vrijdag 20 mei 2016

Hoe verzorg ik mijn goudvis?

- De vijf konijnen daar in de tuin in dat grote hok, die zijn wel mooi van Willeke, Jorike en papa! Rob heeft dat andere konijn. En ik? Ik heb een VIS! Geert spuwt het woord bijna uit zoals Jona uitgespuwd werd door net zo'n beest. Minderwaardig kijkt hij naar het vissenhok, waar enkel wat groen te zien is, door de vele alg.
Wat hij dan zou willen? Een gerbil, of een hamster. Valt me alles mee dat hij het niet heeft over hagedissen of baardagamen.
Geert veegt al z'n zakgeld en vakantiegeld én verjaardagsgeld bij elkaar en zoekt op marktplaats naar een geschikt hok voor een beest. Hij schaft een hamsterkooi aan en daarna ook een... hamster. Goudhamster, ma! Oké, goudhamster.

Wat verdrietig kijk ik naar ons aquarium. Groen, heel groen en maar één vis. Ik vertroetel hem, ik aai hem, ik geef hem veel eten, ik geef hem geen eten, ik maak z'n water súperschoon en lekker warm. Ik houd het water vies en koud, maar niets helpt. Dood gaat-ie echt niet. Zo jammer. Zo alleen, dat visje...

Dan besluit ik over te stappen naar de allerlaatste noodsprong. Ik verzamel alle moed en vraag in de dierenspeciaalzaak om een vis. Zeker weten dat ik dat liever bij de vishandel uit Scheveningen doe, trouwens...
Even later loop ik met een nat zakje groen en een nog natter zakje vis de winkel uit.
Eenmaal thuis zet ik het nog nattere zakje vis in het aquarium, haal het groen uit het zakje voor extra kleur...

Manlief lacht zich slap: een vis... Weet je niet meer dat deze vis die ander doodgebeten heeft? Huh? Nee, dat weet ik niet meer. Ik heb niets met dieren en bemoei me er doorgaans niet mee. Dus dat krijg je er van.

Als Geert een klein uurtje later thuis komt vraagt hij zich af wat die dode vis daar in dat zakje doet.
-Wat nou dood, heb ik net gekocht! zeg ik smalend. Hoe komt-ie daar nou bij...
Geert kijkt minstens zo spottend terug.
- Moet je wel het zakje open maken, moeder...

Om te bewijzen dat mijn domme gedrag echt niet de bedoeling was, de vis was toevallig wel bijna drie euro's! trek ik het elastiekje van de zak af en blaas... De vis kronkelt. En nog eens. En weer. En aangemoedigd door mijn gejuich, zwemt hij geheel zelfstandig het zakje uit.

En dan gebeurd het: de ouwe vis ziet zijn maatje, schiet erachter aan en samen zwemmen ze als een gek door hun huisje. En nee, zeker niet gezellig... Of die nieuwe dat overleven gaat? Dát durf ik niet met zekerheid te zeggen. Maar gaat-ie dood, dan gaan ze samen het riool in.  Moet-ie maar niet zo vals doen, toch?


Pagina's