donderdag 11 oktober 2018

Gewoon bijzonder

Poe hé, wat ben ik lui. Deze maandagavond wordt een moment van bankzitten :)
Nadat ik lekker heb gewerkt vanmiddag en na het avondeten nog even had geriedeld op mijn gitaar, loop ik moe maar voldaan naar beneden. Onderaan de trap houd ik even stil. Wie hoor ik daar? Ah nee hè! Zucht. En nog eens zucht....

Wilde ik toch echt even mijn ogen dicht doen en lekker lui in de kamer zijn? En dan hebben we bezoek!
Langzaam gaat mijn hand naar de deurknop, het handvat zakt omlaag. En kraakt. Nu is er geen ontkomen meer aan.
-Hoi vriend, hoe gaatie? Vriend zit breeduit aan de grote tafel met manlief als luisterend oor. Een kop koffie er bij en ik weet: die is voorlopig nog niet weg.
Toch kan ik wel op de bank. Even liggen hoor, jammer dan voor hen.

Het geklets volg ik mee. Opmerkingen als: je vrouw is erg moe hè en dat nog drie keer weer, doen me glimlachen.
-Ja vriend ik ben moe maar ik doe even mijn ogen dicht. Dan is zo alles weer tiptop in orde.
Vriend begrijpt het nu en vraagt niet meer waarom ik zomaar midden op de avond op de bank lig. Manlief kletst door en door en door en uiteindelijk ga ik er bij zitten.
Om hem even te helpen. Want alle vragen worden drie keer gesteld en een gesprek met vriend is daardoor behoorlijk vermoeiend.
Vriend heeft autisme, maar hij zegt van niet. Hij denkt dat alles prima in orde is en redt zich ook nog eens. Zij het dan dat er bepaalde dingen in zijn leven zijn, die niemand anders zo zou willen doen. Zij het dan dat hij regelmatig ruzie heeft op het werk en daarom verhaal komt halen bij ons. Zij het dan dat hij mensen niet snapt, de wereld om hem heen niet snapt en zichzelf ook niet.
Zo herkenbaar!

-Zeg vriend, het is tien voor negen. Ik wil zo naar bed. Zullen we afspreken dat je negen uur naar huis gaat?
Vanaf dat moment kijkt vriend om de minuut op de klok. En ik plaag: je mag best wat eerder gaan hoor, als je dat wilt :)
Het is vijf voor negen als vriend aan mijn man vraagt:
-Wil jij nog een stukje Bijbellezen? Dat vind ik altijd fijn en jij was toch ouderling.
Manlief kijkt me aan en ja, dan, wat aarzelend, leest hij een psalm. Vijfentwintig. Om na het eerste vers onderbroken te worden.
-Die heb ik vanmorgen gelezen, doe nu maar een ander. Oké. Psalm 27 dan. Wacht op de Heere!
En met dat Woord loopt vriend de deur uit. De klok slaat negen keer.

Zo werd het met deze bijzondere vriend een bijzonder moment. Zij het dan dat dit voor hem normaal is...


Pagina's