dinsdag 27 augustus 2019

Afscheid nemen

- Kom, je moet even kijken hoe netjes het op zolder is. Stralend kijkt mijn moeder me aan.
Zondagochtend. Ik wordt vanuit de heerlijk warme zon meegenomen naar de koele woonkamer en weer wat later naar de hete zolder. Wat een orde.
-Best slim zo af en toe hè, verhuizen. Ik knipoog. Mijn ma heeft er echt zin in. Liever gisteren dan vandaag zeg maar. En in de afgelopen week kregen we een enthousiast appje. ´Wil je wat, dan kom je uitzoeken.´ Ik bleef weg. Dat was geen desinteresse. Maar appje gelezen en geparkeerd, ergens ver in mijn achterhoofd. Pas zondagochtend, toen ze me vroeg mee te lopen, dacht ik: o ja!
Er was niets meer uit te zoeken. Ik ben ook niet van al die spullen die ik hebben moet of wil. Ik heb genoeg aan mijn eigen zooi. Maar soms, je weet nooit hè. Dingen en spulletjes waarbij direct prachtherinneringen naar boven komen laat ik niet staan. Sterker nog: die heb ik allang meegenomen.  Dat ene snoeptrommeltje bijvoorbeeld. Felgeel Tupperware, niet eens mooi. Maar elke dag na schooltijd mochten we er twee dropjes uit. Om te smullen. Want dat was het dan hè. Twee dropjes en wat drinken. Punt. De rest kwam bij het avondeten. Aardappelen, groenten en een klein stukje vlees.

Deze zondag zie ik een schilderijtje in het trapgat hangen. Hiervan moet ik het weten:
-Verhuizen jullie die mee? En de foto van uw grootouders?
De foto van mijn overgrootouders gaat mee, maar mijn naam komt achterop. De andere doe ik voorzichtig in mijn fietstas. Een ingelijst kaartje met de trouwtekst van mijn opa en oma daar op. Hangt al vanaf 1939 in de bloedlijn van de familie.

 "Verblijdt u in de hoop, zijt geduldig in de verdrukking, volhardt in het gebed."

Paste exact bij mijn oma. En wil ik nu graag in ons huis.
Samen met nog wat heel oude Jaap en Gerdientjes geef ik het een mooi plaatsje in onze woning.

Maandagavond. Met elkaar zitten we rond de tafel. Mijn schoonfamilie. Samen luisteren we naar mijn schoonmoeder. Vorige week is bij haar galwegkanker geconstateerd met veel uitzaaiingen in de lever. Conclusie: uitbehandeld. Nog voor behandeling plaatsvond. 
Mijn schoonmoeder is dapper en moedig en denkt erg ver vooruit. Ze wil nu graag alles verdelen en al heel veel opruimen, zodat wij dat niet hoeven te doen. Best een beetje lastig. Soms denk ik, er zijn belangrijkere dingen. Maar dit is voor haar belangrijk en daarom gaan we er in mee. Ik zie het als uiting van liefde voor ons. Wat gedaan is hoeven jullie niet meer te doen. 
In een totaal andere sfeer als zondag zitten we rond ma. We overleggen, verdelen wat belangrijkere dingen en taken en luisteren vooral. Er is geen enthousiasme over wat we meekrijgen, geen blijdschap omdat er opgeruimd wordt, er is pijn, verdriet en onzekerheid over wat komen gaat.

Zo is het leven hè. Onzeker, vaak vol pijn. Omgaan met gemis en afscheid nemen is volgens mij niemands sterke kant, tenzij er iets heel fijns voor in de plaats komt. Zoals bij mijn ouders. Kleiner wonen, minder tuin, minder zooi, ze kijken er naar uit. En het is ze gegund. Maar ook bij hen merk ik dat afscheid nemen van bepaalde dingetjes pijn doet. Je laat ten diepste de herinnering aan een herinnering los. Iets wat was en nooit meer terugkomt. Maar afscheid nemen van iemand die een levenlang met je is meegegaan is zwaar. Sterven hoort bij het leven, zeggen ze, maar zo was het niet bedoelt. Afscheid nemen is een beetje sterven. Zeggen ze ook en daar voel ik in mee. 

Wat ons het komende half jaar te wachten staat? Feit is dat afscheid nemen centraal staat. Van mijn ouderlijk geboortehuis, van iemand die me dicht bij staat. Zwaar genoeg lijkt me. Daarom neem ik vrijwillig afscheid van dingen die me nu even te veel zijn. Sport, vrijwilligerswerk enzo. Nu alleen even wat er toe doet. De rest komt wel weer. Of niet. De tijd gaat het leren.
Eén ding staat boven alles. Eén Iemand bedoel ik. Verandert niet, blijft altijd en heeft alles in Zijn hand. Mijn schoonmoeder, mijn ouders en mij. 

Ik kijk nog eens naar de trouwtekst van mijn opa en oma. En ik weet: Focus je op Hem die hoop, geduld en volharding geeft. En doe wat je hart vindt om te doen. In Zijn Geest leef ik voor Hem en voor de ander. Dat geeft houvast. Nu en bij het naderende afscheid. 

zaterdag 17 augustus 2019

Hoe overleef ik...

Echt waar, ik hou ontzettend veel van mijn werk. Het is zo heerlijk om daar te zijn en alles op alles te zetten voor de klant. De klant is Koning, dat. Maar dan moeten ze wel komen...
Zomervakantie. Zaterdag. Regen. Nog meer ideeën? Waarom is het zo rustig?
Gelukkig heb ik genoeg te doen. Ik maak wat leuke banners voor op onze site en ga verder om ons eigen magazine in elkaar te zetten.

Verheugd kijk ik op: een webshoporder. Toch een klant, al is hij niet zichtbaar.
En yes, het boek hebben we ook nog op voorraad. Geweldig. Direct klaar maken, klant laten weten dat zijn bestelling is afgerond, want wie weet komt er vandaag dan toch iemand :)

Mijn collega haalt het boekje, pakt er een leuk kaartje bij en schrijft wat de klant aangeeft:
'Voor mijn liefste. Hopelijk heb je hier wat aan. Van je drie mannen.'
Genoeg om de slappe lach te krijgen. Niet zozeer om het kaartje zelf als wel om wie ons zo deze opdracht geeft. Ik bedoel, best wel privé toch? En dan de titel van het boek: Hoe overleef ik mezelf?, geschreven door Jorg Berger. Een duidelijke knipoog of steek onder water?

Inpakken? Ja, doe dat maar. Doe maar hartjespapier, gezien de tekst op het kaartje.
Als alles klaar is laat ik de webshop de automatisch gegenereerde mail verzenden: 'Geachte klant, uw bestelling staat klaar.' Niet zo persoonlijk, wel zo makkelijk.

Later op de middag, als ik een klant help (ja, je leest het goed, er kwamen toch nog klanten!) komt de man van de webshoporder. Mijn collega en ik schieten direct allebei weer in de lach. Waarop mijn klant me vragend aankijkt. Ik fluister haar wat het geval is, ze grijnst breed en knipoogt naar de klant. Die inmiddels koffie heeft gepakt en lekker is gaan zitten, het hartjespapier naast hem op onze koffietafel.

Ik maak even een praatje met hem, als er weer niets te doen is. En als de koffie op is, groet hij me.
-Dag schat, groet ik terug. Mijn man grijnst van oor tot oor.
Nu maar afwachten hoe dat gaat, jezelf overleven...

maandag 5 augustus 2019

Het mentorschap regelen bij de Rechtbank

Mijn laatste vakantiedag is aangebroken. Speciaal voor deze dag staat er een uitje gepland met manlief, Rob, Willeke en Jorike. Vandaag gaan we naar stad Utrecht. Vrouwe Justitiaplein. Nummer 1. De Rechtspraak....

Alle spanning die bij Rob aanwezig was, heb ik weg kunnen praten. Maar dat houdt niet in dat ik zelf zonder spanning bent. Je weet immers nooit hè. Hoewel het maar een formaliteit is, kan het mijns inziens alle kanten op.

Weken geleden was ik er plotseling heel intensief mee bezig. We moesten wat dingen aanvragen omdat Rob in september 18 jaar wordt. Een bepaalde mate van volwassenheid wordt dan van je verwacht, wat Rob niet altijd gaat redden. Met Karakter Ede hebben we besproken wat we moeten doen. Mentorschap of Bewindvoering lijkt hun het juiste. Wij gaan voor het mentorschap: meebeslissen en beslissen voor Rob is soms gewoon het enige juiste. En toen ik wat informatie daarover op zocht, las ik dat het voor drie maanden voor de 18e verjaardag bij de rechtbank moest liggen. Oké, snel rekende ik. Ik was al minstens 1 dag te laat. Dus, alle hens aan dek, snel alles voor elkaar gemaakt. De volwassenen zussen er bij voor een officiële handtekening, alle bijlages verzameld en na een pittig dagje kan de enveloppe op de post.

Al snel kwam de uitnodiging. Vijf augustus. Rob's allereerste echte, betaalde (!) werkdag. Niet handig, maar het is nu eenmaal zo. En dus hebben we een uitje. Zussen hoefde niet per sé mee, maar het werd wel op prijs gesteld. En ze vonden het wel interessant ook!

We melden ons en worden doorverwezen naar de 'poortjes'. Alles inleveren graag. Oeps, dat had ik niet verwacht. Ik lever mijn tas in, dat is dan ook direct alles en mag doorlopen.
Pieppieppiep... De man met detector wijst me nors naar een plek waar ik moet gaan staan en ik word helemaal doorgemeten. Goeie dag zeg! Mijn riem piepte. Die ik normaal nooit om heb...
Het gepiep klinkt ook bij Rob, die direct helemaal in de stress raakt. Hij had dan ook niets ingeleverd. Sleutel, mobiel en meer, alles piepte. Gelukkig was het aantoonbaar en werd hij al snel pieploos bevonden. Mocht zijn spullen houden en mopperde nog wat na over 'het lijkt hier wel de kerk', waardoor mijn hersenpan flink begon kraken. Piepen of kraken, 't is allebei niet fijn ;)

Door naar de volgende balie. Een vriendelijke man, hij weet gewoon dat we hem niets meer kunnen doen!, meld ons bij de rechter. En al binnen twee minuten zijn we aan de beurt. In schoolse bankjes nemen we plaats, recht tegenover de rechter en de griffier.

Ze hebben het voorbereidende werk goed gedaan. Alle bijlages zijn goed doorgelezen en de aanvraag is kritisch gelezen. Ze had er zo haar twijfels bij of dit is wat we willen. Ik schrik me een hoedje. Nee hè! Mijn gedachten gaan per direct terug naar dat andere moment, een rechtszitting bij het toenmalige BJZ waar we moesten onderbouwen waarom Rob zorg nodig heeft. Niet weer alsjeblieft, kan het nu nooit eens makkelijk gaan! Zo lastig als anderen beslissen over wat je kind nodig heeft.

De rechter legt uit waarom een mentorschap niet nodig lijkt. Als ouders mag je gewoon altijd mee naar het ziekenhuis, de huisarts, de tandarts en bij mentorschap blijft ook staan dat als zoonlief niet wil, wij niets kunnen bereiken. Daarbij komt dat de verslagen die eens in de zoveel tijd van ons verwacht worden, veel tijd innemen, die we, volgens haar, beter kunnen besteden. Tegelijkertijd vraagt ze zich af waarom wij niet voor bewindvoering gaan. Dat is makkelijk uit te leggen, Rob is een kei in geldbesteding, manlief heeft hem dat fantastisch goed geleerd.

Op advies van de rechter laten we ons verzoek vervallen, krijgen we zwart op wit één en ander toegestuurd waarmee we kunnen bewijzen dat we deze beslissing onder gezaghebbende rechter en griffier hebben genomen voor het geval er toch een probleem bij instanties ontstaat en krijgen we de belofte dat als er iets gewijzigd moet worden, dat via een briefje of telefoontje zo geregeld is.

Gaandeweg het gesprek is de rechter van rechter naar medemens veranderd en ze heeft lol om Rob, die aangeeft dat hij best zelf voor zijn geld kan zorgen, maar absoluut getraumatiseerd is door de tandarts.

Opgelucht en blij besluiten we ons uitje door Rob af te zetten bij zijn werk. Trots op jou zoon! Je deed het geweldig. Neutraal, open en eerlijk en vooral: je was jezelf. Zoals altijd. En nu geld verdienen. En beheren. Dat komt vast goed!


Pagina's