Het is stil. Heel stil. De heuvel Golgotha ligt er
verlaten bij. De kruizen zijn leeg, de mensen weg.
Hoofdschuddend ging de hoofdman naar zijn huis: deze Mens
was Gods Zoon. Verdrietig gingen de discipelen terug. Radeloos in het gemis van
hun Meester. Jozef en Nicodemus hebben samen met wat vrouwen, de zorg voor het
lichaam van hun Meester op zich genomen. Het lichaam in het graf gelegd. Hun
Heere de laatste eer bewezen. En zijn bedroefd weggegaan. De kerkleiders waren
opgelucht. Zij zijn blij de heuvel afgelopen: eindelijk is Hij dood! Opgeruimd
staat netjes.
En dan wordt het stil. Heel stil op de heuvel Golgotha.
Drie lege kruizen getuigen van het leed wat is geschied.
Het is stil. Heel stil. De soldaten die op wacht staan
bij het graf, wachten ongeduldig de aflossing af.
Waken bij het graf? Ja! Je weet immers nooit?
In de zaal waar de discipelen bij elkaar zijn gekomen, is
het ook stil. Beklemmend stil. Verdriet voert de boventoon. Ze begrijpen het
niet. Ze snappen er niets van. Hun Meester, hun Rabbi, dood? Hun Heere, die ze
Koning wilden maken? Hij die de vijanden zou verjagen? Hij is er niet meer. Hij
vocht niet, Hij zei niets, Hij liet ze gewoon hun gang gaan. En ja, daar hing
Hij dan, aan het kruis. En nu is Hij die
vreselijke kruisdood gestorven. Wat moeten ze nu? Waar moeten ze heen?
In Jeruzalem is het niet stil. De kerkleiders zijn
onrustig. Want ja, de discipelen van Jezus, die zijn nu eenmaal niet te vertrouwen.
En trouwens, heeft Hij zelf ook niet iets gezegd over opstaan na drie dagen?
Heeft Hijzelf niet laten merken dat Hij Koning is?
Daarom staan die wachters bij het graf van die Oproerling,
in de tuin van Jozef van Arimathea.
Het is niet stil in Jeruzalem. De mensen gaan door met
hun eigen plannen. Ze vieren sabbath, als of er niets bijzonders is gebeurd. Ze
denken niet meer aan gisteren. Er staan belangrijkere dingen op de agenda.
Maar in de hemel? Ik denk dat het daar heel stil is. God
wacht tot het Zijn tijd is. Tijd om Zijn Zoon wakker te roepen. De engelen
wachten ademloos op de fantastische dingen die komen gaan. Ze zijn stil. Alles
willen ze meemaken, niets willen ze missen. Daarom wachten ze zwijgend, maar geduldig
op hun God die Zijn Zoon wakker roept. Verwachtend kijken ze hier naar uit! Morgen zal God twee van hen naar beneden
sturen om hun meest waardevolle taak op aarde te mogen gaan doen.
Stil, verlangend en vol blijdschap kijken ze uit naar hét
moment.
Nu is het nog stil. De aarde wacht, de hemel wacht. Nog
één nachtje slapen…
Mattheus 27: 57-66
Uit: Hoop voor onderweg, uitgave van de Hoeksteengemeente Veenendaal geschreven door ondertekende
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een berichtje achter, dat waardeer ik en lees ik met plezier!