonneschijn. We sjouwden van alles mee en waren nooit bang, want papa wist de weg. Het was toch zijn werkterrein, elke dag weer. En waar pa ons de namen van de bomen leerde en ons de schitterende dingen van de schepping liet zien, verwonderde ik me altijd weer over de veelzijdigheid en veelkleurigheid van het bos.
Nu, jaren later verwonder ik me nog steeds. Maar dan vooral over de veelzijdigheid en veelkleurigheid van de Schepper van het bos.

Pa liet ons regelmatig zien welke bomen hij had omgezaagd. Vaak lag de boom nog naast de stronk. Het is altijd passen en meten, oppassen en een precies werkje: de boom moet daar vallen waar pa wilt dat hij valt. Een vak apart. De stronk nodigde uit tot zitten, of tot er samen om heen staan en ringen tellen. Hoe oud was de boom? En dan nu dood.

Het is als de wereld. Mooi gemaakt, bijzonder goed. En in Zijn goedheid en liefde liet God ons mensen de keus. Kies voor Mij, gehoorzaam Mij en Leef! Maar Adam en Eva kozen anders. En de wereld werd van God afgesneden, zoals een boom wordt geveld. Nu alleen nog die stronk. Een wereld die denkt te leven maar enorm dood is. Afgekapt. Einde verhaal. Alleen nog nuttig om verloren te gaan.

Als we weken later weer in het bos zijn en bij die ene stronk komen zien we een klein takje. Felgroene blaadjes worstelen zich naar boven en reiken uit naar het licht. Wat bijzonder! Leven vanuit een dode stronk zoekt zich een weg naar een meer en beter leven.

Zo geeft God uitzicht en redding. Dat ene Takje, dat kun je vergelijken met Jezus. God stuurde Hem naar de aarde, Hij kwam op als een takje uit een dode stronk. Hij, het Leven, kwam redding brengen in een wereld vol dood en verderf. Hij groeit en bloeit, maar het roept geloof en irritatie op, liefde en haat. Het is maar net hoe je er mee omgaat. Zo'n klein takje aan een dode stronk, laag bij de grond, makkelijk kapot te trappen, om te worden als de stronk: dood. En dat deden we dan ook.
Jezus kwam vanuit de hemel laag bij de grond, werd getrapt, geslagen, mishandeld en verbrijzeld. Dood. Verloren. Het enige Leven wat er was, was voorbij.

Maar wat een liefde, wat een kracht! Onze God, de Almachtige, riep Jezus terug uit de dood. Dat kan omdat Hij alles kan. Dat kan omdat Jezus de Zoon van God Zelf is. En Jezus leeft! Voor eeuwig. Opgestaan! En daardoor mogen wij met Hem Leven. Kunnen wij opstaan in Zijn Naam en de goede boodschap in deze donkere wereld brengen. De boodschap van Liefde, Licht en Leven.
Deze wereld is als een stronk, maar in de stronk zit Leven. Leven vanuit God, onze Schepper. Leven vanuit Zijn overwinning op de dood. Leven, hier en nu en voor altijd.

Misschien ben je sceptisch en wil je er niet aan. Geloof je me niet en haak je al haast af. Wat een onzin! Toch zou ik je willen vragen: probeer het eens met deze Jezus. Er is niets te verliezen en je zult zien, leven met Hem is zoveel rijker en zoveel waardevoller dan het leven zonder Hem. Ik zeg niet dat het makkelijker wordt. Het lijkt wat op dat kleine takje, wat vertrapt kan worden en soms niet de kracht heeft blaadjes te laten groeien. Maar op het moment dat je dat beseft, is daar Gods Geest, die water en groei geeft en je helpt je blik te richten op Het Licht. Juist als het donker is, is Jezus daar. Het Licht voor jou en in jou, zodat je Lichtdrager mag zijn voor de mensen om je heen. Hij zegt je: Sta op en Schitter in Mijn Naam. Deel uit van Mijn Liefde en Licht. Dan wordt het een advent van Licht en Leven. Voor jou en de mensen om je heen.



maandag 25 november 2019

Waarom verhuizen?

-Zullen we een spelltje gaan doen, opa?
De stralende ogen van mijn oudste zoon laten zien dat hij er zin in heeft.
En zoals elke zondag wil opa wel.
Rob gaat vast het voorbereidende werk doen. De tafel wordt leeg gemaakt, het dienblad vult de leegte, pen en papier voor de stand van zaken en natuurlijk de dobbelstenen.
Rob heeft lang geleden een eigen dobbelspel verzonnen, zeer tot tevredenheid van opa. En nu hij de spelregels op een rijtje heeft, wint hij nog vaak ook. Waar Rob prima tegen kan gelukkig.

Er klapt een kastdeur dicht. Rob komt aangelopen.
-Oma, waar zijn de dobbelstenen?
Grappig altijd hoe exact hij weet bij wie hij voor wat moet zijn. Opa doet het spelletje, maar oma is van het interieur.
Ik hoor de vraag. Ik zie oma schrikken. En ik denk: O nee hè, dat had ik moeten zeggen!!! Boos op mezelf gaan we alle dozen langs. Stapels dozen, boven, op een al 'ingepakte' kamer. De dobbelstenen zijn al ingepakt, net als alle spelletjes. En ik wist het. IK WIST HET! En zei nog tegen manlief:
-Zondag moet Rob zijn eigen dobbelstenen meenemen naar pa en ma. Domdomdom.
Alle dozen, echt alle dozen bekijken we. Gelukkig zitten er stickers op met wat er in zit. Dozen vol boeken, vol kleding, vol dit, vol dat, maar nergens vinden we de doos vol spelletjes.

Verdrietig pakt Rob z'n boeltje bij elkaar.
-Nou, dan ga ik maar.
We bieden aan naar huis te fietsen, ik bel mijn zus, misschien weet zij de doos, maar ze neemt niet op. Ik bied aan naar een vriend een paar huizen verderop te lopen, we bellen Geert, misschien komt hij zo nog naar opa en oma, dan kan hij ze meenemen, maar nee. Rob is behoorlijk duidelijk: ik ga naar huis. Het klinkt als: wat doe ik hier nog als ik geen spelletje met opa kan doen? Wát heeft mijn bezoek dan nog van waarde??
We zoeken verder. Er staan nog dozen in de blokhut, in de schuur. Met zijn jas aan zoekt Rob nog even mee. Om een kwartier later binnen te komen met de mededeling dat het knap is dat we hem nog een kwartiertje langer hebben gehouden, maar dat hij nu echt gaat. En hij vraagt zich hardop af waarom oude mensen het in hun hoofd halen te gaan verhuizen! Dat is toch zeker het domste wat je doen kan, want dan kun je niets meer vinden. Chaos!

Opeens staat pa op, loopt naar de hal. Daar onder de kapstok: nog meer dozen. Intussen staat Rob al bij zijn fiets. Ik roep hem terug. Prima hoor, dat je gaat, maar wel even netjes gedag zeggen. Hij doet wat ik vraag, geeft oma een hand en loopt dan naar de schuur in de veronderstelling dat opa daar is. Dan een kreet vanuit de hal. Opa heeft ze gevonden! De dobbelstenen! Ik weer naar Rob (sporten is deze zondag opeens een serieuze bezigheid) en roep:
-Rob wat zoek je?
-Ik zoek opa, moppert hij.
- Opa is hier in huis enne... geheimzinnig kijk ik hem aan, hij heeft wat gevonden!

Waar wij allemaal blij zijn -jawel, hoe dankbaar kun je zijn met wat dobbelstenen-, weet Rob niet meer hoe hij het heeft. Nu heeft hij zijn jas al aan, alles opgeruimd, afscheid van oma genomen en nu heeft opa opeens toch de dobbelstenen! Hij weet, zoals altijd, direct een oplossing.

-Komt u vanmiddag bij mij een spelltje doen opa? Maar nee, daar hebben we allemaal geen zin in. Pa en ma zijn vanmiddag toe aan rust. Ik leg dat Rob uit.

-Oké, dan morgenavond? Nee, morgenavond gaat opa naar zang. Maar hier blijven, nu? En een spelletje doen terwijl hij in gedachten al haast thuis is? Ik zie hem denken, aarzelen, puzzelen. Dan zegt opa:
-Kom vriend, jij doet gewoon even je jas uit en wij gaan nu een spelltje doen. Doen we heel veel potjes. Rob aarzelt, Rob puzzelt, Rob gaat in gedachten terug naar opa en oma en... doet zijn jas uit.
-Oké dan! Het verlossende woord.

En een uur (!)  nadat hij wilde gaan beginnen, begint hij overnieuw. Weer maakt hij de tafel leeg, pakt het dienblad, pen en papier én de dobbelstenen. Wat een heerlijk kabaal. Word jij ook zo blij van rollende dobbelstenen op een houten dienblad? Ik normaal gesproken niet zo, maar deze zondag wel! Dankbaar luister ik naar dit heerlijke geluid!

vrijdag 15 november 2019

Midlife

Het is in het midden van mijn leven, zoals ze dat noemen, vrij vertaald, omdat ik niet van Engels hou en ik verlang vurig terug naar de tijd van toen. Dus stap ik op de fiets, elektrisch, dat wel, en koop een fluitketel. Zeer tot ongenoegen van mijn mannen. En terwijl ik ze oproep tot luisteren zodra die schitterende nieuwe aanwinst begint te zingen, kijken zij mij aan alsof ik gestoord ben. En roepen iets met oud, midlife en crisis...

Inmiddels is de zanglijster vervangen door een beeldschone maar o zo stille waterdispencer. Dan hoeven we niet zo lang te wachten tot het water eindelijk kookt, zo was het mannenargument. En ach, modern als ik ben geniet ik daar ook wel weer van.

En zo ook deze morgen. Vrijdag 15 november. Ik zet de waterdispencer aan en binnen de korste keren hoor ik het hete water het denkbeeldige theeglas indruppelen. Lief en zacht en zonder gezang. Niet helder, niet vals, gewoon niet. Op  deze stille ochtend geen gefluit...
En toch... iets klopt er niet. Voor ik het weet en doorheb, staat het opvangbakje vol met water en als ik niet snel handel zal binnen de kortste keren de twee liter  gekookt en wel over het aanrecht druppelen. Genoeg om te dweilen, waar ik nu nog even niet aan moet denken. Snel trek ik een theeglas uit de kast en zet hem er onder. Boel weer gered... Maar o, wat een goed begin van de dag. Hoe dom kun je zijn!

En zo gaat er wel meer mis momenteel.
Het overlijden van mijn schoonmoeder, alle dingen doorspreken, het condoleren en de begrafenis hakte er behoorlijk in. Ondertussen meedenken met Geert die juist toen toetsweek had. En hoe bleef het allemaal te doen voor hem, voor Rob, voor ons? Redden de meisjes zich en laat ik ook mezelf niet vergeten. Een week vol denken, doen, verdriet en herinneringen, organiseren en reageren, iedereen een stapje voor zijn en zo alles houdbaar houden voor allen, ligt achter me.

En dan deze week. Een week vol voorbereidingen in verband met het feest van mijn ouders. Gisteren waren ze vijfitg jaar getrouwd en ik was vooral bezig met een leuke powerpoint van foto's uit deze vijftig jaar. Ja leuk, dat istie wel geworden. Maar het was ook vreemd om er aan te werken, terwijl we ook spullen opruimden uit het huis van mijn schoonouders, dingen regelden voor de verhuizing van mijn ouders, vierden dat ma woensdag de laatste bestraling had. Het voelde wat dubbel. Na de begrafenis gewoon door. Op naar het volgende. En vanmorgen zuchte ik: nu alleen nog maar verhuizen (mijn ouders dan hè). En o ja, een schoolkeuze maken met Geert. En voorbereidingen treffen voor ons 25 jarig huwelijksfeest in januari, bij leven en welzijn. Zucht.

Wat allemaal zo leuk, gezellig en mooi had kunnen zijn heeft nu toch een zwart randje.
En wat verdrietig staar ik naar mijn waterdispencer. Het theekopje is al vol. En ik heb hem gewoon op tijd uit gezet. Op de automatische piloot. Dat dan weer wel. En ik denk opeens aan dat woord wat ik gisteren las in een gebedsboekje: blijmoedig volharden. Dankbaar voor wat wel is.

Het feest, een waterdispencer en drie mannen in huis. Genoeg reden om dankbaar te zijn. Genoeg om van blijdschap te overstromen! Dus zelf maar fluiten dan.

donderdag 31 oktober 2019

Altijd bij Hem


Het gedicht wat ik enkele weken geleden 
-of is het dagen?- 
voorlas aan mijn schoonmoeder in het hospice. 
Hij vordert alles, 
maar in de goede zin van het woord. 
Hij nam haar in Zijn armen 
en nu leeft zij voor eeuwig bij Hem. 
Wat een wonder van genade. 
Altijd bij Hem 


Laat nu in angst en pijn
Meester, mij niet alleen
Wien heb ik buiten U?
Immers, niet één?

’t Liefste dat jeugd gewon
Naamt Ge mij, liefde en eer.
‘k Zweeg. Dat de  dienaar niet
Twist’ met den Heer’.

Vordert Gij alles nu?
‘k Zwijg. Want ook dit is recht.
Zijt Gij de Meester niet
En ik Uw knecht?

Maar blijf bij mij, blijf bij mij
Blijf bij mij, o mijn God!
Maak niet Uw Woord te schand.
Maak niet Uw trouw ten spot.

Hoort… om mijn eenzaamheid
Hoont U ’t gemeen.
Laat mij, in angst en pijn
Meester, niet gans alleen!

Geerten Gossaert

dinsdag 29 oktober 2019

Autisme en rouw

Een appje van mijn man. Ik lees het in mijn pauze. Rob is boos, loopt buiten heen en weer te mopperen. Wat nu? Later weer een appje. Opgelost. Gedoe met Geert en hij wil weten wanneer oma overlijdt. Tja...
Ik begrijp zijn gevoel.

Oma ligt nu al geruime tijd in het hospice en we gingen er van uit dat ze daar niet lang zou zijn. Ik twijfelde zelfs of ze de ambulancerit zou overleven daar naar toe. Maar oma krabbelde wat overeind, ging weer eten, kreeg fysio en liep met rollator naar de keuken van het hospice om daar te genieten van de maaltijd. Ze knapte helemaal op. En dat gunde ik haar. Maar het was heel lastig in mijn hoofd. Want daarvoor ging ze niet naar het hospice, toch. Dus ik begrijp Rob wel.
En ik app mijn man: 'Misschien moet je afspreken dat hij morgen toch nog eens meegaat, dan kan hij het proces van overlijden zien.

Die zondag gaan we naar het hospice. Rob en ik. De vragen die hij me afvuurt zijn wel vier verschillende geopende mappen in zijn hoofd. En ik besluit die eerst maar eens compleet te maken, voor zover mogelijk.
Het is veel hè. Opa en oma gaan verhuizen, dus je moet afscheid nemen van hun huis. Oma gaat sterven, dus je moet ook afscheid nemen van dat huis. En van oma.

Raak!

Ik geef toe aan mijn impuls en we rijden een blokje om, naar het nieuwe huis van opa en oma. Dat heeft Rob nog helemaal niet gezien. Terwijl zien en dus weten voor hem zo belangrijk is. Hij ziet het huis, ik zie hem het mapje sluiten. Volgende mapje...

Oma. Rob ziet haar maar vindt het heel spannend om naar haar te kijken. Hij wil ook niet aanraken. Oma ligt te slapen lijkt het, maar ze luistert alles mee en reageert met knikken en schudden. Gesloten vragen stellen dus. Ze is erg blij Rob te zien.
We praten met een vrijwilliger over zijn schilderij, wat hij oma heeft gegeven. Hij snapt niet dat het nog niet verkocht is. Maar begrijpt dat een hospice geen plek is om je schilderijen te verkopen. Je hebt hem toch aan oma gegeven?
-Ja maar, redeneert Rob, dan geef ik oma gelijk weer een ander. Voor deze vijftig nieuwe, zo denkt hij. En bijna heeft hij de vrijwiligger zover dat ze het koopt. Maar waar Rob het normaal lijkt te vinden, vindt zij het een beetje lastig: het schilderij wat oma kreeg kopen. En ik met haar.
Als we weer gaan zwaaien ze. Oma en Rob. Mapje 2 gesloten. Wat volgt?

Tijdens het vervolg van de rit rijden we langs het huis van oma. Rob staart er verbaasd naar.
-Het is nog precies hetzelfde!
Uiteraard. De tuin is niet meer zo netjes en o kijk, de gordijnen zijn verder dicht, maar verder staat het huis er nog, zie je dat? Tevreden knikt Rob.
-Ik dacht dat het weg was.  En hij oppert dat hij daar wel kan wonen. Tot ik hem uitleg dat het huis van oma is, dus dat hij oma dan moet betalen. Oké, laat maar dan, zo lijkt hij te denken. En ontspant. Mapje drie klaar!

Weet je, ik denk dat oma op 16 november wel is gestorven. Daar kun je wel van uitgaan. De precieze datum weten we nog niet, maar zeker dan is het klaar.
Cru? Nee, duidelijk. En dat blijkt.
-Ooooh! Dus dan is ze er met de Kerst niet en maakt ze ook niets mee van 2020.
Ik zie mapje vier sluiten. Rust en ontspanning in zijn hoofd en lijf. Vuisten zijn weg, handen liggen open, en ontspannen zit hij naast me in de auto.
-Oké, zullen we dan nu naar de verjaardag gaan?
Prima kerel. Ik rij.

Het is een richtlijn, die datum. En het was eng om te zeggen. Maar nu we gisteren bij ma sedatie hebben toegepast, om zo haar lijden te verzachten en de pijn weg te nemen, sta ik er nog meer achter. En denk ik dat ik de datum had kunnen vervroegen. Maar je weet natuurlijk nooit. Hoewel, natuurlijk? Sterven is nooit natuurlijk. Het blijft een tegenstrijdig proces van de strijd tussen goed en kwaad. En het is sereen. Haast heilig. De stille kamer. Een slapende oma. Klaar voor haar ontmoeting met God. Dankzij Jezus haar Middelaar. Dag ma. En bedankt dat je nog even zwaaide naar Rob. En hem zo hielp afscheid te nemen.

dinsdag 8 oktober 2019

Alweer regen!

Eigenlijk hè, als ik heel eerlijk ben, heb ik helemaal geen hekel aan regen. Natuurlijk is het niet fijn nat te worden, zeker niet als je ergens heen moet. En zeker als het koud is, zoals afgelopen vrijdag. Zelfs ik mopperde toen zo dat mijn man zich afvroeg of het allemaal nog wel goed ging. Nou, na een warme douche ging het weer prima.

Iedereen weet, na regen komt zonneschijn. Iedereen weet: regen is goed voor het land en de tuin. Waarom dan mopperen? Als je de positieve dingen weet en je leert door de druppels heen te kijken naar het mooie wat daarachter is, what's the matter?

Het is zondagochtend. Zoonlief komt  met zijn altijd in handen zijnde mobiel naar me toe en wijst me op een grote blauwe plek boven Nederland. Ons landje is er in ondergedoken, lijkt het.
-Kijk, dit is elf uur.
Uiteraard verwijs ik hem naar zijn pa, maar die had hem al verwezen naar zijn ma. Jammer weer.
De smekende ogen van mijn zoon doen het nog beter dan zijn overtuigende geklets. En dus gaan we met de auto.

Waardoor hij om elf uur kan zeggen:
-Zie je, anders waren we nu drijfnat geworden.

Dezelfde auto rijdt ons ook naar opa en oma, maar dan ben ik er wel een beetje klaar mee. Terwijl ik een plu leen van mijn ouders (o ja, ligt nog in de auto...Komt snel terug hoor!) loop ik achter de auto aan naar huis.

Het is nare regen. Ik word er drijfnat van, tenzij ik de plu met twee handen vast houdt en meebeweeg met de kant waar de wind vandaan komt. Met als gevolg dat ik niets zie. Alleen de eerste stap.

En dan ben ik waar ik zijn moet. Eén stap vooruit. Meer is niet te zien. Vaak is zelfs die ene stap door donker overmand en weet je werkelijk niet waar je uit gaat komen. Het leven is zo onzeker, zo bomvol bochten, bergen en dalen. Ga je te hard, dan hou je het niet vol. Of je glijd de gladde helling af. Of je loopt rechtdoor, zo het water in, vergat je de bocht te nemen. Eén stap vooruit. Meer is niet mogelijk in het leven. Doe ik dat wel, dan kan het zomaar mis gaan.Eén stap vooruit, het is me vaak te langzaam. Als snelle denker wil ik ook snel vooruit. Maar ergens in het leven heb ik geleerd dat één stap genoeg is. Stap voor stap, hand in hand met Jezus.

Af en toe schuif ik de plu wat omhoog. Gaat de weg echt nog recht, wanneer komt de bocht. Of, erger, komt er iemand aan die net zo loopt als ik? Het leven is soms één grote botsing. met anderen, met mezelf. Dus rustig aan Aline, stap vor stap. Niet verder kijken dan die ene stap, alleen maar Jezus volgen. Hij is eerbiedig gezegd de plu. Waar ik ben is Hij, helpt me door de regen heen. iMijn bescherming. En Hij is ook de Zon. Waardoor ik weet dat er na regen weer zonneschijn komt. Ik op zal warmen in Zijn stralende ontferming. En blij zal zijn met wat ik weet: Hij is de Weg.

donderdag 3 oktober 2019

Altijd beschikbaar

Het is net na half één als ik het hospice binnen loop. De vrijwilligers, -fantastische mensen!- schenken me een glas water en dan loop ik door naar mijn schoonmoeder. Doel: het gesprek met de huisarts bijwonen. Zij komt tussen nu en 14 uur, dus wie weet zit ik nog wel even. Kan ik eventueel één en ander aan praktische zaken doorspreken met ma.

Ma ligt met haar ogen dicht. Even opent ze ze, glimlacht naar me en dat was het dan. Moe? Ja, net gegeten (ja, ze eet weer!) en Buurtzorg was geweest. Uitputtingsslag nummer 1.
-Gaat u maar lekker slapen dan, zeg ik. Zometeen komt de huisarts ook nog. Ik hou wel even mijn mond.
En dan is het stil.

Ik zit. Ik wacht. Ik ben beschikbaar. Als ze vraagt om drinken, spring ik op -zachtjes- en geef haar dat. Maar vooralsnog blijft ze stil.
Ik geniet er eigenlijk wel van. Zo beschikbaar zijn, in alle rust. Luisterend naar de stilte, terwijl auto's hun weg vervolgen, regen op het dakraam tikt en vogels fluiten zodra de zon weer schijnt. Ik luister graag naar mensen, maar dit is ook zeker niet verkeerd. Luisteren naar de stilte. Dat geeft rust.

En opeens schiet het door me heen. De drukte, rond en soms ook in dit huis, de stilte van de patient. En het beschikbaar zijn.

Zo wacht Mijn Vader ook op mij. Altijd maar beschikbaar. Altijd bereidt tot leiding geven, helpen en luisteren. Altijd bereid te vergeven, mij te voeden, mij te omhelzen, mij lief te hebben. Altijd beschikbaar. Ook als ik daar niet om vraag, is Hij daar. Is Hij naast me, in me en heeft Hij voor mij alle tijd.

Maar ik ben geen patient. Die wacht. Die leeft in de stilte van de gebrokenheid van het leven. Die alle tijd van de wereld heeft, maar enkel nog liggen kan. En wacht. Nee, ik ben vaak druk. Bezig met van alles en nog wat voor wat mijn aandacht nodig heeft. Waardoor ik soms vaak vergeet dat er een God is die beschikbaar is. En Hem voorbij dender, vanuit de aardse tijd en drukte. Zo ben ik. Een mens.

Nu ik hier zo zit, herinner ik me het briefje op de tafel thuis: ik ben even naar oma. Stel dat er iemand thuis komt en me nodig heeft. Dan ben ik dus even niet beschikbaar. Ik kan er maar zijn voor één persoon, in dit geval voor onze moeder. En soms ben ik er alleen voor mezelf. Kan er niemand meer bij. Ja, ben ik. Een mens. Maar zo is God niet. Hij is er altijd. Beschikbaar voor iedereen. Vierentwintigzeven. Dag in dag uit, uur na uur. Altijd.

Het gedicht wat ik een uurtje later voorlees, sluit daar mooi bij aan. Het ligt in het hospice, maar ik houd het jullie te goed. Over pijn, verlies, eenzaamheid. Maar dat Hij er altijd is. Meedraagt of zelfs alles draagt. Jou en mij en mijn moeders, Hij draagt iedereen, Hij leidt en Hij lijdt mee. Hij troost en vergeeft. Niet voor één keer, niet voor zeven keer zeven keer, maar voor altijd. Hij is er. Vierentwintigzeven beschikbaar. Onvoorstelbaar hoe dat troost. Dus als je denkt dat je alleen bent, als je je eenzaam voelt? Ga maar naar Hem. Hij is er. En zal zijn. Nu en later, voor altijd.

dinsdag 24 september 2019

Het tussenstation, de hospice

Het duurt lang deze keer, voor ik een parkeerplekje heb gevonden. En ik ben al wat laat. Stel je nu voor zeg.
Maar als ik door de lange gangen loop, deur na deur voorbij ga en uiteindelijk eindig bij haar kamerdeur, zie ik haar. Ze is er nog. Gelukkig maar.
Want dat moeilijke wat ik vandaag ga doen en waar ik echt tegenop zie, dat is niet moeilijk genoeg om na te laten, dat wil ik meemaken met alles wat in me is. De pijn, het verdriet en de dankbaarheid, omdat dat wat ma wil, kan. Weg uit het ziekenhuis, naar een hospice. Waardig sterven.

- Wil je voorlezen uit het dagboekje?
Ik open de Bijbel bij Lukas 5:27. Bizar is dat toch, dat je zo vaak een woord vanuit de Bijbel krijgt, juist als je dat nodig hebt, passend bij je situatie nu op dit moment. Verwonderd lees ik over de roeping van Levi. Dat Jezus zegt: Volg Mij. En dat hij alles achterlaat en Jezus volgt.
En dat Jezus even later zegt: Wie gezond zijn hebben de medicijnmeester niet nodig, maar wie ziek zijn. Hij is gekomen voor zieken. Geneest ze en deelt uit van Zijn overvloed.

We raken in gesprek, ma en ik. Over alles achterlaten. Precies wat zij nu doet. Daar, liggend in het ziekenhuis bed, spullen die klaar staan om mee te gaan naar het Hospice. Een tussenstation tussen redelijk goed en sterven in: doodziek zijn. Lopend het ziekenhuis in, maar complicatie op complicatie zorgde er voor dat ma nu in de ambulance naar het hospice wordt gebracht. Zo ontzettend achteruitgegaan de laatste dagen. En dan nu alles achterlaten. Jezus volgen. Ja, dat zeker. Hij is in Zijn hemelse heerlijkheid, bij God de Vader, en daar mag zij binnenkort ook zijn. Daar heeft ze van getuigd, daar wijst ze ons op. Maar toch, dat alles achterlaten hè. Niet vrijwillig, zoals Levi, maar noodgedwongen. Het valt haar zwaar.

De ambulancebroeders komen. Ze brengen haar weg, naar het laatste plekje hier op aarde. Maar ze gaan met een omweg. Ze rijden langs haar huis. Zetten de ambu op de oprit. Halen ma uit de wagen en laten haar heel bewust afscheid nemen van wat was en niet meer terug gaat komen. Wat een krachtdadig handelen van deze lieve mensen. Wat een prachtig moment voor mijn schoonmoeder.

Nu is ze daar en wacht op het moment dat Jezus haar roept. Volg Mij, laat alles achter en kom. Kom in, u, gezegende van mijnVader en be-erf. Be-erf Gezondheid, Leven en Overvloed. Voor altijd genezen. Ze zal Volmaakte schepping van Jezus zijn.
Ach, ze krijgt veel meer terug dan ze had. Ze zal haar ogen uitkijken. Wat een heerlijkheid!

donderdag 12 september 2019

Daar komt de WMO

Snel, terwijl ik de deur van de voorraadkast nog even een zetje geeft - en hij weer langzaam open gaat- open ik de voordeur. De vrouw buiten staart me nors aan. Haar korte rode haar als stekels op haar hoofd, te kort om te wapperen in de harde wind. Haar zwarte bril maakt haar streng en koele ogen doen me achteruit deinzen.
-Mag ik binnenkomen?
Euh.. - U bent?
Mw de Kater, van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.
Oh! Verschrikt sla ik mijn hand voor mijn mond. Oh, u bent veel te vroeg. Mijn Rob is nog aan het douchen, mijn man is nog niet thuis en ik, euh.. ik ben nog aan het opruimen.
Al pratend doe ik een paar stappen naar achteren. Mevrouw wringt zich naar binnen en kijkt verbaasd de kamer rond.
-Maarre.. neemt u plaats.
Snel kijk ik rond. Yes! Eén lege stoel, naast de kattenbak van ons Stinkertje, maar, het is een lege stoel.
-Wilt u wat drinken?
Snel haal ik een koffiemok uit de net gevulde vaatwasser, ik spoel hem om en droog hem af met een doek. Te laat zie ik het, de onderbroek van mijn jongste... Ach, wat niet weet.. ik schenk de koffie in en serveer het netjes DE mevrouw. Terwijl ik terugloop om voor mezelf iets te halen smokkel ik snel wat troep onder de bank, haal de vuile was van het aanrecht en stapel het oud papier netjes op.
Struikelend over mijn eigen leesboek plof ik met een zucht op een volle stoel met haakwerk. En doe net of ik nooit ergens anders op zit. En ik begin direct:

-Nu u er toch al bent, maak ik even van de gelegenheid gebruik.
Weet u wel wat u gezinnen aan doet door elke keer weer, jaar in jaar uit, te komen voor gesprek. Elke keer weer, hoort u wel. Weet u wel wat een grote stressfactor dat is, naast alles wat we al met ons kind meemaken! Mijn stem verheft zich behoorlijk en de dame tegenover me reageert zichtbaar geschrokken.
-Daar schrik je van hè, raar mens met dat stekelhaar! Daar schrik je van want je weet gewoon niet wat wij meemaken. Elk jaar weer, steeds opnieuw mogen we jullie verkondigen wat niet goed gaat. NIET. GOED. GAAT. Hoor je het wel??? Ik schreeuw inmiddels de longen uit mijn lijf. Hoor je het wel?? HOOR. JE. HET. WEL!
Met een zucht haal ik diep adem. En ga door. Over de lange tijden van wachten. De slechte communicatie. De steeds andere regels. Over zorgzwaartepakketten die geen zorgzwaartepakketten meer heten. Over huizen en wonen en begeleiding en bescherming en prikkels en stekels en en en...

De vrouw tegenover me zit naast de wc van ons Stinkertje en kijkt of ik het beest zelf ben.
Dan, net als ze wat wil gaan zeggen, ik zie haar lippen al wat van elkaar verwijderen, dan sla ik mijn handen voor de oren. Een indringend gepiep neemt mijn woorden over, neemt haar woorden mee en verstoord het hele gesprek. Wat een irritant geluid. Wat is dit? Verdwaasd kijk ik haar aan. Doe jij dat, kreng? Dan, naast me, een stem;
-Hé joh, zet je wekker eens uit...
Goedemorgen!

maandag 9 september 2019

Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)

Zo, alles geregeld. Tevreden sluit ik de computer af. Even een mail gestuurd naar Jeugdzorg, ter controle. Alles in orde, alles verlengd, alles overgezet naar de WMO? Nog tien dagen, dan is Rob jarig. Achttien. En jawel, we zijn er klaar voor, alles is geregeld.
Dacht ik...

Het is een dag later, donderdag 5 september. Telefoon. Jeugdzorg. Direct rijzen me mijn (inmiddels korte) haren ten berge. Als alles oké is, kan dat via de mail toch? Waarom bellen?
Er schijnt een wet veranderd te zijn. Hoorde ze ook net, toen ze WMO checkte of alles voor Rob in orde was. En nu wordt alle hulp stopgezet, zodra iemand achttien wordt.

Uiteraard. Achttien. Volwassen. Niemand meer nodig. Alles oké. Klaar!
Was het maar zo'n feest....

Ik schiet behoorlijk in de stress. Dit, dít is te veel. Naast al het andere. Zijn we niet al zeker 13 jaren lang elke jaar weer bezig geweest alles opnieuw aan te vragen? Met elk jaar de nodige stress, met regelmatig afwijzingen en zelfs een keer een hoorzitting. Bewijst u maar mevrouw, wat gaat er dan allemaal niet goed? Zó leuk, elk jaar weer dat trouwe meleven van eerst Bureau Jeugdzorg en later de gemeente. Enorm genieten. Met fikse hoofdpijn daarna en zo'n total-loss-gevoel. En dan hebben we meestal nog wel een klik met de jeugdzorgmensen. Die na twee jaar weer veranderen van taak, waardoor je elkaar nooit echt leert kennen. Zij Rob in elk geval niet.

We maken een afspraak. Twaalf september komt heel misschien de WMO, daar gaat Jeugdzorg op aandringen. Maar zeker komt Jeugdzorg zelf en Centraal Toegang Amersfoort, van WMO. Zo logisch is dat ook hè. Iemand vanuit Amersfoort gaat voor ons bedenken wat onze zoon nodig heeft en geeft dat door aan de gemeente, die daar naar alle waarschijnlijkheid naar gaat luisteren, terwijl Jeugdzorg advies kan geven, maar ja, meneertje is haast achttien, dus hebben ze samen met ons geen poot meer om op te staan.

Met een beetje hoop in haar stem geeft Jeugdzorg aan dat er misschien gebruik kan worden gemaakt van verlengde jeugdzorg. Ik geef per direct toestemming, maar nee, dat moet de WMO goedkeuren. O ja... want hij is straks achttien.

Na ons gesprek komende donderdag hebben ze dan precies één werkdag om alles voor elkaar te krijgen. Zondag is onze zoon jarig en hij (en wij) gaan het niet trekken zonder begeleiding. Nu niet maar ook en zeker niet als hij ergens anders woont.

Ik wil iedereen vragen voor ons en het gesprek te bidden, want dit is wel weer heel erg spannend. Heel, heel erg spannend. Vooral omdat het in orde was en nu gewoon weggezet is als niet meer geldig, maakt het ook erg frustrerend. En dat wij en ook Jeugdzorg hierover niet even op de hoogte zijn gebracht, enkele maanden terug of zo is ronduit fout.

Tegelijk gaat het gesprek ook over begeleid wonen. En ook dat is spannend. Wie ervaring heeft met de WMO, weet er alles van. Het draait allemaal om geld. Dus bidt alsjeblieft voor meelevende, sociale mensen die de aanvrager zien in plaats van lege zakken waar geld in zat. Zowel voor een voorspoedige doorloop van de begeleiding nu, als voor een mooi plekje voor Rob in de toekomst.

Verder spreek ik mezelf moed in: er zijn zoveel moeilijke momenten op dit gebied geweest en elke keer, echt elke keer, gaf God uitkomst en verhoorde onze gebeden. Want wat WMO niet weet is dat God wel weet wat wij en onze Rob nodig hebben. Nu, als hij achttien is en in de wat verder gelegen toekomst. Hij weet het perfect. Daar vertrouw ik op. Op Zijn aanwezigheid bij het gesprek en in ons leven, bouwend op eerdere ervaringen van van Zijn nabijheid toen.
Hij zegt: "Ik ben en zal zijn". Zeker weten.


maandag 2 september 2019

Als kanker je moeders raakt

Mijn boek is best mooi, maar toch wil ik iedereen even zien die binnenloopt op deze donderdagmorgen. Zittend naast mijn schoonmoeder in de wachtkamer van de Oncologieafdeling van het ziekenhuis, weet ik dat ook mijn ouders hier ergens lopen voor onderzoek. En dat is op z'n minst spannend.

We komen ze tegen. In de hal van het ziekenhuis. Ze moet door voor gesprek. En later een operatie. En nog wat bestralingen. Borstkanker. En ik sta daar in de hal, met mijn moeders en vader en voel me zooo machteloos.

Als ik die avond probeer te gaan slapen spreek ik mijn gedachten uit naar God. Samen hebben we een eerlijk gesprek.
-Waarom God? Kan het nou niet even gewoon allemaal om de beurt of zo? Ik weet best dat ik en wij geen haar beter zijn dan alle anderen. Dat ook ons kanker kan overkomen. Maar waarom nu zo?? Ik wil er voor allebei zijn, in alle stadia van hun ziekte. Hoe kan ik dit in vredesnaam voor elkaar krijgen als het zo gaat zoals nu? Naast het verhuizen van mijn ouders, de feestjes in de familie (resp. 25, 50 en 25 jaar getrouwd, waaronder dus mijn ouders en wijzelf) en dan de voorbereiding die we moeten gaan nemen op het sterven van mijn schoonmoeder. Dat was toch wel genoeg? Zou ik denken hoor.

God reageert en geeft me een beeld. Ik open verwondert mijn eigen handen. Zo klein. Passen twee kopjes koffie in en dan maar hopen dat ik het zonder 'voetbad' verhuisd krijg. En dan zie ik Gods handen. Groot, stevig. 'Jij past er in, je moeder past er in, je schoonmoeder zeker ook. Je hele gezin en heel de familie. Iedereen past er in en toch laat Ik je niet vallen. Breng Ik je veilig daar waar Ik wil dat je bent.'
Mijn gedachten en mijn zicht zijn te klein om te zien hoe groot Gods handen zijn.
-Maar wat God, als ik er over heen kieper en dan toch val? 'Dat gebeurt niet', glimlacht mijn Vader.  'Maar om je gerust te stellen wil Ik er wel een schild over heen leggen, zodat je het nog meer zeker weet.
-O nee, laat maar Vader. Ik ben bang in het donker, weet U nog. Als U er een schild overheen legt, zie ik niet veel meer.
Maar ook hierop geeft God antwoord. 'Mijn lieve kind, vergeet niet dat Ik Licht ben. Er is geen duisternis bij Mij of in Mij, dus ook niet in Mijn handen. Zelfs niet als ik er een schild overheen leg. Weet je nog, Ik ben een veilige schuilplaats, Ik ben een veilige burcht, Ik draag  je en bescherm je. Ik geef moed en kracht want Ik houd vast. Ik houd jou vast, je moeders, je vader, je man en je gezin. Wees niet bang, Ik ben er bij.

Gerustgesteld ga ik wat verliggen. En zing mee met het lied wat in mijn hart komt:

De duisternis licht op door U.
De duivel is door U verslagen.
Dood waar is je macht, waar is je prikkel gebleven?
Jezus leeft

Voor eeuwig is Uw heerschappij.
Uw troon staat onwankelbaar.
Ongeëvenaarde kracht ligt in Uw grote Naam.
Jezus, Overwinnaar!

En ik dank voor blijdschap, bid om volharding en geduld. Dat zullen we zo nodig hebben deze maanden! Maar ik weet: Hij draagt en beschermt. 


dinsdag 27 augustus 2019

Afscheid nemen

- Kom, je moet even kijken hoe netjes het op zolder is. Stralend kijkt mijn moeder me aan.
Zondagochtend. Ik wordt vanuit de heerlijk warme zon meegenomen naar de koele woonkamer en weer wat later naar de hete zolder. Wat een orde.
-Best slim zo af en toe hè, verhuizen. Ik knipoog. Mijn ma heeft er echt zin in. Liever gisteren dan vandaag zeg maar. En in de afgelopen week kregen we een enthousiast appje. ´Wil je wat, dan kom je uitzoeken.´ Ik bleef weg. Dat was geen desinteresse. Maar appje gelezen en geparkeerd, ergens ver in mijn achterhoofd. Pas zondagochtend, toen ze me vroeg mee te lopen, dacht ik: o ja!
Er was niets meer uit te zoeken. Ik ben ook niet van al die spullen die ik hebben moet of wil. Ik heb genoeg aan mijn eigen zooi. Maar soms, je weet nooit hè. Dingen en spulletjes waarbij direct prachtherinneringen naar boven komen laat ik niet staan. Sterker nog: die heb ik allang meegenomen.  Dat ene snoeptrommeltje bijvoorbeeld. Felgeel Tupperware, niet eens mooi. Maar elke dag na schooltijd mochten we er twee dropjes uit. Om te smullen. Want dat was het dan hè. Twee dropjes en wat drinken. Punt. De rest kwam bij het avondeten. Aardappelen, groenten en een klein stukje vlees.

Deze zondag zie ik een schilderijtje in het trapgat hangen. Hiervan moet ik het weten:
-Verhuizen jullie die mee? En de foto van uw grootouders?
De foto van mijn overgrootouders gaat mee, maar mijn naam komt achterop. De andere doe ik voorzichtig in mijn fietstas. Een ingelijst kaartje met de trouwtekst van mijn opa en oma daar op. Hangt al vanaf 1939 in de bloedlijn van de familie.

 "Verblijdt u in de hoop, zijt geduldig in de verdrukking, volhardt in het gebed."

Paste exact bij mijn oma. En wil ik nu graag in ons huis.
Samen met nog wat heel oude Jaap en Gerdientjes geef ik het een mooi plaatsje in onze woning.

Maandagavond. Met elkaar zitten we rond de tafel. Mijn schoonfamilie. Samen luisteren we naar mijn schoonmoeder. Vorige week is bij haar galwegkanker geconstateerd met veel uitzaaiingen in de lever. Conclusie: uitbehandeld. Nog voor behandeling plaatsvond. 
Mijn schoonmoeder is dapper en moedig en denkt erg ver vooruit. Ze wil nu graag alles verdelen en al heel veel opruimen, zodat wij dat niet hoeven te doen. Best een beetje lastig. Soms denk ik, er zijn belangrijkere dingen. Maar dit is voor haar belangrijk en daarom gaan we er in mee. Ik zie het als uiting van liefde voor ons. Wat gedaan is hoeven jullie niet meer te doen. 
In een totaal andere sfeer als zondag zitten we rond ma. We overleggen, verdelen wat belangrijkere dingen en taken en luisteren vooral. Er is geen enthousiasme over wat we meekrijgen, geen blijdschap omdat er opgeruimd wordt, er is pijn, verdriet en onzekerheid over wat komen gaat.

Zo is het leven hè. Onzeker, vaak vol pijn. Omgaan met gemis en afscheid nemen is volgens mij niemands sterke kant, tenzij er iets heel fijns voor in de plaats komt. Zoals bij mijn ouders. Kleiner wonen, minder tuin, minder zooi, ze kijken er naar uit. En het is ze gegund. Maar ook bij hen merk ik dat afscheid nemen van bepaalde dingetjes pijn doet. Je laat ten diepste de herinnering aan een herinnering los. Iets wat was en nooit meer terugkomt. Maar afscheid nemen van iemand die een levenlang met je is meegegaan is zwaar. Sterven hoort bij het leven, zeggen ze, maar zo was het niet bedoelt. Afscheid nemen is een beetje sterven. Zeggen ze ook en daar voel ik in mee. 

Wat ons het komende half jaar te wachten staat? Feit is dat afscheid nemen centraal staat. Van mijn ouderlijk geboortehuis, van iemand die me dicht bij staat. Zwaar genoeg lijkt me. Daarom neem ik vrijwillig afscheid van dingen die me nu even te veel zijn. Sport, vrijwilligerswerk enzo. Nu alleen even wat er toe doet. De rest komt wel weer. Of niet. De tijd gaat het leren.
Eén ding staat boven alles. Eén Iemand bedoel ik. Verandert niet, blijft altijd en heeft alles in Zijn hand. Mijn schoonmoeder, mijn ouders en mij. 

Ik kijk nog eens naar de trouwtekst van mijn opa en oma. En ik weet: Focus je op Hem die hoop, geduld en volharding geeft. En doe wat je hart vindt om te doen. In Zijn Geest leef ik voor Hem en voor de ander. Dat geeft houvast. Nu en bij het naderende afscheid. 

zaterdag 17 augustus 2019

Hoe overleef ik...

Echt waar, ik hou ontzettend veel van mijn werk. Het is zo heerlijk om daar te zijn en alles op alles te zetten voor de klant. De klant is Koning, dat. Maar dan moeten ze wel komen...
Zomervakantie. Zaterdag. Regen. Nog meer ideeën? Waarom is het zo rustig?
Gelukkig heb ik genoeg te doen. Ik maak wat leuke banners voor op onze site en ga verder om ons eigen magazine in elkaar te zetten.

Verheugd kijk ik op: een webshoporder. Toch een klant, al is hij niet zichtbaar.
En yes, het boek hebben we ook nog op voorraad. Geweldig. Direct klaar maken, klant laten weten dat zijn bestelling is afgerond, want wie weet komt er vandaag dan toch iemand :)

Mijn collega haalt het boekje, pakt er een leuk kaartje bij en schrijft wat de klant aangeeft:
'Voor mijn liefste. Hopelijk heb je hier wat aan. Van je drie mannen.'
Genoeg om de slappe lach te krijgen. Niet zozeer om het kaartje zelf als wel om wie ons zo deze opdracht geeft. Ik bedoel, best wel privé toch? En dan de titel van het boek: Hoe overleef ik mezelf?, geschreven door Jorg Berger. Een duidelijke knipoog of steek onder water?

Inpakken? Ja, doe dat maar. Doe maar hartjespapier, gezien de tekst op het kaartje.
Als alles klaar is laat ik de webshop de automatisch gegenereerde mail verzenden: 'Geachte klant, uw bestelling staat klaar.' Niet zo persoonlijk, wel zo makkelijk.

Later op de middag, als ik een klant help (ja, je leest het goed, er kwamen toch nog klanten!) komt de man van de webshoporder. Mijn collega en ik schieten direct allebei weer in de lach. Waarop mijn klant me vragend aankijkt. Ik fluister haar wat het geval is, ze grijnst breed en knipoogt naar de klant. Die inmiddels koffie heeft gepakt en lekker is gaan zitten, het hartjespapier naast hem op onze koffietafel.

Ik maak even een praatje met hem, als er weer niets te doen is. En als de koffie op is, groet hij me.
-Dag schat, groet ik terug. Mijn man grijnst van oor tot oor.
Nu maar afwachten hoe dat gaat, jezelf overleven...

maandag 5 augustus 2019

Het mentorschap regelen bij de Rechtbank

Mijn laatste vakantiedag is aangebroken. Speciaal voor deze dag staat er een uitje gepland met manlief, Rob, Willeke en Jorike. Vandaag gaan we naar stad Utrecht. Vrouwe Justitiaplein. Nummer 1. De Rechtspraak....

Alle spanning die bij Rob aanwezig was, heb ik weg kunnen praten. Maar dat houdt niet in dat ik zelf zonder spanning bent. Je weet immers nooit hè. Hoewel het maar een formaliteit is, kan het mijns inziens alle kanten op.

Weken geleden was ik er plotseling heel intensief mee bezig. We moesten wat dingen aanvragen omdat Rob in september 18 jaar wordt. Een bepaalde mate van volwassenheid wordt dan van je verwacht, wat Rob niet altijd gaat redden. Met Karakter Ede hebben we besproken wat we moeten doen. Mentorschap of Bewindvoering lijkt hun het juiste. Wij gaan voor het mentorschap: meebeslissen en beslissen voor Rob is soms gewoon het enige juiste. En toen ik wat informatie daarover op zocht, las ik dat het voor drie maanden voor de 18e verjaardag bij de rechtbank moest liggen. Oké, snel rekende ik. Ik was al minstens 1 dag te laat. Dus, alle hens aan dek, snel alles voor elkaar gemaakt. De volwassenen zussen er bij voor een officiële handtekening, alle bijlages verzameld en na een pittig dagje kan de enveloppe op de post.

Al snel kwam de uitnodiging. Vijf augustus. Rob's allereerste echte, betaalde (!) werkdag. Niet handig, maar het is nu eenmaal zo. En dus hebben we een uitje. Zussen hoefde niet per sé mee, maar het werd wel op prijs gesteld. En ze vonden het wel interessant ook!

We melden ons en worden doorverwezen naar de 'poortjes'. Alles inleveren graag. Oeps, dat had ik niet verwacht. Ik lever mijn tas in, dat is dan ook direct alles en mag doorlopen.
Pieppieppiep... De man met detector wijst me nors naar een plek waar ik moet gaan staan en ik word helemaal doorgemeten. Goeie dag zeg! Mijn riem piepte. Die ik normaal nooit om heb...
Het gepiep klinkt ook bij Rob, die direct helemaal in de stress raakt. Hij had dan ook niets ingeleverd. Sleutel, mobiel en meer, alles piepte. Gelukkig was het aantoonbaar en werd hij al snel pieploos bevonden. Mocht zijn spullen houden en mopperde nog wat na over 'het lijkt hier wel de kerk', waardoor mijn hersenpan flink begon kraken. Piepen of kraken, 't is allebei niet fijn ;)

Door naar de volgende balie. Een vriendelijke man, hij weet gewoon dat we hem niets meer kunnen doen!, meld ons bij de rechter. En al binnen twee minuten zijn we aan de beurt. In schoolse bankjes nemen we plaats, recht tegenover de rechter en de griffier.

Ze hebben het voorbereidende werk goed gedaan. Alle bijlages zijn goed doorgelezen en de aanvraag is kritisch gelezen. Ze had er zo haar twijfels bij of dit is wat we willen. Ik schrik me een hoedje. Nee hè! Mijn gedachten gaan per direct terug naar dat andere moment, een rechtszitting bij het toenmalige BJZ waar we moesten onderbouwen waarom Rob zorg nodig heeft. Niet weer alsjeblieft, kan het nu nooit eens makkelijk gaan! Zo lastig als anderen beslissen over wat je kind nodig heeft.

De rechter legt uit waarom een mentorschap niet nodig lijkt. Als ouders mag je gewoon altijd mee naar het ziekenhuis, de huisarts, de tandarts en bij mentorschap blijft ook staan dat als zoonlief niet wil, wij niets kunnen bereiken. Daarbij komt dat de verslagen die eens in de zoveel tijd van ons verwacht worden, veel tijd innemen, die we, volgens haar, beter kunnen besteden. Tegelijkertijd vraagt ze zich af waarom wij niet voor bewindvoering gaan. Dat is makkelijk uit te leggen, Rob is een kei in geldbesteding, manlief heeft hem dat fantastisch goed geleerd.

Op advies van de rechter laten we ons verzoek vervallen, krijgen we zwart op wit één en ander toegestuurd waarmee we kunnen bewijzen dat we deze beslissing onder gezaghebbende rechter en griffier hebben genomen voor het geval er toch een probleem bij instanties ontstaat en krijgen we de belofte dat als er iets gewijzigd moet worden, dat via een briefje of telefoontje zo geregeld is.

Gaandeweg het gesprek is de rechter van rechter naar medemens veranderd en ze heeft lol om Rob, die aangeeft dat hij best zelf voor zijn geld kan zorgen, maar absoluut getraumatiseerd is door de tandarts.

Opgelucht en blij besluiten we ons uitje door Rob af te zetten bij zijn werk. Trots op jou zoon! Je deed het geweldig. Neutraal, open en eerlijk en vooral: je was jezelf. Zoals altijd. En nu geld verdienen. En beheren. Dat komt vast goed!


woensdag 31 juli 2019

Van der Valk, Octopus, Reyna Be en het Mondriaanhuis, een 24 uursvakantie

Overnachten bij Van der Valk? Dat had ik nog nooit gedaan. Fletcher wel, dat was niet zo heel prettig. Nu dan maar wat anders. In verband met zijn steengoede ontbijten, hier in Veenendaal, kozen we nu voor Van der Valk, maar wel wat verder weg. Een half uurtje rijden wilde Rob. En hij mocht het zeggen, het is zijn feestje. Hij is geslaagd.

Het werd Leusden-Amersfoort. De simpelste kamer kozen we. Maar omdat het schoonmaken nog niet klaar was, kregen we de iets duurdere. Dat betekent: thee en koffie op de kamer. Enne... over de kamer gesproken, wat een plaatje. Lekker huiselijk,compleet en ruim. We zijn deze dagen niets te kort gekomen.

De controle doorstond de kamer goed. Alles was schoon en fris en zelfs de geur sprak Rob aan.
-Hier kan ik wel slapen denk ik, zo zei hij. Gelukkig maar.

Rob wilde graag zwemmen. Dat kan in Leusden heel goed, bij Octopus. Het koelde lekker af, eventjes, want de auto gaf 47 graden Celcius aan. Dat is niet niks, zeker niet als je daar niet goed tegen kan, zoals onze Rob. Even lekker zwemmen is dan een welkome afleiding. Maar met drie kwartier had Rob het wel gezien. Misschien was het toch een beetje te druk voor hem. In elk geval wilde hij graag terug naar het hotel. Daar lekker relaxen op het bed, spelen met de afstandsbediening en ondertussen kijken wat er allemaal op dat grote breedbeeldscherm gebeurd. Onder het genot van de airco las ik ondertussen lekker mijn boek.

En dan uit eten. We kozen voor Reyna Be, een wereldgerechten/tapasrestaurant wat eerder ook in Veenendaal zat en waar we echt fan van waren met z'n allen. Gelukkig heeft Amersfoort hem nog wel en we genieten voluit van de sfeer, het eten en drinken en de warmte. Weinig airco maakte het voor Rob soms best lastig, maar hij zorgde goed voor zichzelf en at enorm veel. Hij dronk ook goed maar toen ik later samen met hem urenlang wakker lag, bedacht ik dat het misschien niet alleen het nieuwe, andere, de muggen en de warmte was... Volgende keer beter nadenken. Aan het einde van een lange, pittige nacht, hij viel om half vijf in slaap, concludeerden we dat we de volgende keer oordopjes meenemen en het eigen kussen. Dat zou het slapen eventueel wat kunnen vergemakkelijken. En niet meer zo veel icetea drinken graag, zucht ik er achteraan...

Na een stevig ontbijt eindigen we ons uitje bij het Mondriaanhuis in Amersfoort binnenstad. Het is maar een kwartiertje rijden. We parkeren in de Koestraat, overdekt! Dat scheelt een hoop zon op de auto en even later lopen we, gewapend met geopende paraplu, tien minuutjes door deze mooie stad. Het Mondriaanhuis zelf, daar doen we wat langer over. Rob is nog erg moe en sleept zichzelf van kamer naar kamer. Toch geniet hij ook enorm en is best geïnteresseerd. Normaal is een museum het laatste waar ik aan denk met hem, maar omdat hij graag hokjes en vakjes schildert, leek me dit wel wat. En dat klopt.
Als ik hem tenslotte nog vraag of hij zin heeft in koffie, beaamt hij dit vol enthousiasme. Kan ik me wel indenken ja, na zo'n wakkere nacht. Het stuk appeltaart gaat er ook nog wel in en de dame die ons helpt (vrijwilliger van het Mondriaanhuis) verwend hem met lekker veel slagroom.
Geïnteresseerd bekijkt ze de foto's van zijn schilderijen op zijn mobiel. Wat een leuk moment!

Dan opeens zegt Rob:
- Mevrouw, u mag de rest van deze appeltaart wel aan iemand anders geven. Ik zit zo vol, ik kan het echt niet meer op. Niet weggooien hoor, dat is zonde, geef het maar aan de volgende klant.
Ik kijk naar het afgegeten stuk taart en de slagroom die al aan het smelten is. Ik geef de dame een glimlach en laat de rest aan haar over. Ze lost het mooi op - het komt wel goed met dit gebak, laat dat maar aan mij over - en tevreden gaan Rob en ik in de auto richting Veenendaal.

- En, pols ik als we bijna thuis zijn, vond je het leuk? Ja! Rob heeft genoten. Alleen die nacht hè, "dat was echt voor mijn verdriet". 

donderdag 25 juli 2019

Hittebestendig

Je zult er maar staan. Te midden van heel het volk, op uitnodiging van de koning. Samen met je vrienden ben je. Niet omdat het je leuk lijkt, maar omdat het een verplicht nummertje is. Ben je er niet, dan zwaait er wat. Je koning heeft het namelijk nogal hoog in zijn bol. Denkt dat hij god zelf is, dat hij alle macht heeft en dat iedereen, maar dan ook iedereen naar hem zal luisteren. Daarin slaat hij een beetje door. Heeft van te voren al maatregelen genomen. De brandende oven vooraan het toneel is daarvan het bewijs. Dat grote afgodsbeeld ook.
Je zult er maar staan, als verplicht nummertje, omdat de koning het zegt. Terwijl je zelf gelooft dat er Iemand anders is die alles te zeggen heeft. Een God boven alle goden. Jouw God boven alle koningen en machten en mensen.
Je zult er maar staan, als iedereen neerknielt voor het beeld, op last van de koning. Maar jij blijft staan. Met je vrienden. Dat wel. Maar al gauw word je gezien. Want daar sta je, in het open vizier. Op het grote plein. Terwijl iedereen knielt sta je en wordt gezien.

Misschien ken je het verhaal wel, van Sadrach, Mesach en Abed-Nego. Ze stonden en bleven staan. Ook toen ze bij de koning moesten komen om uit te leggen waarom ze nog stonden. Zelfs toen ze in de oven werden gegooid. Waar de dienaars van de koning door de hitte dood neervielen bleven zij staan. God was bij hen. Niet dat ze van te voren wisten dat het zo zou lopen. Niet dat ze ervoor gingen om te blijven leven. Nee, dat ze bleven staan betekende dat ze zouden sterven. Zoals veel christenen nu, die blijven staan met de belijdenis van onze God op hun lippen, wetend dat ze de dood in de ogen zien en daadwerkelijk gedood worden. Deze drie mannen worden op wonderlijke wijze van het vuur gered. Zonder dat ze dat van te voren wisten.

Ik weet niet hoor, wat ik had gedaan. Met de dreiging van zo'n hete brandende oven. Was knielen niet veel makkelijker geweest? Neerzitten en mijn God in stilte aanbidden in plaats van de koning, dat had toch niemand gemerkt? Maar dan zou ik wel ontkomen aan de brandende pijlen van de koning.
En ga ik mee in de afgod van de massa. Buig ik voor egoïsme en ontneem ik me mijn door Jezus vrijgekochte vrijheid.

Wil je staan waar je voor staat, wil je leven in het volle vertrouwen op de God in wie je gelooft, laat dan los. Laat alles los waar je aan vast zit en let alleen nog maar op Hem. We zijn nu eenmaal in deze wereld en dat lijkt soms een vuuroven. Het is soms benauwend en verstikkend als God je dan vraagt voor Hem te blijven staan. Daarom ging Jezus zelf eerst. Hij heeft de vuurproef doorstaan door te doen wat Vader Hem vroeg en redde ons daarmee van de ellendige, oneindige vuuroven. Zette ons in de vrijheid van liefde, blijdschap en vrede. En door Zijn Geest vormde Hij de gemeente. Werkend met Zijn Geest maakt Hij de gemeente vuurvast. En geeft Hij wat gereedschap. Pak je schild van geloof maar op zodat je de vurige pijlen uit kunt blussen, zorg dat je voeten geschoeid zijn met het Evangelie van vrede, zodat je stand kunt houden. Leef vanuit je verlossing, -doe je helm op-  hier en nu. Het borstharnas, het zwaard van de Geest, de gordel van de waarheid, doe het aan, neem het op en ga voor recht. Recht aan jezelf, aan je naaste en aan God. Dan ben je vuurvast, hittebestendig.

En nee, dan ga je niet zogenaamd knielen, dan blijf je staan. Houd je stand in Zijn Naam en Hij zal redden. Is het niet nu, dan wel in een heerlijke eeuwigheid. Misschien moet je dan hier pijn lijden en veel verdragen. Jezus weet er alles van. Hij zegt: IK ben met je alle dagen tot aan de voleinding der wereld. Zie je, er komt een eind aan deze vuuroven. De Zon der gerechtigheid zal je verwarmen. Tot in eeuwigheid.

Inspiratie na het lezen van hoofdstuk 5 uit Provocatie, over de zin van God en geloof,  Willem Maarten Dekker, 2012
Het verhaal over Sadrach, Mesach en Abed-Nego lees je in de Bijbel, het boek Daniël.

zaterdag 20 juli 2019

Mijn eerste vakantieweek

Het is maandag 15 juli, mijn eerste vakantiedag. Desondanks gaat toch de wekker, want Rob moet nog gewoon naar school. Tja, er zitten dus nadelen aan een weekje eerder vrij dan de rest...
Na een rustige ochtend met sport en kleine klusjes rijd ik aan het begin van de middag naar Ede. Rob ophalen. Dan door naar de huisarts om de hechtingen uit zijn teen te verwijderen. Dat gaat met veel ellende en geschreeuw gepaard, want het doet best heel zeer. Stom, na de operatie geen pijn gehad en nu! Volgende keer (!) vragen om oplosbare hechtingen. Na alle ellende die ik bij de huisarts over me heen kreeg van mijn lieve zoon, ben ik lekker naar de kapper gegaan. Aju paraplu, even rust ;) We sluiten de dag af en beginnen de vakantie met een gezellige maaltijd bij wok.

Dinsdag, mijn tweede vakantiedag. Weer vroeg op, lees half zeven. De afspraak die ik heb staan kan niet doorgaan, want Jorike heeft haar bril kapot. Ik haal haar op in Ede, rijd direct door naar de opticien en al wachtend passen we daar wat nieuwe monturen. De opticien is echter heel erg creatief (Tip: ga naar Konings Optiek) en maakt de bril met een vakkundigheid die ik niet had bedacht. En dat helemaal gratis! Het is fantastisch. Ik breng Jorike naar haar afspraak, gelukkig in Veenendaal. Anderhalf uur later ben ik weer thuis, waar ik Geert aan tref die best in de war is. Zou hij niet op tijd wakker gemaakt worden door mij? O ja... Helemaal vergeten. Hij moest tien uur op school zijn maar werd kwart voor elf wakker! Wat nu? Om het goed te maken rijd ik Geert naar school, -boeken inleveren komt niet zo precies weet ik, al is hij daar niet van overtuigd- doe ondertussen de boodschappen en samen rijden we weer terug. Chauffeur mama. Gelukkig verloopt de middag wat meer volgens vakantieplanning. Eet ik een patatje met een vriendin en lees ik mijn boek. En 's avonds natuurlijk de afspraak van de ochtend even herkansen. Sommige dingen kunnen beter maar gebeurd zijn ;)

De woensdag begint weer met vroeg opstaan en sport. Het is Robs laatste schooldag! Met ouders, man en zussen drink ik wat lekkers in het centrum. Daarna bereiden het feest voor onze Rob voor. Eenmaal geslaagd is geslaagd en dat gaan we groots vieren. Ondertussen staat ons hoofd niet stil. Er wordt wat nagedacht, want onze dochter gaat dit weekend verhuizen en dat vergt ook van ons best veel. We zijn er al heel druk mee geweest, maar nu komt het er op aan. Veel stress bij haar wordt onbewust op ons overgedragen, waardoor het feestje haast in het water lijkt te vallen, maar we kunnen het uiteindelijk allemaal in goede banen leiden. Niet leuk, maar een verhuizing is nu eenmaal slopend. Het feest was geweldig. Druk en met een stralende Rob in het middelpunt. Doodmoe het bed in, maar dat is niet zo erg.

En dan gaat het echte werk beginnen. Donderdag, vrijdag en zaterdag staat in het teken van verhuizen. Wat nou vakantie. Rob en Geert zijn vooral alleen thuis, -dat lukt tegenwoordig wat beter, gelukkig-  dus ik fiets heen en weer omdat ik er voor alle drie zijn wil. Vooral op donderdag pakken we hard aan, sjouwen we de auto vol en weer leeg, het huis leeg en weer vol. Als je het zo leest vraag je je af, waarom doe je dat dan allemaal? Maar ja, je snapt wel: we gingen van oud naar nieuw! We zijn echt een complete werkdag bezig. Om 's avonds volop te genieten van de afscheidsavond van Rob, die daarin ook zijn aandacht verdient. Hij ondertekent met vreugde zijn getuigschrift en vindt: Bewijs voor een uitkering. Haha, had je gedacht, zoon. Werken zul je!

Vrijdag  verloopt ook weer voorspoedig. In de ochtend zoveel verhuisd, dat we in de middag nog wat nieuws kunnen gaan kopen voor het nieuwe huis, gewoon omdat het kan en de rest klaar is. Nu alleen nog de grote dingen, waar veel mankracht en vooral een grotere bus voor nodig is. Dus de hele avond pakken we weer in. En uit. We halen de boel uit elkaar en zetten het even later weer in elkaar. En duiken daarna bekaf het bed weer in.

Zaterdag is het tijd om het oude huis schoon te maken. Hoewel het gesloopt wordt, is het fijn als het er voor de antikraakbende een beetje fris uit ziet. Met een zus en nicht ga ik aan de slag. 's Middags nog even wat laatste dingen helpen opruimen en leeg ruimen en dan is het, wat mij betreft klaar. Vanavond even niets. Behalve dan misschien een mooi boek en wat aandacht voor mijn mannen.

Mijn vakantieweek is voorbij. Het was veel. Heel veel. Ergens weet je het van te voren, maar het valt ook altijd weer tegen, zoveel tegelijk. En regelmatig dacht ik: wanneer kan ik weer aan het werk? Dat is rustiger en daar krijg ik nog voor betaald ook! Toch... gelukkig nog twee weken vrij. Hopelijk wordt dat echt rust. Daarvan willen we dan echt genieten. Terwijl we ook dankbaar achterom kijken omdat we nog zoveel voor onze kinderen kunnen doen. Ze hebben allemaal één op één aandacht gehad van hun mama. Weliswaar meest ongepland maar heel waardevol!
En ach, als ik eenmaal weer werk, rust ik wel weer uit :)

woensdag 17 juli 2019

Geen diploma, wel geslaagd

Rob, beoordeling laatste leerjaar VSO juli 2019
Waarom onze Rob zich geslaagd mag weten.

*Sociale interactie: Geslaagd
Je wilde niets van anderen weten en we ontdekten al snel dat dit autisme heten kan. De vooruitzichten waren enorm negatief, de slagingskans minimaal. Maar jij bent degene die ondanks alle moeilijke communicatie jezelf zover hebt gekregen dat je mooie contacten maakt met je gezinsleden, dat je probeert aan te voelen wat anderen denken en ervaren en dat je hierin nog steeds blijft leren. Dus gefeliciteerd. Ga lekker zo door. Jij bent geslaagd!

*Fietsen: Geslaagd
Eerst voorop, toen achterop, plaatsmakend voor je broertje. Later weer voorop op de duofiets. Je genoot en zag veel. Maar mee trappen, ho maar. Waarom zou je ook? Mama trapte toch wel. Maar toen je 15 werd wilde je je eigen fiets. En dus liet ik je los. Liet ik je gaan. Gefeliciteerd. Trap lekker door. Jij bent geslaagd!

*Kunst en cultuur: Geslaagd
Jij bent zo creatief! Al van jongst af aan. Je hebt overal een (niet altijd even praktische) oplossing voor. Klopte je zondag niet de melk voor in de koffie met de staafmixer? Reken maar dat het werkte! Lekker veel 'sop'. Van een tekening van jou toen je vier was, werd door Bureau Jeugdzorg een kaart gemaakt. Toen werd je dus al ontdekt! En het huis heeft vol gestaan met creatieve kunstwerken, door jou gemaakt. En nu schilder je. De hele tijd. Zo mooi! Regelmatig verkoop je er wat van, dat is dubbel genieten, maar daar gaat het je niet om. Echt knap joh! Gefeliciteerd. Ga zo door. Jij bent geslaagd!

*Gezondheid: Geslaagd
Eten is een fantastische hobby van je. Je werd groter en groter, alle kanten op. Maar tegenwoordig ken je wat beter je grens, ben je gaan sporten en doe je het wat rustiger aan. Je viel acht kilo af en won bijna de eerste prijs bij sportdag op school. Dat was vooral omdat je zo hard trainde en goed doorzette! Gefeliciteerd. Sport lekker door. Jij bent geslaagd!

*Praten als Brugman: Geslaagd
Het begon wat moeizaam, maar dankzij lieve en vooral deskundige logopedistes als Ella, Linda en Marije, begon je op je zevende te praten. Alsof je de schade in moest halen. Dus gefeliciteerd. Praat lekker door. Jij bent geslaagd!

*Dagbesteding: Geslaagd
Medisch kleuterdagverblijf, speciaal basisonderwijs, voortgezet onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs, het kwam allemaal langs. Niet altijd even leuk maar je bleef gaan. Stage bij verschillende bedrijven. Leuk om te proberen. Nog leuker om te blijven hangen. Fantastisch. Je hebt werk! Zo leuk voor je en zo goed van je! Gefeliciteerd. Werk lekker door. Jij bent geslaagd!

*Reizen: Geslaagd
Elke dag het busje voor de deur. Van Noot, De Klomp, Willemsen De Koning en weer Noot. Vandaag voor het laatst. Vandaag neem je afscheid van school en van het leerlingenvervoer. Fijn dat het er was, beter dat het niet meer hoeft. Dankzij jouw leergierigheid en de onderwijzende rol van je zus, ga je vanaf nu met het Openbaar Vervoer naar je werk. Gefeliciteerd. Reis lekker door. Jij bent geslaagd!

*Overig: Geslaagd
Wat kan ik nog meer over je zeggen? Je humor, je liefde voor anderen, je trouw aan je werk, je zorg voor je huisdier, het zorgvuldig omgaan met het milieu, je grappen en grollen die mensen aan het lachen maakt. Doorzettingsvermogen en grens aangeven, omgaan met tegenslag en reageren op onverwachte dingen.
Ach, dit diploma is te klein om alles te benoemen.
Al die jaren school en thuis hebben je gevormd tot wie je nu bent. En we weten dat je blijft leren, een leven lang. Maar voor nu kunnen we alleen maar zeggen: Gefeliciteerd. Ga zo door. Geen diploma maar: Jij bent bijzonder GESLAAGD!


dinsdag 9 juli 2019

Op recept

Terwijl Rob me opgelucht aankijkt, liggend op de bank met zijn voeten omhoog, is zijn zus Willeke zich aan het voorbereiden op de meest stressvolle stap  die je kunt nemen, aldus onze statistieken. Zij gaat verhuizen. Het is dus een wat volle week. Enerzijds kan ik geen kant op, nou ja, bijna niet dan, omdat Rob helemaal geen kant op kan. Anderzijds zijn anderen heel druk met schilderen, opknappen, opruimen en inpakken. Enerzijds vind ik dat wel lekker, gewoon een beetje thuis bezig zijn, de dingen doen die de afgelopen tijd zijn blijven liggen. Anderzijds had ik beloofd te helpen met klussen, waar Rob nu een voetje voor steekt.
Wetend dat ik vast nog heel erg veel kan gaan doen in het huis van onze dochter, kan ik ook heerlijk ontspannen in het thuis moeten zijn voor Rob.

Het is maandagmiddag 1 juli, een uur of vier. Oma komt even kijken bij de patiënt, drinkt koffie mee en overhandigt Rob een lekker cadeautje. Nu is onze zoon geen mannetje wat de hele dag kan stil liggen, dus ik had hem een bak vol schroeven gegeven.
-Hier, ga die maar even sorteren.
Per slot van rekening had hij ze zelf bij elkaar op één grote hoop gegooid, dus een koekje van eigen deeg zeg maar. Leerde hij direct dat sorteren minder snel gaat dan bij elkaar gooien ;)

Opeens begint het: Pijn. Oei, de verdoving uitgewerkt, zo denken we. Toch ben ik verbaasd. Rob heeft nog nooit napijn gehad van een behandeling. Het recept met veertig paracetamol en 15 diclofenac heb ik dus gewoon recept gelaten. Een klein beetje voorraad heb ik zelf nog wel.
Omdat de gekregen paracetamol van het ziekenhuis nog werkt geef ik hem nu toch maar zo'n andere, sterkere pil. Hij heeft echt enorm veel pijn!
-Weet je, opper ik, misschien ook even die huissokken uit doen. Dat zit zo warm om al dat verband. Twee prachtige roze voeten komen te voorschijn, met ontsmettingsmiddel doen ze niet zo zuinig. Veel wit verband ontneemt het zicht op de tenen.
-Waar doet het pijn, Rob? Rob wijst naar zijn kleine teen. Verbaasd kijk ik naar zijn voet. Raar. Die teen is helemaal niet geopereerd, ze hebben er niet eens aangezeten. Opeens zie ik het. Voorzichtig wip ik een stukje verband iets omhoog, van de teen af. Een fikse deuk in het teentje laat zien wat ik vermoedde: veel te strak. Helemaal bekneld.

Helaas, de diclofenac uitspugen is geen optie meer, maar of hij ooit de weg naar de pijn heeft kunnen vinden?
In elk geval is Rob degene die helemaal dubbel ligt. Ik moet het de hele week nog horen: Wat heb ik toch een domme mama! Ja duhuh...
Toch maar klussen.

vrijdag 5 juli 2019

Too much

-Dat is één! Wie volgt?
De standaardzin van mijn moeder. Elke avond weer. Zeven uur nummer 1 (lees 5), kwart over zeven nummer twee (4). Ma was dan net klaar met voorlezen en al het andere wat er komt kijken bij een kind naar bed brengen. Kwam beneden en zei: Dat is twee, wie volgt?

Ik denk dat tegenwoordig ook nogal eens. Niet dat ik mijn kinderen nog naar bed breng met het complete avondritueel, -zouden ze wel willen hoor, maar ze zijn toch echt te groot- maar in het leven zelf.

Vanochtend schoot dat zo door me heen. Ik lag wakker te worden -geloof me, dat is een dingetje- en dacht na over alles wat er is gebeurd in het leven, vooral dat van mijn kinderen. Ik had ze zó graag een wat ontspannen leven gegund. Ik had zó graag gewild dat ze niet mee hoefden te maken wat ze wel mee maken en mee maakten! Herkenbaar? Als ik daar over na denk? Het is te veel voor een kind. Natuurlijk kan het nog zat gekker maar toch... We zitten zo in de 'Wie volgt'-fase. Of meer: wat volgt? Iemand zei me laatst: je bent sceptisch geworden over het leven. Ja, dat is wel waar denk ik. Het is allemaal zó veel en soms zó pittig! En echt, er was een tijd dat ik meende dat alles weer over zou gaan, maar tegenwoordig denk ik vooral: wat volgt? Waarom zou ik dromen dromen, verwachtingen hebben als het leven zo spannend is en het elk moment weer anders kan zijn? Waarom zou ik hoop hebben op rust, als dat al zo vaak door een situatie afgebroken is?

Als ik nadenk over wat we allemaal mee hebben gemaakt, de kinderen incluis, dan kan ik alleen maar denken aan vandaag.En dan is dat genoeg. Morgen zien we wel weer. Misschien komt er dan wel weer wat anders. Kan maar zo, we weten er alles van. Hartinfarct -daar blijf ik toch echt best bang voor-, gezondheid, instorten, ziekenhuis, verhuizen, diagnose dit of dat, geaardheid, keuzes die we maken en die er in hakken alsof de bijl de boom laat vallen, gedoe met allerlei regelwetgevingen over onze kinderen, zonder dat we daar zelf wat mee kunnen, dealen met van alles en nog wat, enzovoort, enzovoort, enzovoort...

Twee dingen weet ik: in de vroege morgen moet je hier niet over na gaan denken :(
En: God droeg ons. Dag na dag, seconde na seconde. Steeds weer, elke keer en overal. En omdat ik dat vooral heb ervaren in ons leven, mag ik zeker weten dat de toekomst veilig is in Zijn Hand. Ben ik soms best eens bang voor de toekomst, ik kijk reikhalzend uit naar De Toekomst. Want dit staat vast: Hij is Koning, Hij is Overwinnaar, Hij komt terug. In Hem ben ik meer dan overwinnaar. Hoef ik niet vast te lopen in wat er gebeurd is, gebeurt of gaat gebeuren, kan ik maar beter mijn en ons leven in Zijn hand leggen. Het leven leven met Hem, vanuit Zijn rust, veilig bij Hem. En af en toe in Zijn kracht een steentje weg slingeren om zo mijn reuzen te verslaan, vooral als ze brutaal en lastig worden. Neerslaan, kop eraf en verder gaan. Niet dat ik dat red, maar omdat Híj het redt kan ik verder. Met de dag, dat wel, maar toch. Met het oog op de grote Toekomst. En ik bid dat ik daarvan iets door mag geven aan de kinderen. En zij, door de Geest, ook zo in het leven mogen staan.


maandag 1 juli 2019

Onder narcose

-Ik kan beter nú doodgaan. Als ik thuis kom ga ik naar de flat en spring ik er af.
Dat doetie niet weet ik, maar de glimlach in mijn binnenste bevriest als hij verder praat.
- Ik kan natuurlijk ook hier uitstappen.
Met Goddelijke kracht lukt het me goed te reageren. Rijdend op de A12 middelste autobaan is zijn optie de absoluut onmogelijke. Nee ik klik de deur niet op slot. Dat zou hem alleen maar enorm triggeren.
-Weet je, zeg ik, ik merk dat je enorm zenuwachtig wordt. De dokter zegt dat jij mag kiezen. Plaatselijke verdoving of narcose. Als je zó gespannen wordt van het idee van plaatselijke verdoving ga je voor narcose. Zeg maar tegen mij en tegen jezelf: ik ga voor narcose.
Braaf zegt Rob me na, er valt een last van hem af en ik zie de spanning wegglijden. Blij komt hij thuis, terwijl ik even naar boven loop om me te laten gaan. Stel je voor: even uitstappen op de A12....

Al zeven jaren lang tobt Rob met ontstoken tenen. Tien keer door de huisarts verholpen, één keer in het ziekenhuis. Altijd onder plaatselijke verdoving. De teen die nu het ergst ontstoken was, was al maanden, zo niet een jaar, ziek, maar naar de huisarts wil Rob niet meer. Want prikken in een zere teen doet dubbelzeer. Voorzichtig opperde ik de narcose. Rob reageerde enthousiast. Dat is nog eens wat. Ga je slapen en wordt je geopereerd en wel wakker. Béter!

De huisarts stemde in, nadat hij wat moeilijk had gekeken en waarschuwde voor de gevaren van de narcose. De arts-assistent in het ziekenhuis legde alles nog eens goed uit. De voor- en nadelen van beide mogelijkheden. Waardoor Rob dacht dat hij niet meer te kiezen had en het alleen onder plaatselijke verdoving kon. Dat is het einde, zo dacht hij... En reageerde met de laatste optie, wat geen optie is.

Vandaag was het zover. Na lang wachten, zowel op de afdeling als op de voorbereidingskamer, ging Rob om half negen de OK in. Huilend reed hij de afdeling op, maar dankzij een pilletje tegen stress, gebed en een mooi lied wat ik voor hem zong - laat mij  nog zingen als de avond valt. Loof de Heer', oh mijn ziel- kwam hij relaxed op de OK, zakte in een heerlijke slaap en sliep daarna nog even lekker uit. Met veel meer dan we kwamen gingen we weer. De crocs waren niet nodig, die pasten niet meer. Het verband om zijn voeten hield alles goed bij elkaar. Twee voeten. Drie tenen. Nu opknappen, bijkomen en relaxen. Dankbaar dat het voorbij is. En wie weet, misschien was dit echt de laatste keer. Dát gaat de tijd leren! In elk geval istie best blij geloof ik, dat hij het er levend afbracht. De risico van de narcose was één, maar de risico van denken en paniek telde dubbel. God zij dank, we kwamen samen thuis!

vrijdag 14 juni 2019

Dagje Amsterdam

Hij gaf me een waardebon. Voor een dagje uit. Had vrij gevraagd. En 'oppas' geregeld voor onze zoons. De topper! Mijn man!!

Wát een dag hè. Wat hebben we veel gedaan en gezien! Moe, maar voldaan zitten we in de trein. Op weg naar huis. Vroeg in de morgen waren we ingestapt. Bij Amsterdam Centraal er uit. Lekker koffie gedronken bij Illy en toen op zoek gegaan naar de fietsen. We waren goed voorbereid op weg gegaan, wetend uit ervaring dat een goede voorbereiding het halve werk is. Dus wandelden we naar Yellow Bike, namen twee fietsen mee en daar gingen we. De ANWB heeft een leuke fietsroute uitgezet. En hij was perfect. De omleidingen daargelaten, daar kan niemand wat aan doen. We fietsen rondom Nemo en klommen even helemaal naar boven. Wat een uitzicht!
De route gaat langs allerlei grachten, gebouwen en door allerlei stegen. Uiteindelijk komen we uit in het Vondelpark. Daar waan je je buiten stad Amsterdam. De rust, de ruimte, het groen en water, het is fantastisch! Wij zijn namelijk meer plattelandsmensen voor een dagje uit, maar Amsterdam hadden we nog nooit gezien! We eten ontzettend lekker in het Vondelpark, genieten van wat we zien en van elkaar. Maar eenmaal weer uit het park, fiets je zo de drukte weer in. De PC Hooftstraat komt voorbij, de Jordaan en dan op de pont. Amsterdam Noord. Via een andere pont weer terug en zo eindigen we bij Amsterdam Centraal. Nadat we de fietsen terug hebben gebracht, -wat een gezellige mensen daar!- stappen we op de rondvaartboot. Van rederij Lovers.  Zo zien we veel dezelfde dingen, maar dan vanaf het water. Zo leuk! We genieten enorm!
Na dit alles hebben we nog wel wat op het verlanglijstje. De Dam, de Kalverstraat, de Bijenkorf en de Primark. Alles was nieuw, leuk en gezellig. We lenen een paraplu bij de rondvaartbootkapitein, zodat we een beetje droog blijven. En dat lukt. Lekker eten bij de Bijenkorf (5 hoog!) en uiteindelijk weer terug naar het station. En o ja, de plu teruggebracht. Uiteraard.

Thuis is alles goed gegaan. Dankzij de medewerking van Rob, Geert en vooral Jorike. Samen lopen Jorike en ik even naar de bus. Zij om in te stappen, ik om uit te zwaaien. Bedankt meis, zeg ik haar keer op keer. Het was top. Dán opeens valt er regen. Met bakken uit de lucht. De bliksem zet alles in helder licht. We zetten het op een rennen, maar het helpt niets. Drijfnat kom ik thuis. Nee, deze chauffeur had geen paraplu. Hij is immers geen kapitein? Heeft geen rondvaartboot. En al helemaal niet in Amsterdam.

Amsterdam, wat een stad! We komen terug, reken maar. Of dat nu is met regen of zon, we weten de plu toch wel te vinden!





dinsdag 4 juni 2019

Mag ik rijden met de motorkap open?

Het kan je zo maar gebeuren. Dat je midden op een warme zomerdag, samen met een wildvreemde man aan je autostoelen staat te rukken alsof je leven er van af hangt. Als of die stoelen er uit moesten. Nu ja, dat was het niet helemaal, maar iets meer beweging dan wat wij er in kregen was leuk geweest.

Het is dinsdagmiddag. De zon schijnt, maar het dreigt ook. Ik kruip achter de pc voor mijn werk. Tijd voor een mooie recensie over een nog mooier boek. Nieuwsgierig? Dan klik je hier. :)
Dan gaat de telefoon. Geert. Hij was al een uur aan het prutsen met een lekke band, maar wat hij ook deed en wie hem ook hielpen, de band was er klaar mee. En hij inmiddels ook.
Ik gebruik de stilte om te vragen of hij het fijn vind als ik hem even op kom halen. En ja, dat was precies het doel van deze ouderwetse manier van contacten: per telefoon op ons vaste nummer.

Eenmaal op de parkeerplaats zeg ik manhaftig: kom op, we laden die fiets er even in. Dat had je gedacht! Met geen mogelijkheid krijg ik de banken plat. Onze prachtige en het nog nooit aflatende Captur is totaal niet in beweging te krijgen. De banken lijken vastgeroest. Hoe dat kan? Ik pak het boekje er bij, hoewel ik zeker weet dat ik goed bezig ben, en zie inderdaad dat ik gelijk heb.
Ik glimlach eens naar de oudere man die langsloopt. Hulpvragen blijft een dingetje hè, en pruts weer verder, bijgestaan door Geert, wiens geduld al een eindje op is.
Dan opeens is de man weer terug.
-Hulp nodig, mevrouw?
-Graag! zucht ik.

En zo zit ik op een mooie warme zomermiddag met een wildvreemde man in mijn auto aan onze stoelen te rukken alsof het leven er van afhangt. En ergens is dat zo. Ja, schrik maar niet, het is waar. Het idee dat ik nu terug rijd, de fiets op school laat staan, morgen Geert weer moet brengen terwijl manlief thuis de stoelen gewoon even neerlegt. De fiets de auto in moet, de band daarna geplakt moet worden of misschien zelfs naar de fietsenmaker moet worden gebracht én weer moet worden opgehaald terwijl Geert ook weer moet worden opgehaald van school terwijl we 's avonds de avondvierdaagse moeten lopen en ik 's middags moet werken ...en...en... zie je, alsof het leven er van af hangt. Het prettige leven van rust, genieten en ontspannen bezig zijn. Waar ik zo naar verlang, snap je. Dát leven hangt er van af.

Oké... de banken liggen, (het kostte hem en ons heel veel moeite, dus het lag niet aan mij alleen...) de fiets gaat er in, dankzij dezelfde man en de kofferbak... die blijft open.
- Mag dat wel, vraag ik onzeker, met de motorkap open rijden?
- Die motorkap kan wel dicht hoor, mevrouw. De grijns van oor tot oor ontgaat me niet.
Snel herstel ik me. En lach mee.

De achterklep blijft open. We rijden terwijl Geert de fiets vasthoudt. Die direct bij de fietsenmaker wordt gedumpt. Eenmaal thuis ga ik weer door met mijn werk. Ik schrijf een recensie over een boek: Leven vanuit rust. Supergoed boek. Ik heb hem al uit. Vandaar mijn keuzes vanmiddag. Het was wat gedoe, maar het is nu heerlijk rustig. Morgen alleen nog maar de fiets  halen, Geert heen en weer rijden, werken en de avondvierdaagse lopen. Dussss....
Straks misschien toch weer even de tips uit dat boekje lezen. Maar nu eerst op de bank. Rust.

dinsdag 14 mei 2019

Over houthakkers en watersjouwers

Heb jij dat ook wel eens? Dat als je kijkt naar jezelf, dat je dan echt niet snapt waarom God nog zoveel geduld met je heeft? En genade. En liefde. Liefde! Hij houdt van me, ondanks alles waarin ik te kort schiet, wat ik laat gaan en wat ik niet doe houdt Hij van me. Onvoorstelbaar toch!

Vanmorgen las ik Jozua 9. Gewoon omdat het aan de beurt was.
Het ging over het volk van Gibeon, die erg bang waren voor het volk Israël. Zij kwamen vanuit Egypte gereisd en zouden het hele gebied in beslag gaan nemen. Niet gek dat de Gibeonieten bang waren en vanuit hun angst een slimme list bedachten. Ze gingen als reizigers onderweg naar Jozua, de leider van Israël en deden vóórkomen dat ze van heel ver kwamen! Ze vroegen om genade en na een poosje praten sloten ze een verbond. Jozua namens het hele volk Israël en de Gibeonieten. Samen zouden ze gaan voor vrede.

De Israëlieten zijn er in geluisd! De Gibeonieten kwamen niet van ver, ze waren één van de volken die uitgeroeid moesten worden. Maar dankzij dat verbond van vrede bleven ze bestaan.

Uiteraard was Jozua boos. Waarschijnlijk ook op zichzelf. Per slot van rekening had hij de beslissing genomen en was hij totaal vergeten te vragen wat God hiervan vond. Maar Jozua is ook een man van zijn woord. Hij kon het verbond met deze 'vijanden' niet verbreken en liet hen in leven. Wel moesten ze werken voor hun vrijheid. Houthakkers en watersjouwers konden ze zijn, meer rechten hadden ze niet.

Het verhaal gaat steeds door mijn hoofd. Het lijntje doortrekken naar nu is snel gedaan. Hoe bijzonder dat het voor ons anders is. Hoe vaak doe ik me niet anders voor dan ik ben? Hoe vaak sluit ik geen verbondjes met iets wat niet kan? Wat Gods goedkeuring niet heeft? Hoe vaak kies ik niet mijn eigen weg, mijn eigen zin? En lijkt het me nog wel een goede keuze ook?
God heeft een verbond met me gesloten, met alle mensen wil Hij dat doen, terwijl Hij weet dat ik me daar niet aan ga houden. Niet aan kán houden zelfs. En toch blijft Hij bij me, houdt Hij me vast en mag ik steeds weer terug komen.

Word ik dan als houthakkertje door Hem aan het werk gezet? Zo van: daar heb je haar weer, wat kunnen we haar laten doen zodat ze haar plaats weet? Nee, Hij gaf Zijn Zoon, die mijn straf betaalde. En door Jezus bood Hij mij vergeving van mijn misstappen en tekortkomingen aan. Door Jezus biedt Hij mij Zijn Vriendschap aan. Door Hem geeft Hij mij het kindschap. In Hem ben ik veilig, vrij en rijk, een Koningskind. Want Hij is mijn Koning en Vader.

Word ik dan als watersjouwer gebruikt om zo mijn vrijheid te verdienen? Nee, want Zijn Zoon Jezus, die mij vrijheid gaf, zegt: Ik ben het Levende Water. Kom maar naar Mij, dan zul je nooit geen dorst meer hebben. Aan Hem heb je genoeg, dat is wat Hij zeggen wil.

In tegenstelling tot die Gibeonieten hoef ik niets, maar dan ook helemaal niets toe te voegen aan mijn vrijheid. Ik hoef er niet voor te werken, ik mag er uit leven. Dat is een blijde boodschap! Vanuit Zijn vrede en vrijheid leven tot eer van Hem. Voor iedereen beschikbaar. Waarom zou je dat niet eens proberen? Hij wacht op je. Vol liefde. Want Hij ís liefde. Kom!


Pagina's