donderdag 13 december 2018

Door dik en dun

Of het net zo relaxed ging als ik me voorstel? In elk geval deden we het vaak: met het hele gezin naar het bos. Het Leersumse veld was erg leuk, want daar werkte mijn pa en dus kende hij de weg op zijn duimpje. Ik herinner me nog de keren dat we met z'n allen, in regenpakjes en regenlaarsjes liepen te stampen door de modder. Enthousiast. Vuil en kletsnat. Ze deden het, mijn ouders!
Ondertussen leerden we heel veel. Pa legde uit wat het verschil was tussen de Nederlandse en de Amerikaanse Eik, hoe je de Berk kon herkennen en wat de beuk voor vruchtjes had. Hij wees ons de paddenstoelen en liet ons genieten van de geluiden. Herkende de Specht, de Merel en de Kraai. Leerde ons dat je niet in mierenhopen moest stampen en liet ons zien waar de nestjes van de vogeltjes zaten.

Nog even terug naar de bomen. Een afgezaagde boom was voor pa reden genoeg tot onderwijs.
Spelenderwijs, dat wel. We deden alles spelenderwijs en luisteren was niet verplicht. Wie weet weten mijn broers en zussen hier dus niets meer van! Maar ik weet dat het mij enorm interesseerde. Die boomstammen hè, die hebben ringen. Iedere geslaagde voor de basisschool weet dat. Pa legde me uit wat die groeiringen betekenden: jaren. Hoe meer ringen, hoe ouder de boom. Samen stonden we rond die stammen, luisterend naar en pratend over wat we zagen.

Dat beeld kwam heel sterk naar boven toen ik in een boek daarover las. Een simpele roman, lekker ontspannen maar toch boeiend genoeg, wees mij op een mooie symboliek:

"Ik heb iets voor je'. In zijn hand hield hij een kleine houten schijf, die hij haar voorhield. Het was de doorsnede van een boomstam, geschuurd en gebeitst, zodat de natuurlijke kleuren van de ringen erdoorheen kwamen.
"Als je ooit bereid bent met me te trouwen, Joy, weet dan dat ik mijn best zal doen om tijdens de smalle ringen van je te houden, net als tijdens de brede ringen. Door dik en dun." Waarop Joy antwoord: "Net als een boom, zullen we moeilijke jaren en overvloedige jaren tegemoet gaan. En daar kunnen we doorheen komen als we aan elkaar toegewijd zijn."

Mooi hè! Trouw zoals een boom staande blijft in weer en wind, door dik en dun.
Bij dat gezegde dacht ik nooit aan de ringen van een boomstam. Maar ik vind het een prachtig beeld.
Bijzonder eigenlijk dat God in de schepping, in bomen die wij soms niet eens goed op hun waarde schatten, zulke symboliek heeft gebracht, waar wij als mensen weer wat van kunnen opsteken! De wind waait.


Citaat uit: Van naald tot draad, serie Eigen taart is goud waard deel 3, Tricia Goyer & Sherry Gore, pag. 338

donderdag 6 december 2018

Party!!

Sinterklaas is een heel dingetje. Niet alleen vanwege zijn roetzwarte Piet. Niet alleen in heel Nederland. Niet alleen in ons gezin. Sinterklaas is verrassend, onoverzichtelijk, spannend, ontoerekeningsvatbaar en stressvol.
Zeker weten dat veel ouders weer opgelucht adem halen nu het 6 december is. Want bovenstaande woorden gelden niet alleen ons gezin, maar heel veel kinderen, vooral als autisme ook een rol speelt. Of DE rol. Of overheersend is. Die tijd hebben wij ook gehad.
Gehad. Dat klinkt goed, niet dan? Dus onthoud, als je er nu midden in zit: het wordt beter!

Woensdagavond zaten we er helemaal klaar voor. Het duurde even, maar dan heb je ook wat. Voor het eerst hadden we lootjes getrokken. Dat geeft rust voor mama. Dan hoef je maar voor één gezinslid stad en land af te reizen voor het meest pakkende cadeau.

Rob had mij. En wát had hij zijn best gedaan! Ik had een megamooie suprise in de vorm van een gun. Dat is, voor de ouderen onder ons, een geweer wat gebruikt wordt tijdens gamen.
Daar moest ik natuurlijk even mee op de foto. Rob kreeg een groot applaus. leverde zijn cadeau persoonlijk af bij mij en genoot van het feit dat ik het kapot moest maken, wilde ik wat cadeautjes hebben.

Op mijn lootje stond het volgende: *een boek van ds H van der Belt: Goudkoorts, *notitieboekje met ringband en mooie tekst, *sokken of *bedenk zelf wat leuks.
En dát deed Rob.

Het eerste wat ik uitpakte was een notitieboekje. Ik zou het als prekenboekje gaan gebruiken. Wat een hilariteit! Waar Rob haast een Eenhoorn won tijdens de bingo in Cochem afgelopen zomer, vond hij dit zeer toepasselijk: mooie tekst en toch een Eenhoorn. I believe Unicorns, staat er op. Dusss... hier komen de beste preken ooit in, geloof ik! ;)

Het tweede was een ander notitieboekje, met een soort van spiegel op de voorkant. Zodat ik weet dat mijn haar goed zit. Ook tijdens de kerkdienst! :)

De gun zat verder vol met feestdingetjes. Parapluutjes voor op ijsjes en taart, een tafelkleed (Rob dacht dat het vlaggetjes waren) wat we lekker gaan gebruiken met Kerst. Slingers en fluitjes. Van die dingen die afrollen als je er op blaast, weet je wel.

Je begrijpt, ik was blij verrast. De prachtige cadeautjes bewaar ik tot geschikte momenten en het beeld van een Rob die dansend en springend zichzelf in stond te houden  om mij  te helpen met uitpakken, blijft me altijd bij. Zijn stralende hoofd evengoed. En dan te beseffen dat hij alles zelfstandig heeft ingekocht, ingepakt en heeft gemaakt, dát is zo bijzonder. Dank je wel Rob, voor alle cadeautjes, te tijd en voor wie je bent! Proud of you!








donderdag 11 oktober 2018

Gewoon bijzonder

Poe hé, wat ben ik lui. Deze maandagavond wordt een moment van bankzitten :)
Nadat ik lekker heb gewerkt vanmiddag en na het avondeten nog even had geriedeld op mijn gitaar, loop ik moe maar voldaan naar beneden. Onderaan de trap houd ik even stil. Wie hoor ik daar? Ah nee hè! Zucht. En nog eens zucht....

Wilde ik toch echt even mijn ogen dicht doen en lekker lui in de kamer zijn? En dan hebben we bezoek!
Langzaam gaat mijn hand naar de deurknop, het handvat zakt omlaag. En kraakt. Nu is er geen ontkomen meer aan.
-Hoi vriend, hoe gaatie? Vriend zit breeduit aan de grote tafel met manlief als luisterend oor. Een kop koffie er bij en ik weet: die is voorlopig nog niet weg.
Toch kan ik wel op de bank. Even liggen hoor, jammer dan voor hen.

Het geklets volg ik mee. Opmerkingen als: je vrouw is erg moe hè en dat nog drie keer weer, doen me glimlachen.
-Ja vriend ik ben moe maar ik doe even mijn ogen dicht. Dan is zo alles weer tiptop in orde.
Vriend begrijpt het nu en vraagt niet meer waarom ik zomaar midden op de avond op de bank lig. Manlief kletst door en door en door en uiteindelijk ga ik er bij zitten.
Om hem even te helpen. Want alle vragen worden drie keer gesteld en een gesprek met vriend is daardoor behoorlijk vermoeiend.
Vriend heeft autisme, maar hij zegt van niet. Hij denkt dat alles prima in orde is en redt zich ook nog eens. Zij het dan dat er bepaalde dingen in zijn leven zijn, die niemand anders zo zou willen doen. Zij het dan dat hij regelmatig ruzie heeft op het werk en daarom verhaal komt halen bij ons. Zij het dan dat hij mensen niet snapt, de wereld om hem heen niet snapt en zichzelf ook niet.
Zo herkenbaar!

-Zeg vriend, het is tien voor negen. Ik wil zo naar bed. Zullen we afspreken dat je negen uur naar huis gaat?
Vanaf dat moment kijkt vriend om de minuut op de klok. En ik plaag: je mag best wat eerder gaan hoor, als je dat wilt :)
Het is vijf voor negen als vriend aan mijn man vraagt:
-Wil jij nog een stukje Bijbellezen? Dat vind ik altijd fijn en jij was toch ouderling.
Manlief kijkt me aan en ja, dan, wat aarzelend, leest hij een psalm. Vijfentwintig. Om na het eerste vers onderbroken te worden.
-Die heb ik vanmorgen gelezen, doe nu maar een ander. Oké. Psalm 27 dan. Wacht op de Heere!
En met dat Woord loopt vriend de deur uit. De klok slaat negen keer.

Zo werd het met deze bijzondere vriend een bijzonder moment. Zij het dan dat dit voor hem normaal is...


zaterdag 22 september 2018

Au! 't is me wat...

- En jij dan hè, wat heb jij dan gedaan? Al 17 jaar woon ik bij je en nog nooit heb je een flikker voor me gedaan! En dan die kutgemeente die alle straten tegelijk verbouwd. En waarom moet ik zo lang wachten op die tyfusarts? Nog effe en ik ga naar huis!!!!

We zitten in de wachtkamer. Ja echt waar. Van de huisarts. En ik heb zo'n medelijden met de mensen om me heen. Die zitten hier ook niet voor hun lol en dan krijgen ze zo'n klaagzang te horen van een grote, maar toch heel kleine,  jonge man die nogal gefrustreerd is. Rob. Mijn Rob. O help!
De bak koffie in zijn hand trilt en de woede staat in zijn ogen. De andere twee bakken koffie haal ik uit zijn andere hand en zet ze voor me op de tafel. Hij raast maar door en wat ik ook probeer, afleiden helpt nu even echt helemaal niet. Het worden de tien langste minuten van de dag...

Het begon al op de fiets. In het kader van goed zijn voor het milieu en werken aan conditie lieten we de auto staan. De zon scheen uitbundig, dus wat wilden we nog meer!
Nou, geplaveide straten misschien? Een arts die Rob roept voor het tijd is? Een goed humeur?

Die bovenste zin hè, 'Al 17 jaar woon ik bij je en nog nooit heb je een flikker voor me gedaan!' die deed me zo'n pijn. Al sinds de zwangerschap ben ik er voor Rob en altijd, altijd sta ik voor hem klaar. Ik was misselijk, beroerd en moe, maar al wel blij met hem vóór we hem zagen. Ik vocht voor juiste hulp en gaf hem daarnaast alles wat hij nodig had om in leven te blijven. Beginnend bij borstvoeding en een warm bedje, droge luiers en schone kleren, een goed huis, aandacht en liefde. Heel erg veel liefde. Dat vooral. Ik bid voor hem en heb hem geleerd over God, waar hij helaas tot nu toe niets mee kan. Te abstract. Maar ik blijf bidden. En tot ik niet meer kan, blijf ik voor hem zorgen in alles wat hij nodig heeft. Zo, dat even tussendoor. Voor later...

Dan is daar de arts. De koffie is vergeten, de boosheid is er nog wel. De arts krijgt behoorlijk wat voor zijn voeten gegooid, maar hij gaat er goed mee om. Het medeleven in zijn ogen breekt me en ik kan de tranen niet meer tegen houden. De aandacht gaat naar mij en later weer naar Rob. Als de arts zijn ontstoken teen heeft bekeken en de oplossing heeft verteld (antibiotica), draait Rob zijn stoel dicht naast de mijne, legt zijn hand op mijn rug en zegt:
-Stil maar, ik zal wel even je rug aaien hoor, daar wordt je wel weer rustig van.

Ach, eigenlijk is het best een schat. Mijn Rob.
Mocht jij op dat moment in de wachtkamer hebben gezeten, weet dan dit: soms is het leven met Rob één groot feest. Jammer dat jij dat niet mee kreeg.

Excuses voor de lelijke woorden. Niet mijn idee, maar wel een deel van mijn leven soms... 

donderdag 20 september 2018

Leven in vrijheid

'Yes! Nu gaat het gebeuren. Enthousiast juich ik met de menigte mee. Kom, erachter aan!
Allemaal zijn we razend enthousiast. Zie je wel, het wordt wel wat!'

Ja, ik had ook zo gereageerd. Toen U vroeg of ze een ezel wilden halen. Toen U er op ging zitten en als een soort van Koning de stad binnen reed. Ik had ook zo gereageerd toen U daarna alle geldwisselaars in de tempel een stevig lesje leerde en hun kraampjes om ver gooiden.

Nu gaat het echt gebeuren. Nu krijgen we een Koning als nooit tevoren. Eindelijk zullen we van de Romeinen worden bevrijd en zal ons leven vrij zijn! Dát is waar we naar verlangen. Vrijheid ...

Maar het ging anders. U ging de tuin in en bleef daar tot de nacht gekomen was. In die duisternis bad U tot God maar liet U Zich tegelijk ook gevangen nemen.

Had Petrus niet gelijk toen hij het zwaard pakte? Was U niet Degene die zei dat we op pad moesten gaan met een zwaard. Nog geen 24 uur geleden had U dat ons gezegd immers? En dan gebeurt er wat, dan pakt Petrus om U te verdedigen het zwaard en dan zegt U dat hij het zwaard weg moet doen? Ja zelfs plakt U het oor weer vast van die jongeman, terwijl Petrus juist zo goed bezig was. Ik snap er niets meer van.

Ik ben zó teleurgesteld. Zó ontzettend verdrietig ook. Alsof een jarenlange droom als een zeepbel uiteen gespat is en compleet weg is gevaagd. Tot niets is opgelost.

De volgende dag sta ik er bij. Ik ben boos, teleurgesteld, moe en verdrietig. En met alle mensen roep ik: weg met Hem. Wat maakt het nog uit? Als Hij toch geen Koning voor ons wil zijn?

Nee, het waren de Joden niet, Heere Jezus, die U kruisigden. Ik was het...

Later die dag hoor ik Uw stem. "Vergeef het hun!' En: 'Heden zul je met Mij in het paradijs zijn'. En: 'Vader, in Uw handen beveel ik Mijn geest. Alleen daar ben Ik veilig'.

En ik weet het opeens. Hij is het toch! Mijn Koning, mijn Verlosser. Mijn Alles.
Vanaf het kruis kijkt Hij me liefdevol aan.
'Ik deed dit voor jou mijn kind. Zodat jij altijd veilig zult zijn bij Mij. In Mijn paradijs'.
Ik val op mijn knieën daar aan de voet van het kruis. En aanbid Hem. Mijn Jezus. Dit is echte vrijheid!

woensdag 12 september 2018

The Choice, de Keuze

-Kijk eens, deze moet je eens lezen.
Voor ik het weet krijg ik een boek in handen geduwd en niet veel later zit ik in Auschwitz. In de wereld van Edith Eva Eger. Inmiddels dokter in de psychologie, winnaar van de Nobelprijs voor vrede en ruim negentig jaar oud.
Haar indrukwekkende, angstaanjagende en moedige levensverhaal heeft ze nog niet zo heel lang geleden opgetekend. Geboren in Hongarije, Jood, geleden in Auschwitz onder het Duitse regime, nu wonend in Amerika, levend als bekend en bemind oorlogsslachtoffer, als één van de weinige overlevende van de verschrikkelijke tragedies van 1940-1945 in het genoemde kamp en zelfs in kamp Grunkirchen.

De keuze, Leven in vrijheid. Bizar en bijzonder. Eger stelt ons de keuze: leef je als slachtoffer, of kom je als winnaar uit de strijd? Vergeef je? Of leef je vanuit je wraak, wat je kapot maakt? Waardoor je in het verleden blijft hangen en dát aandacht geeft?
Enkele citaten die mij raakten:
- De tijden veranderen en wij veranderen met ze mee. We bevinden ons altijd in het proces van worden (pag. 249)
- Leven om het verleden te wreken; leven om het heden te verrijken; ga je in de gevangenis van het verleden blijven of laat je het verleden een springplank zijn die je in het leven nu helpt te bereiken dat wat je nu wilt? (pag. 210)
- Ik ben verantwoordelijk voor eigen gedrag en keuze. Alleen ik kan doen wat ik doe op de manier waarop ik het doe (pag. 208)
-Als je iets te bewijzen hebt, ben je niet vrij (pag. 219)
- Vergeven is rouwen om wat er is gebeurd, om wat niet is gebeurd en de hoop op een ander verleden op te geven. Vergeven is het leven accepteren zoals het was en is (pag. 251)

Eger heeft geleerd door haar trauma's heen dat je kunt kiezen voor het goede en voor vrijheid in plaats van slachtoffer te blijven van wat een ander je heeft aangedaan. Om zo je leven beter te maken voor en door jezelf en voor anderen.

Net voor ik dit boek las, las ik 'Bevrijd van jezelf' van Tim Keller. Grappig dat het doel hiervan hetzelfde is, nl vrijheid. Hij heeft alleen een totaal Ander principe en Ander uitgangspunt. Eén die me wat meer ontspannen lijkt. Hij zegt dat als je vanuit je ego denkt en kiest, je steeds weer op zoek bent naar wat nieuws, wat anders. Om je leegte van binnen te vullen, je pijn te verwerken en jezelf goed neer te zetten in de hoop op een leven in vrijheid. Waar je eigen ego leeg, pijnlijk, druk en breekbaar is, kun je ervoor kiezen om te leven vanuit Jezus en Zijn Overwinning. Oordelen en veroordelen over anderen laat je dan los. Oordelen en veroordelen over jezelf is niet meer van toepassing. Alleen de vraag 'wat vindt God hiervan en hoe kijkt Hij naar mij' is nog belangrijk. Vanuit Zijn liefde leven, voor jezelf en voor de ander, kan alleen als je weet dat Jezus je Verlosser en Overwinnaar is. Dan ben je in Gods ogen rein en heilig, volmaakt en rechtvaardig, geliefd en aanvaard en mag je ontspannen leven in vrijheid.

Twee totaal verschillende boeken. Twee totaal andere uitkomsten. Indrukwekkend om te lezen en heel leerzaam. Maar dan de tweede niet zonder de eerster, wil je er een goede, lees christelijke, balans in vinden, lijkt mij.

Wist je trouwens dat Jezus ook koos. Hij koos nooit voor Zichzelf, maar altijd voor de ander. Voor jou, voor mij. Dat was de beste keus ooit!




maandag 3 september 2018

De gevolgen van vreemd gaan

-Weet je wie ik pas tegenkwam als vrijwilliger in onze kerk?  Geertje.
- O ja, dat is leuk hè. Ik heb haar pas nog gesproken. Zo'n leuke vrouw geworden. Ze is echt opgeknapt.
Stomverbaasd kijk ik mijn vriendin aan. Oké.... hier moet ik even over na denken.
Maar nog voor ik dat kan doen haakt een andere vriendin er ook op in.
-Ik zag haar pas ook en ik heb haar uitgenodigd voor de koffie. Zóo gezellig, kirt ze.

Ik ben stomverbaasd en ook een beetje verbijsterd en boos. Tuurlijk, ieder mens mag er zijn en heeft behoefte aan leuke contacten en goede vriendinnen. Toch vind ik het ook raar.

Geertje is er een jaar of drie geleden vandoor gegaan met een ander. Haar man gechoqueerd achterlatend. Twee gezinnen kapot en, zo lijkt het nu, zij leven nog lang en gelukkig.
-Ik, zo zei ze, kies nu eens voor mezelf.
Nu de grootste schok voorbij is en zij weer terugkomen in de stad, zijn ze weer van harte welkom in kerkelijke gemeente. Prima. Hoewel? Ik vind het lastig. Want op diezelfde plek zijn ook twee diepgewonde mensen, de ex-en van dit stel. Die lopen in en uit op de plek waar zij nu vrijwilliger is. En ik vraag me af of er nu niet keihard over de gevoelens van anderen gelopen wordt. Platgetreden, dat waren ze al. Nu krijgen ze nog een schop na om juist op een plek waar ze graag komen weer geconfronteerd te worden met iemand die hen zoveel pijn heeft aan gedaan. Dienstbaar aanwezig in de kerk.

Moet ik vergeten? Moet ik vergeven? Ja! Ik ben geen haar beter dan hen en ik weet dat ze ook bij Jezus mogen komen. En ik wil haar niet oordelen op wat ze doet, want ik weet haar motieven niet zo heel goed. Al werd ze niet mishandeld of was er geen sprake van psychische stoornis of zo, dus... Is trouwens helemaal niet aan mij! Maar blijft staan dat er veel kapot gemaakt is. Hoewel het haar misschien goed heeft gedaan, is hij diep verwond en verbrijzeld. Nog altijd. En die pijn, die wil ik blijven zien. Daar wil ik niet over heen walsen.

Alles lijkt te wennen. ook dit. Ook voor de kerk kennelijk. We vergeten en nemen de ander met open armen terug. Zonder dat er dingen veranderen en uitgepraat worden is dat misschien toch niet zoals God het heeft bedoeld. Het wordt in elk geval wel makkelijk gemaakt. Je gaat vreemd, je choqueerd iedereen in je wijde omgeving. Je trekt je een paar jaar terug en daarna kom je als zelfverzekerde dame retour. Iedereen is blij je weer te zien en vind je zo'n prachtig mens geworden. Het heeft je echt goed gedaan.

Sorry hoor, goed gedaan?? Kan zoiets goed voor je zijn? Wie houdt wie nu eigenlijk voor de gek??


maandag 20 augustus 2018

Think before you say something! Ofwel: Denk na voor je wat zegt!

-Is dat even boffen voor je man! Hoeft hij niet meer uit eten met je. Scheelt een hoop geld.
Lachend loopt de man weg en verbijsterd kijk ik mijn vriendin aan. Nou ja zeg, die is echt niet wijs.
Tot in haar tenen toe is ze pijnlijk geraakt. Boos. Verward. Verbaasd. Wie zegt dat nou? Kunnen mensen niet gewoon even na denken voor ze iets uitspreken?

Na een bizar ongeluk is mijn vriendin haar smaak en reuk en gedeeltelijk haar gehoor kwijt. En dan geeft iemand die vraagt hoe het met haar gaat, deze opmerking. Hoe stom kun je zijn!

Zelf maakte ik het ook regelmatig mee, vooral in het verleden. Als Rob als kleine jongeman wat deed wat niet tot de maatstaven van het Nederlandse volk hoorde. Dan konden mensen echt van die irritante en pijnlijke opmerkingen geven waarbij je altijd direct wist: ik heb het niet goed gedaan. Ik heb me er tegen gemaskerd, beveiligd, ommuurd zelfs. En ik leerde er mee om gaan en te zeggen dat het mijn eigen schuld is dat hij zo deed. Sarcastisch en cynisch, omdat het niet waar is. Maar ik was ze dan meestal een stap voor.
Als Rob het bijvoorbeeld op een rennen zette en daarbij bijna iemand anders omver loopt. Hoe kon het ook anders? Hij zag die persoon niet, Hij zag alleen maar de ballon die daar net voor hem meezweefde op de wind. En daarbij komt: hij liep toch netjes op de stoep?
Dus voordat de dame van de schrik bekomen was, angstvallig haar tas vasthoudend en verward achterom kijkend alsof een wervelwind langs kwam in plaats van mijn zoon... Dus als dat allemaal in een paar luttele seconden gebeurde, dan zei ik: 'Sorry mevrouw, vergeten op te voeden.' Een verbijsterde blik, een verrassende blik, een matte glimlach. Boel weer gered.

Opmerkingen als die van die een man tegen mijn vriendin zijn super gênant. Naast alles wat je meemaakt maakt iemand het nog erger, nog pijnlijker. Heeft zo iemand wel door wat er diep van binnen in die ander gebeurt?

Ik zou iedereen willen oproepen even goed na te denken voor hij/zij wat zegt. Vooral als iemand zoiets heeft meegemaakt. Terwijl je van buiten niets aan die ander kunt zien, net als bij onze Rob en vele anderen, doet het van binnen vreselijk veel pijn en maakt het meer kapot dan je lief is.

- Misschien moet je de volgende keer op krukken komen een oorwarmers op? adviseer ik mijn vriendin. Dan zien ze tenminste hoe erg het was. En ik geef haar een knuffel. Blij dat je er weer bent!

donderdag 9 augustus 2018

Achtendertig jaar op een ligmat

Ik zie ik zie wat jij niet zie...
Wie weet het verder?
Dominee kijkt vragend de kerkzaal in. Ik zie, Ik zie...
Zo is Jezus! Hij ziet wat niemand ziet. Hij ziet JOU!

De preek gaat over de man in Bethesda. Al 38 jaar ligt hij ziek te zijn zonder uitzicht op genezing want: 'Ik heb geen mens'. En dan is Jezus daar. En vraagt of hij gezond wil worden.
Ik vond dat altijd een beetje een rare vraag. Duh-uh. Tuurlijk wil hij dat, vulde ik dan in.
Maar moet je eens indenken wat dat voor deze man heeft betekent. Na achtendertig jaar weer de maatschappij in. Op zoek naar een woonplek, een baan. Op zoek naar vrienden. Die hem waarschijnlijk niet meer herkennen. Die hem niet trouw hebben bezocht. Nieuwe vrienden maken dus maar. Na achtendertig jaar meedoen met de rest alsof je nooit anders hebt gedaan. Alsof je niet een groot deel van je leven op een matje hebt doorgebracht. Niet heel onwaarschijnlijk dat die man dat niet meer zag zitten en liever zijn matje sleet in de jaren die nog zouden volgen.

Los van het feit dat deze man wél wilde genezen, los van het feit dat Jezus hem zag en hem genas, blijf ik toch verwonderd over de opdracht: neem je ligmat op.
Waarom zou dat nu gemoeten hebben? Dat matje hè, daar moet je niet al te veel over na denken maar hoe zal dat er uit hebben gezien. Na zoveel jaren gediend te hebben als matras, maar misschien ook als eettafel en toilet... Sorry maar.. de man is niet in staat om op tijd naar het genezende water te gaan en zal dus ook niet veel energie gehad hebben voor een uitgebreide douche...

En echt, het is een detail, maar de vraag blijft een beetje in mijn hoofd. Zegt Paulus niet in de Bijbel dat je dat wat achter je ligt los moet laten en je uit moet strekken naar wat voor je is? Dat je al je zonden mag wegdoen als je belijdt dat Jezus je Verlosser is? Ik zou m'n matje lekker achter me gelaten hebben, het is voorbij dus niet meer aan denken!
De man wordt genezen en en Jezus zegt hem: 'Ga heen en zondig niet meer, zodat je niet wat ergers overkomt.' Is dat vieze vuile matje misschien  een herinnering aan wat geweest is en aan wat Jezus voor hem deed? Zodat hij als hij in verleiding komt, niet weer een misstap maakt maar juist wél denkt aan wat er is gebeurd en hoe genezen hij is? En hij klein van zichzelf  en groot van Jezus leert denken?
Of had het te maken met het vervolg? Is het een test? Want er staat: en het was sabbat... Daar zit nog een verhaal aan vast, want op sabbat mocht er van de leiders van het volk niets gedragen worden. Zelfs geen vies aangekoekt half verteerd matje.

Dominee liet het matje liggen.Maar de man pakte het op en deed gehoorzaam wat Jezus hem vroeg. Ik weet niet het waarom van deze kleine opdracht. Ik weet wel dat hij het gewoon deed.
God de Vader zei aan het begin en aan het einde van Jezus' bediening op aarde: 'Dit is Mijn geliefde Zoon in wie ik vreugde vind. Luister naar Hem'. En nog voor de genezen man wist Wie Jezus eigenlijk echt is, de Redder, Dé Verlosser, deed hij het goede. Omdat hem goed gedaan werd. Omdat hij gezien werd. Jezus zag hem. Om Hem gaat het. Laat dat matje maar liggen, dat is van minder belang. Het gaat om Jezus. Hij ziet, Hij ziet wat ik niet zie. Jezus ziet jou. Zeker weten!

Je vindt dit verhaal in de Bijbel, Johannes 5:1-8 of 1-18




dinsdag 31 juli 2018

Stress on the mountains (2)

-Gutentag. Ich ben... euh, overnieuw.
Rob is in zijn element. Samen met ons doet hij boodschappen bij de 'supermarket om de hoek' in Duitsland. We laten de jongens niet samen als we een poos weg zijn (thuis doen we dat ook niet), maar dat is geen straf voor Rob. Hij houdt van winkelen. En glom toen ik hem zei dat hij de supermarket vast in mocht, terwijl wij eerst naar een andere winkel gingen.
Dus eenmaal bij de kassa zei hij tegen ons: ik praat wel. Dus, even overnieuw:
-Gutentag, ich bin Henk. (rust) En ik heb ADHD (???!!!)
Stomverbaasd staar ik hem een kleine seconde aan en barst in lachen uit. De anderen met mij. Hoe hij daar ook staat: manshoog, mansbreed, stralend hoofd, dichtgeknepen oogjes. Het moment van de dag is deze. Samen met de andere klanten lachen we spontaan om zijn grap, hijzelf nog het hardst.

Rob is een compleet andere jongen dan Geert. Doet zijn uiterste best om het mensen naar hun zin te maken, ook wel pleasen genoemd. Kan daarbij zelfs over zichzelf heen walsen. In combinatie met een leven onder één dak met Geert voel je het al: het leven is spannend! Ook thuis. En al helemaal in het vakantiehuisje.

De eerste dagen gingen nog wel redelijk, al kostte het hem moeite om aan het gevraagde van Gerco toe te geven of om nee te zeggen, iets wat wij erg stimuleren. Ook Rob mag zijn eigen keuzes maken.
Maar ik zie hem inkakken. En vanaf donderdag is hij zó moe -we waren maandag gekomen-, dat hij verlangend vraagt of we niet naar huis kunnen. Die nacht slaapt hij haast niet. Zijn eczeem begint weer op te spelen, hij heeft een vol hoofd en  het is, uiteraard, warm. Maar een simpele diagnose is al snel gesteld: beginnend last van heimwee. Via de app vragen we aan de zussen wat foto's van zijn konijn en zijn moestuintje. Dat doet hem zichtbaar goed!


Robs kledingkast op vakantie
Dapper voetbalt hij regelmatig met ons mee en we geven hem complimenten: ook hij gaat goed vooruit! We tellen de nachtjes, de dagen en bespreken hoe en wat de plannen zijn: jij mag lekker schilderen en knutselen, verder doen we gewoon niets of alleen wat je fijn vindt om te doen. Zoiets als 'niets moet, alles mag'. Is trouwens een erg goed boekje, wat ik momenteel niet aan het lezen ben :)
Zo ging Rob zaterdagavond met papa naar de Bingo. En bijna, ja echt bijna, won hij een mega grote knuffel van My Little Pony. Bíjna! Papa blij! (Dat past echt niet meer in de auto.) Rob wat teleurgesteld. Tot hij mij ziet. En de oplossing weet.
-Jij bent My Little Pony. En hij kwijlt verliefd knipperend met zijn smalle oogjes naar zijn eigen Little Pony...

Twee zoons. Zo verschillend. Zo onze kinderen. Zo dankbaar voor wie ze zijn. Maar ook vaak zo'n grote uitdaging en zo vermoeiend!
Voor allebei was het heel erg spannend, zo'n vakantie met vier. De één wil 'de baas' zijn. De ander gaat pleasen. Over één ding waren ze het eens: ze wilden snel weer naar huis. En over nog iets zijn ze het eens: ze willen nooit, maar dan ook nooit meer op vakantie.
-Jullie gaan maar samen! roepen ze gezamenlijk.
Mee eens!




maandag 23 juli 2018

Stress on the mountains (1)

-Euh... ja-ah. Volgens de Tomtom moet je er hierin.
Maar mijn stem klinkt wat aarzelend. Het is wel heel smal hier... En het lijkt loodrecht omhoog te lopen. Brrr... Bedachtzaam zet mijn man de richtingaanwijzer naar rechts. Zoals de Tomtom zegt.

Cochem gaat het worden dit jaar. Een week geleden geboekt voor een leuke prijs terwijl de faciliteiten en activiteiten op het park en de bungalow zelf natuurlijk hetzelfde blijven. Wat willen we nog meer??
Nou... ik zou willen dat ik me er wat beter bij voelde. Ik voel zoveel spanning. Gewoon omdat we gaan met onze twee jongens, die niet heel goed met elkaar kunnen. Geert is Rob duidelijk de baas in heel veel dingen en Rob is te zacht van karakter om daar tegen op te kunnen. Wat hem veel onrust geeft en verstopte boosheid. En dan vooral niet vergeten dat Geert meestal zo'n dag of vier nodig heeft om te wennen en de boel wat meer over te laten aan hoe het komt in plaats van aan zijn eigen controle. Dus ja, ik heb reuze veel zin in deze week, maar de combi maakt me gestrest.

Langzaam stuurt manlief onze auto het steegje in. Om even later een beklimming te beginnen waar je 'U' tegen zegt. Sorry hoor Tomtom, dit lijkt een beetje Domdom! De stijging is zo'n spannend gebeuren voor ons simpele en onervaren Nederlanders en de haarspeldbochten zijn werkelijk haarspeldachtig. Eenmaal boven (en bij het vakantieoord!) staat het zweet me in de handen en geef ik manlief een groot compliment. Respect! Pff!!!

En ik bedenk me dat mijn moeder het al zei:
-Oh, Cochem, ja, als je dan op de Moezel gaat varen zie je boven op de berg dat park liggen. Leuk!!! Leuk??
En ik zag het voor me: een piramide-achtige berg met bovenop een huisje. Wat haast omvalt als je te snel omdraait in je bed... Wat schudt op het fundament als je de bal er niet tegen aan rolt, maar er tegen aan schopt...
Niets van dat alles is waar. De top is niet zo puntig als een piramide. Het huisje staat er niet alleen en als je de rit er naar toe even vergeet, vergeet je tegelijk ook dat je op een berg zit. Wat ik overigens jammer vind. Ik zie graag bergen in plaats van dat ik er op zit :)

Inmiddels zijn we weer thuis. Hebben we de afdaling een aantal keer gedaan en zijn we ook weer een paar keer terug gegaan. Alles went.
Behalve dan de vakantie zelf. Het was bikkelen. Geert was door de dolle heen. En dan bedoel ik dat niet heel positief. Geert wilde samen op vakantie, omdat we dan 'eindelijk weer eens wat samen zouden gaan doen'. Zijn 'samen dingen doen' was vooral voetbal, voetbal en voetbal. Nee! Niet alleen met mama. Ook met papa en Rob! Vaak gaven we toe om de lieve vrede. Maar dat boottochtje op de Moezel liet ik al snel los. Een dagje Cochem was binnen twee uur klaar en samen een wandeling of een spelletje konden we op onze buik schrijven. Samen zwemmen? Nee, Geert houdt niet van nat worden. Samen wandelen? Duh-uh... dat doe je toch niet?

De televisie heeft ons gered. Die hebben we thuis niet, maar samen kijken was echt leuk. De wifi
redde ons ook. Soms. Als tie het deed. Want die hebben we thuis beter. En de bal. De voetbal. Echt, ik kan bijna in het dameselftal, zo goed ben ik geworden. Al was het compliment van mijn mannen duidelijk wat minder groot, ik vind dat het zo is.
Vooral gebed heeft ons gered. Wat heb ik gebeden! Bijna dag en nacht. Elke keer weer als er een klapper was, dagelijks een keer of vijf, zes bad ik om Gods Geest van vrede, liefde en geduld. En vertelde ik satan dat we niet van hem zijn maar van Jezus en dat hij dus lekker mocht opduvelen. (Ik las het boekje' Vurig' over gebed en dat kwam precies op het goede moment). En elke keer weer kreeg ik rust en tact om de ruzie te beslechten, de jongens rustig te maken of gewoon om simpel weg te voetballen. Prijs God voor zoveel genade voor ons gezin!

De enige actie van het park zelf was, inderdaad, een voetbalwedstrijd, waar Geert hoopvol naar uit keek. De rest van wat op de site stond, bestond niet denk ik. Maar die voetbalwedstrijd, dat ging gebeuren.
Die ochtend voetbalt Geert een kleine twintig minuten met een groepje jongens tussen de 6 en 11 jaar. Daarna wordt de wedstrijd, nog voor het echt begon, afgelast in verband met een valpartij. Boos en teleurgesteld, maar manmoedig verdraagt Geert dit grote verlies. Nu weet hij het zeker: deze vakantie is geen klap aan! En zoals elke dag zegt hij het weer: Ik wil naar huis! Broer beaamt dat ruimhartig. Wij ook.


Geert is een jongen van grote, grote verwachtingen. We kunnen dat niet waar maken, wat we ook doen. De allergrootste verwachting was de hele week: maandag gaan we naar huis. En dát ging lukken!  Heerlijk, weer ons eigen huis, onze eigen spullen, onze eigen Rob, onze eigen Geert. Die overigens even moet afreageren. Er dringt heel veel kabaal van zijn slaapkamer tot hier beneden door. Maar daarna is hij er weer. En hoe!

- Mam, kunnen we voetballen???


donderdag 12 juli 2018

Zooi ruimen bij Groot Nieuws Radio

Gerelateerde afbeeldingEigenlijk luister ik het nooit, Groot Nieuws Radio. Vaak alleen als ik in de auto zit. Ook deze middag, als ik Rob van zijn laatste schooldag af gaan halen. Een interview met de NBG, Nederlands Bijbelgenootschap. Over groen en milieubewust en zooi opruimen. Nadat de Groene Bijbel uiteindelijk niet in de verkoop mocht, hebben ze nu iets anders bedacht, nl: maak je Bijbel groen.
Gelijk een beetje vakgebied voor mij, dus luisteren maar.

Ruim je de troep op van de ander? Niet van je kind of man, maar van de medemens die zijn troep neergooit op straat? De stelling bij Groot Nieuws is duidelijk. De uitkomst beter dan ik had verwacht: 55% wel, 45% niet. Ik hoor bij die 45%. Ik zie de troep wel liggen, maar ik denk er überhaupt niet aan om het op te pakken en weg te gooien. Dom? Ondoordacht denk ik.
Afbeeldingsresultaat voor blikvangerDat zegt de geïnterviewde ook. Mensen die hun zooi achter laten op straat, vaak op een paar stappen van de prullenbak vandaan, zijn Onwetend, Onopgevoed en Ongeïnteresseerd. Mensen die het laten liggen ook? Misschien ja.


Maar dan zegt die man zoiets moois. Luister, hij zegt: Waarom zou je de troep van de ander opruimen? Doe als Jezus. Hij kwam naar de wereld om onze troep op te ruimen. Onze zooi, ons vuil. Hij raapte het op, nam het mee en maakte daardoor Zichzelf tot afval. Jesaja zegt het zo: Gestalte of glorie had Hij niet, als wij Hem aanzagen, was er geen gedaante dat wij Hem begeerd zouden hebben. (Jesaja 53: 2) Alleen daarom al zouden wij de troep van de ander vanuit Gods liefde voor de schepping op moeten willen ruimen. Moeten willen ja. Als opdracht en uit liefde.

Als ik die avond met Rob een rondje surfvijver loop, zie ik ze: blikje hier, zakje daar. Op zich valt het mee, maar toch. Er ligt zeker wel wat. Omdat ik niets bij me heb en geen prullenbak zie, laat ik het liggen. Maar wie weet neem ik de volgende keer een zak mee. Als ik er aan denk. Want ik weet nu. Ik ben zeker wel opgevoed en wil daarin ook een voorbeeld zijn voor mijn kinderen. En stiekem raakte ik best een beetje geïnteresseerd en geprikkeld door wat deze man op de radio zei. Want ik wil doen zoals Jezus deed. Daar hoort puin ruimen dus ook bij.... Trouwens. Geen zooi laten slingeren ook. Dat is voor iedereen een eerste begin. Zowel letterlijk als geestelijk.
Tjonge, wat een les. Zomaar, onderweg naar school. In de auto. Op de radio.


donderdag 5 juli 2018

Kom, ga je mee??

Hé Aline, ga je ook mee?
Verbaasd spring ik op. Een stel buurvrouwen staan voor het open raam, lees: gat in de muur, enthousiast te roepen dat ik mee moet gaan. Snel schuif ik in mijn slippers, hijs mijn lange kleding op gepaste maar ook praktische hoogte en ren naar de deur. In de gauwigheid pak ik snel nog even mijn hoofddoek en al lopend bevestig ik hem over mijn dikke bos haren.

Het is warm buiten, hier in de woestijn, maar dat deert ons niet. We zijn niet anders gewend. Haastig loop ik de buurvrouwen achter na en als ik hen ingehaald heb stotter ik wat onverstaanbare woorden. Even diep ademhalen en dan: - Wat is er aan de hand, waar gaan we heen?

Al snel wordt het me duidelijk, maar ook weer niet. Er komt hoop in mijn hart en heel veel verwachting. Zou het? Eindelijk weer eens? Direct stop ik die verwachting weer ver weg. Immers, het is al jaren doodstil en er is geen enkel leven meer geweest van Boven sinds een jaar of 400 geleden de laatste profeet ons vertelde over de Messias die zou gaan komen. En nu zeggen mijn buren dat er weer een profeet is die vertelt over God, onze JHWH?
Twijfel en verwachting wisselen elkaar in hoog tempo af, terwijl we door lopen naar het water, de ontmoetingsplek van ons Galileers.

Zou het zo gegaan zijn? De hoop en verwachting van veel mensen in Israël, die uitkeken naar de beloofde Messias en naar een teken van leven van hun God, die zich 'Ik ben' laat noemen?
Tijdens een stil moment vandaag las ik in de Bijbel Mattheus 3. En ik bedacht me hoe anders het nu zou gaan. Zouden mijn buurvrouwen nu voor de deur staan om me mee te vragen? Of, zou ik de buren uitnodigen mee te gaan? Ik verwacht dat ik op z'n minst eerst even mijn werk wil afmaken, mijn blog wil afschrijven. Veel mensen zouden zeggen: joh, doe eens rustig, zo'n haast heeft dat nu niet. Weet je ik app het wel even in mijn buurtapp, gezinsapp, familie-app, werkapp en vriendenapp. Dan komen ze vanzelf.
Of niet.
En we laten elkaar met 'rust', blijven elk ons eigen ding doen en vergeten dat het Koninkrijk van God dichtbij gekomen is, vlakbij, 'gewoon' in ons midden.

En ik denk bij me zelf: ben ik niet veel te tolerant? Veel te makkelijk? Veel te onbewogen met het lot van mijn omgeving, omdat ik ze nog nooit heb uitgenodigd om Jezus te laten zien? In Hem is het Koninkrijk van God bij ons gekomen en door Zijn Geest werkt Hij in ons verder.
Het heeft te maken met luisteren naar Zijn stem en met lef. Vol Liefde, Eerlijk en Fijngevoelig op iemand afstappen en haar gewoon eens vragen of ze meedoet, zodat het Koninkrijk van God gezien mag worden, beleefd mag worden en helemaal door zal breken in haar hart. En in de mijne. En we zo liefde en vreugde uit mogen stralen naar de mensen die God op ons pad brengt.
O God, Dank voor Uw Koninkrijk hier. Vul mijn hart met meer lef en gehoorzaamheid!



dinsdag 12 juni 2018

Lopen op het water

Terwijl ik in slaap probeer te vallen worden mijn gedachten opeens geprikkeld tot nadenken over wat ik die dag heb gelezen.
Ik ben bezig in het boek van Martin Koornstra getiteld 'Wonderen van het Koninkrijk' en deze dag heb ik gelezen over het wonder van Petrus.
Het wonder van Petrus? Ja, zo noem ik het vaak. Je weet wel, Petrus, die zo enthousiast was en altijd op de voorgrond staat. Petrus intrigeert me enorm, omdat ik zijn enthousiasme herken en zijn 'doen zonder denken'. Het hoofd stoten omdat hij weer voor zijn beurt sprak of te impulsief handelde. Maar dat ene verhaal, waar hij op het water loopt, dat is toch wel helemaal gaaf!
De auteur beschrijft het niet als 'Het wonder van Petrus', dat moet ik er wel even bij zeggen tuurlijk. Maar zeg je dit in de volksmond, dan weet iedere christen direct dat het gaat over 'Lopen op het water'.
Petrus liep op het water naar Jezus toe. Waarom? Omdat, zo zegt Martin, hij wil doen wat Jezus doet. Hij wil zijn wie Jezus is en hij wil lijken op Jezus.
Precies zoals het de bedoeling is, denk ik. Een verlangen wat ons allemaal helemaal mag helpen uitstrekken naar Jezus, om zo Zijn liefde te ontvangen en door te geven aan de mensen om ons heen.

Maar... denk ik al starend in het donker, leggen wij niet veel te veel de nadruk op Petrus? Dat hij vraagt of hij komen mag. Dat hij gaat. Dat hij zinkt en dus niet voldoende vertrouwt en we leren hieruit de les: zo moet het niet! Vertrouw op Jezus, ook als je op het water loopt. Ook al was dat je eigen keus, je eigen vraag aan Jezus en wilde je zelf die eerste stap zetten.

Ik wil voor mezelf deze geschiedenis anders gaan zien. Dankzij wat ik las kom ik tot dit inzicht denk ik.
Niet Petrus deed hier heel dapper en goed. Het was Jezus die het wonder deed. Hij liep op het water en komt naar ons toe. Hij weet het als ik in nood ben en laat mij nooit alleen. Sterker nog, Hij ziet me. Al is het pikdonker en zwabber ik rond in het duister in mijn levensbootje in de storm, Hij ziet me. Hij kent me. Hij weet wat ik doormaak. Hij is bij me! Hij houdt me in de gaten en blijft voor me zorgen, zelfs als het stormt! Wat er dan verder gebeurt is niet zo belangrijk meer. Of ik blijf zitten en wacht tot Jezus bij me is, in een innige omhelzing om me te troosten en de storm te stillen. Of dat ik niet wachten kan om bij Hem te komen en Hem vraag of ik alstublieft ook mag kunnen wat Hij doet: uitstappen en over het water lopen, het maakt niet uit. Wetend dat Hij mij op het oog heeft, kan ik elke storm aan. Dus staar ik op mijn levensbootje in de storm het donker in, wetend dat Jezus daar is en Hij mij al ziet voor ik Hem zie. Wetend dat ik alleen van Hem hulp kan verwachten en dat Hij de storm tot rust zal brengen, mij veilig naar de overkant zal leiden. Niets zal mij kunnen overkomen omdat Hij bij me is. Ook als ik het niet zie omdat het donker is. Ook als het stormt weet ik: Mijn Jezus is altijd bij. Ik houdt mijn oog op Hem gericht omdat Hij mij als eerste zag! Wat een wonder!


Maar euh.. ik ben dol op zee en ik zou dus eigenlijk best wel eens willen doen wat Jezus deed. En dan niet alleen lopen over het water! :)




woensdag 6 juni 2018

Wonderlijke zondag

-Echt Rob, ik vind dat gewoon niet fijn!
-Nou, dan ga ik niet meer naar Wonderlijke zondag*.
En daarmee lijkt de kous af.

Het is zondagavond, kwart over zeven. Geert is naar een jeugdclub en Willeke is goed beroerd van het kiezen van haar verstandskies. Rob en ik zitten op de bank en manlief op een stoel er vlak bij.
En ik probeer Rob te zeggen dat ik het niet fijn vind om zijn rug te aaien tijdens de dienst van Wonderlijke zondag. Het staat zo stom! Moet je indenken: hij is ruim 1.80 meter lang en dus een kop groter dan ik ben. Ook dubbel zo breed. Maar in hem huist een kind van een jaar of acht, wat in drukte en lawaai vooral rust vindt door aangeraakt te worden. 'Rugje (!) aaien' noemt hij dat. Nou, dat rugje is inmiddels een meter lang en een halve breed, dus je snapt misschien wel dat ik er moeite mee heb.
Maar... niet naar Wonderlijke zondag? Dat is het laatste waar hij nog heen wil! Dat is de plek waar hij voor zichzelf (en zijn ontstoken tenen) laat bidden en waar hij veel zegen ontvangt. Alleen al door er te zijn komt hij tot rust. Al voordat ik zijn rug aai zelfs.

Een uurtje later gaan we toch op weg. Ik heb beloofd dat als we alleen zitten, ik wel zijn rug kan aaien als dat nodig is, maar niet de hele tijd. Dat doet mijn lichaam pijn en ik wil gewoon lekker mee kunnen zingen en zo. Er is een heel gesprekje over geweest. Want met dat ik vertelde dat dat aaien niet doorging, kwam er een heleboel negativiteit. Dat God zijn tenen nog steeds niet had genezen. Al zes jaar loopt hij op ontstoken tenen en het gaat maar niet over. Hij begint over het feit dat hij te dik en te zwaar is en dat anderen hem daarom uitlachen en uitschelden.
Ik begin over God, die hem wonderlijk mooi gemaakt heeft. Die van Hem houdt en een plan met hem heeft. Hij is hier immers niet voor niets? Dat God hem in Jezus goedkeurt en aanvaardt zoals hij is en Hij ook wil en kan genezen. Dat God Zijn Vader is. Nou, dat laatste was echt niet waar hè. Rob keek me verontwaardigd aan. Zijn vader zit hier tegenover hem en die zorgt voor hem en verder niet. Ach, dat autisme ook hè. Soms lijkt het een groot struikelblok. Maar ook daar kan God doorheen werken, weet ik!

Als we binnen komen is de preek al afgelopen (dat doen we expres) en zijn ze al bezig met het bidden voor mensen. Haast iedereen staat in de rij. Rob loopt automatisch naar de 'tribune' en hij heeft geluk: er is haast niemand. Ik vraag aan degene die er wel is waarvoor ze aan het bidden zijn. Dat vind ik wel belangrijk om te weten. Stel je gaat in de rij staan en ze bidden voor een uitzending in Afrika. Haha, dat lijkt me niet echt wat. Als de rij haast weg is, gaan ook wij er bij staan. Ze hebben een rij van twee keer vijf mensen staan, waar je tussen door kunt lopen en die elk om de beurt voor je bidden en je zegenen. Je hoeft geen gebedspunten door te geven, je hoeft alleen maar langs hen te lopen.

Rob gaat eerst. De man zegent hem en spreekt hem toe: 'God houdt van jou! Hij zorgt voor jou en Hij heeft jou wonderlijk mooi gemaakt! Je bent geliefd bij Hem!' Nou moe, deze man zegt exact hetzelfde als dat ik een uur eerder tegen Rob zei. Ik krijg het er warm van! Hoe mooi is dit. ook anderen zegenen hem met goede woorden van God, maar omdat ikzelf aan de beurt ben, hoor ik dat niet meer. Dankbaar lopen we daarna terug naar boven. Rob voelt zich erg ontspannen en loom, geniet van het 'Oh Happy day!' en daarna is het al weer afgelopen.

's Avonds bij het naar bed brengen bid ik (alweer) indringend voor zijn tenen. Dinsdagochtend zie ik dat de zwelling in zijn grote teen opeens gehalveerd is. Dankbaar dat we nu eindelijk verbetering zien blijf ik bidden voor volledig herstel. Want volgens Rob gaat hij pas geloven in God als Hij de tenen geneest. En hij heeft er haast het geduld niet meer voor. Maar o ja, wat las ik net: 'Als wij willen stoppen, ziet Jezus een kans'**. Nou dat hè, dat is zo.Volhouden dus!Bidden en ach, soms even rugje aaien.

* https://www.royalmission.nl/activiteiten/wonderlijke-zondag
** Wonderen van het Koninkrijk, M. Koornstra, pag.121



maandag 28 mei 2018

Jezus is De Rots

Eén! Twee! Drie! Knal!! Het water uit de rots stroomt naar het volk en de mensen drinken gulzig van deze frisse drank. Hun dorst verlept hun bewondering voor wat er gebeurt. Dat is immers niet zo belangrijk? Water moeten ze in deze droge woestijn. Water! Anders hadden ze toch veel beter in Egypte kunnen blijven?
Mozes wist werkelijk niet wat hij met al die boze mensen van het volk Israël aan moest. Hij deed het enige wat hij doen kon en vroeg God om hulp. "Sla op de rots en Ik zal water geven." En zo gebeurde het. (Exodus 17:1-7)

Het is een poos later, nadat het volk de wet kreeg als Mozes aan God, Zijn trouwe Leider, vraagt om vergeving voor de zonden die het volk weer had gedaan. En daarbij vraagt hij: "Toon mij Uw heerlijkheid!" Maar nee, niemand kan God zien en leven. Toch heeft God een oplossing. Een idee. Hij vraagt Mozes naar de rots te komen. "Dan zal Ik u in de kloof van de rots zetten en u voorbijgaan. Zodat u Mijn achterzijde kunt zien. Hoe bijzonder! Mozes gaat de rots op. Zelfstandig! God pakt  hem op en zet hem in de kloof van die rots, beschermt met Zijn hand Mozes en gaat dan aan Hem voorbij. (Exodus 33:12-23)

Nog weer later herhaalt de geschiedenis zich. Het volk heeft geen water en moppert weer omdat ze kijken naar wat ze niet hebben. Zo herkenbaar. Mozes gaat weer tot God en Hij geeft Mozes de opdracht: "Spreek tot de rots en er zal water komen." Maar Mozes is zo boos! Hij slaat met zijn staf op de rots. Twee keer. Net als eerder. Toen werkte dat, nu vast ook, zo lijkt hij te denken. En ja! Er komt water. Heel bijzonder is dat. Dat God ondanks ongehoorzaamheid toch wil geven wat het volk nodig heeft. Dat is genade: Krijgen wat je niet verdient. (Numeri 20:2-13)

En dan eeuwen later. Jezus komt. En Zijn leven is lijden. Hij wordt geslagen aan het kruis en sterft voor onze verkeerde dingen en tekortkomingen. Maar Hij staat op en leeft! Waardoor ik bij Hem mag schuilen en zo God kan ontmoeten. Hij is de kloof in de rots waar ik veilig ben. Hij is Degene die tussen mij en God instaat. Mijn Borg, Bevrijder, Rots en Houvast. Ik in Hem zoals Mozes in de kloof van de rots. En dan ook Hij in mij. Altijd is Hij er, want Hij woont in mij. Kun je dat zelf? Nee. Ben ik daar dan helemaal voor van God afhankelijk? Nee! Het is een samenwerking. God zet in werking, Hij begint, maar jij moet gaan. Zoals Mozes de rots zelf op ging op bevel van God, waarna God Hem in de kloof zette.
Geloof je dat? Geloof je dat Hij de Enige is waarop je vaste grond onder de voeten hebt? De Enige waarbij je kunt schuilen? De Enige die je redt van de eeuwige dood?

Mozes dacht dat weer een keer slaan wel zou
helpen. En het hielp. Maar het was niet Gods bedoeling. Hij had moeten praten! Raar? Misschien. Maar ook dat wijst heen naar Jezus. Jezus hoefde niet twee keer te worden geslagen. Eén keer was genoeg om de hele mensheid te redden. Je mag rusten bij Hem en alles tegen Hem vertellen wat in je gedachten is, wat je bezig houdt, wat je geheim ook is. Alles mag je zeggen. En Hij wil helpen. Hij biedt bescherming en kracht. Hij is onwankelbaar en trouw. Altijd dezelfde. Toen en nu en altijd. Ga maar naar Hem toe en wordt gered. Vindt vrede en troost. En leef! Voor altijd met Hem!


Naar aanleiding van de preek van David de Vos, tweede Pinksterdag 2018, Opwekking

dinsdag 22 mei 2018

Het Kruis op de Berg en het Napalmmeisje

Het is een moeilijke keuze: doorlezen in het boek waar ik mee bezig ben? Of toch naar de herdenking op 'de berg'? Dat trekt me ook wel. Een vriend van ons heeft dat helemaal opgezet en daar zelfs een boek over geschreven (jawel: Het Kruis op de berg ) Mét het Napalmmeisje. Je hebt het misschien wel gehoord. Dat meisje dat in Vietnam op de vlucht moest. Haar kleren verbrand. Niets om 't lijf. En klik, zei de fotograaf. Best schokkend lijkt me dat. En ik ben benieuwd hoe dat een leven tekent.
Dus klap ik mijn boek dicht en spring op de fiets.

Het is een bijzonder moment. Ik ben vaak langs deze weg gereden, maar nog nooit had ik het kruis zien staan. De scholieren die namens hun school aanwezig zijn omdat zij dat kruis hebben geadopteerd zijn muisstil. Veel hebben er een taak, als bloemen leggen, trompet spelen, opnames maken. Ze doen dat met meer respect dan de fotografen moet ik eerlijk zeggen. Waarbij ik nu dus ook een beetje mijn frustratie daarover uit.

De toespraak van onze vriend Constant van den Heuvel, helemaal in het Engels, maakt al veel indruk. Zijn liefde voor de mensen die daar doodgeschoten zijn om voor de vrijheid van ons te vechten is aanraakbaar. Hij heeft zich helemaal verdiept in hun levens en hen een plek gegeven van erkenning, respect en herdenken. Het kruis op de berg.
De toespraak van Kim Phuc, het Napalmmeisje, is erg ontroerend. Stralend staat ze daar. Sprekend over dankbaar zijn en vergeven. Over liefde van God en liefde voor de medemens, ook voor vijanden.

Las ik net niet in mijn boek dat we door te vergeven de onvoorwaardelijke liefde en aanvaarding van God uitdragen naar de mensen om ons heen? (Op weg naar verzoening, NT Anderson)
De net gelezen woorden worden hier in de praktijk gebracht. Blij dat ik mijn boek dicht heb geslagen om even iets van die blijdschap van vergeven in andermans ogen te zien. Bijzonder hoe de dingen dan bij elkaar komen. Bijzonder hoe een Vietnam-meisje matcht met de oorlogslachtoffers van 74 jaar geleden. Bijzonder hoe God nog steeds werkt door mensen heen. Dwars door het duister en donker werkt Hij met Zijn licht en geeft Liefde door aan een ieder die dat aan wil nemen. En ja, de volle blijdschap ervaar je als je vergeeft. Dank je wel Constant. Dank je wel Kim Phuc. Dank U God, voor zoveel vergevende Liefde. Amazing Grace!




maandag 30 april 2018

God geeft meer dan je vraagt

-En, ga je meedoen zaterdag met volleybal?
Teleurgesteld schud ik mijn hoofd.
-Kan niet. Manlief doet al mee en dus moet ik bij Rob zijn. En, erger nog, ik weet niet eens of ik kan komen kijken, want meneer zegt niet mee te willen. En ja, dan ben ik ook thuis.
-Dusss, vraag ik hem opeens wat enthousiaster,  Als je niets te bidden hebt deze week, heb je hier een puntje. En dat gaat-ie doen, deze broeder in geloof.

-Kom ma, het is echt tijd!
Vol ongeduld staat Rob te wachten op me. In zijn hand een spandoek (lees: A4-papiertje) als aanmoediging voor het team van zijn broertje. Per slot van rekening redt papa zich heus wel.
We komen net op tijd binnen. De teams staan al startklaar. Broertje tegen papa, daar moeten we bij zijn. Vooral omdat papa zich wel redt.
Rob kiest positie aan de kant van broertje. Neemt zijn A4-tje in handen en begint aan te moedigen. Het is genieten zoals hij daar staat. Hij staat daar zoals iedereen zou willen, maar niemand durft. Hij staat daar 100% voor het jongste team wat faliekant gaat verliezen. maar Rob houdt vol. Wedstrijd na wedstrijd moedigt hij aan, en ook als ze het potje lijken te verliezen gaat hij door. Broertje verliest alles, maar het team waardeert Robs aanmoedigingen erg en blijven zich daardoor volledig geven.

En dan is daar opeens de broeder in geloof. Hij knikt van mij naar Rob en zijn ogen spreken duidelijke taal. Hij is er hè! Een big smile.
Ik denk even na. Dan opeens weet ik het weer. O ja!
-Heb je gebeden?
Zeker!
Beschaamd moet ik zeggen dat ik het ben vergeten. Er was zoveel meer deze week.
-Mooi is dat, zeg ik dus, als je het zelf vergeet gaan anderen ermee door! En je ziet het hè. We krijgen niet alleen maar dat Rob mee gaat. We krijgen zoveel meer! Rob is dolenthousiast en is de grootste aanmoediger van de hele zaal. Inclusief spandoek staat hij te juichen en te schreeuwen en te springen voor zijn broertje. God geeft meer dan we ooit hadden verwacht. Hij verhoort gebeden en vervult wensen. Zelfs, of juist ook zoiets simpels als een volleybalwedstrijd.

-En, houd je het nog een beetje vol? vraagt dominee aan Rob.
--Nou, zegt Rob, ik kak helemaal in!

Broertje 's laatste wedstrijd laat hem opeens koud.
-Ik wil naar huis, moedertje. En hij gaapt eens flink. Ik kak helemaal in.

De finale die manlief spelen moet, zien we dus niet. Maar het maakt niet uit. Het was een topavond. Echt gebedsverhoring. Mede dank zij aan een broertje in geloof hoefde ik alleen maar ontvangen.






dinsdag 10 april 2018

Op de vissteiger

Daar komen ze, twee fietsers. Vanuit het stadspark gaan ze het bruggetje over richting de weg waarop ik loop. Vader en zoon. Zo te zien net klaar met vissen. Hun koffertjes op de fiets en hengels in de hand bewijzen genoeg. Ik loop rustig door, wetend dat ik hen niet in de weg loop. Als ze bovenop het bruggetje zijn loop ik het kruisinkje net voorbij. En dan, omdat ze sneller gaan, fietsen ze mij voorbij.
Vader, kalend, groot en dik. Zoon net zo groot, en (gelukkig) minder dik. En nog niet kalend :) Gewoon een jongere uitvoering van de vader. Sprekend. Hij een jaar of vijftig, zoon een jaar of 16. Net als onze Rob.
En dan, opeens ontroerd het me enorm, dan legt vader al fietsend zijn hand op de rug van zoon en duwt hem vooruit. Het doet me denken aan onze Rob. Zou het zo'n type jongen zijn? En heeft vader dan met hem uren lang gezeten op het visplekje in het park? Als gezamenlijke hobby of misschien alleen maar omdat zoon dat erg leuk vindt? Ik weet het niet.

Maar wat ik wel weet is dat ik ook zo'n Vader heb. En in gedachten zie ik ons zitten op de houten vissteiger, daar in het stadspark. Nee, we vissen niet. Vader weet wel dat ik dat niet zo interessant vind. We zitten stil bij elkaar, laten onze voeten bungelen in het water. We genieten van elkaars aanwezigheid. Praten? Niet teveel. We houden van rust. Als we praten is het zacht en leert Hij me Zijn plan. Vertel ik Hem hoe bijzonder ik het vind dat Hij naast mij wil zitten. Naast mij! Notabene! En ik weet het wel: dat is niet van mij. Dat kan alleen door Jezus, mijn Redder en Broer. Af en toe kijken we elkaar aan en zien we de liefde in elkaars ogen. Ik in die van Hem vooral. En als het tijd is om te gaan (wat is tijd!) dan helpt Hij me omhoog en legt Zijn hand op mijn rug. Kom, zegt Hij zacht. We gaan verder. Ik ben bij je. Ik help je. Ik zal met je mee gaan. En juist bij sterke tegenwind geef ik je een extra duwtje in de rug. Want ik ben je Vader. Ik ben HEERE. Ik ben JHWH. Ik Ben.

Al lopend kijk ik omhoog. De zon schittert fel en heel de omgeving ademt lente uit. Wat is dat heerlijk! En dan weten dat je daar niet alleen loopt. Weten dat Vader naast je is. Stap voor stap. Omdat ik geen enkele stap zonder Hem kan zetten. Hij is Degene die ik altijd nodig heb. Ook als ik struikel, is Hij er bij. Hij is mijn Bewaarder. Altijd bij mij. Nooit ben ik alleen.
En vol verwondering loop ik verder in de richting van de Zon.

woensdag 4 april 2018

Dikke duim

Afbeeldingsresultaat voor duim in verbandAu! Auauauauw. Verbeten kijk ik naar mijn duim. Hoe kan dat nou toch?
Ik sta in het spinning lokaal van de sportschool. Om in te komen, zo dacht ik, even 10 minuten spinning. Soms doe ik de volle drie kwartier, maar het is zwaar. Vooral als je, zoals ik nu, alleen ben.
Het is rond het middaguur. Normaal ben ik dan allang klaar met sporten, maar een vergadering op het werk ging voor.
Terwijl ik op de sportfiets stap om te beginnen, bekijk ik mijn duim eens nauwkeurig. Zo zeg... die wordt rood. En dik! Ai... Hoe dat nou ging?
Ik wilde het stuur wat lager hebben, draaide aan de hendel, maar toen was het stuur opeens helemaal beneden, bovenop mijn duim. Kennelijk was hij niet al te stevig aangedraaid.
Na een minuut of twee besluit ik toch maar te stoppen en even te gaan koelen. Het weekend van Pasen staat voor de deur: vrijdag en zaterdag de hele dag werken dus. En veel cadeautjes inpakken. Daar kan een dikke duim natuurlijk niets mee.
Het koelen helpt en wat geruster ga ik serieus aan de slag. Ik laat spinning voor wat het is en begin aan de fitnessapparatuur.

Terwijl ik het huis binnenloop, een uurtje later, gaat de telefoon. Het is de huisarts die het één en ander wil weten over zoon. Ik grijp mijn kans en vraag de arts direct maar even hoe ik kan zien of mijn duim gebroken is. Hij geeft wat tips en omdat die voldoende pijn doen, verwacht hij me over drie kwartier in de praktijk.
Het is flink aanpoten. Douchen, aankleden, haar föhnen en o ja, ik heb nog niet gegeten. Pff... Precies op tijd stap ik de praktijk binnen. Om tien minuten te kunnen uitrusten :)
De huisarts concludeert gelukkig alleen maar een kneuzing.
-Even een weekje rust houden, zo adviseert ze. Met de tip: doe er een pleister om, dan zien je huisgenoten en collega's dat je een zere duim hebt.
Ik moet lachen. Een beetje schamper: Jaja...

Die middag wikkel ik een verband om mijn duim. Veel, wit en jawel: het valt op! Toch wel lekker, meer steun. Maar als ik de aardappels schil (au!), de tafel dek, de vaat afdroog en eindelijk op de bank zit weet ik: zelfs dat verbandje hielp niet voor mijn huisgenoten. Volgende keer toch maar gewoon hulp vragen... Gelukkig was dat beetje steun voldoende en kon ik zonder pleister of verband, heerlijk werken het afgelopen weekend. Sterker nog, het werd echt een dikke duimen verkoop!
Afbeeldingsresultaat voor dikke duim

donderdag 22 maart 2018

Martha, Maria en Jezus

Dat moment dat hij de laatste adem uitblies
Ze de begrafenis voorbereiden
Hun broer naar het graf brachten
En alleen thuis kwamen
Dat moment...

Dat moment dat ze hun Vriend er bij riepen
Hun hoop op Hem stelden
Ze teleurgesteld raakten
Hij te laat kwam
Dat moment...

Het heeft Martha en Maria altijd veel gedaan om bij Jezus in de buurt te zijn. De één uitte haar liefde door stil naar Hem te luisteren, de ander vond haar liefdestaal in het zorgen voor Hem.
Soms zelfs tot over haar eigen grens heen ging ze door in het zorgen voor.
Er wordt altijd wat negatief gedaan over Martha die Jezus aanspreekt op het gedrag van haar zusje Maria. 'Zij zit stil aan Zijn voeten, terwijl ik me de benen uit het lijf loop'. En ik zie haar staan. Boos, gestrest en misschien wel heel jaloers. Zij mag toch ook wel luisteren naar Hem? Maar zo lukt dat nooit! 'Laat alstublieft Maria even helpen!' (Lucas 10:38-42) Mijn beeld van deze zussen was: Maria de goeie, Martha de zondige. Even heel zwart wit.

Tot ik deze week Johannes 11 las. Het stuk waarin broer Lazarus overleed. Ze hebben Jezus erbij geroepen, maar Hij komt te laat en Lazarus is al vier dagen geleden begraven voor Jezus er eindelijk is. Mijn oog valt op vers 27, waar Martha zegt: 'Ja Heere, ik geloof dat U de Christus bent, de Zoon van God, Die in de wereld komen zou.' (HSV)

Wat een geweldige belijdenis uit het hart van deze diepbedroefde vrouw. Ze zegt dit niet in een vrolijke bui, terwijl alles nog beter gaat dan ze had gehoopt. Ze zegt dit in haar intense verdriet en weet: wat er ook gebeurt en waarom het zo ook heeft moeten gaan, toch geloof ik dat U de Christus bent! De Gezalfde!

Vlak bij hen in de buurt ligt haar broer in het graf. Waarschijnlijk gezalfd en in doeken gewikkeld. Maar Martha weet dat vóór haar Gods Gezalfde staat. Eén Die zoveel machtiger is dan wie ook. Haar hoop op genezing is voorbij. Haar teleurstelling zal er op zekere momenten echt nog wel zijn, maar ze klemt zich vast aan God Zelf die beloofd heeft dat de Christus komen zou!
Heel anders dan Maria, die niet verder komt dan het verwijt: 'Heere, als U hier geweest was, zou mijn broer niet gestorven zijn.'

In mijn leven loopt het door elkaar heen. Nee, ik kan niet zeggen dat ik een Martha ben, sterker nog, ik heb weinig met zorgen in praktische zin. Maar ik zit ook niet altijd aan Jezus voeten, helaas. Was het maar zo'n feest  Het leven is een mix van Martha en Maria. Luisteren en doen, geloven, belijden en vragen: 'O Heere waar was U?' En mopperen: En zij dan??
Maar de zekerheid blijft dat Jezus Christus is, mijn Verlosser en Zaligmaker, de Redder van de wereld, gezonden door God. Ik sluit me aan bij Martha. En bij Maria. Luisterend aan Zijn voeten Hem belijden en doen wat Hij me vraagt. Dat is Leven. Dwars door zonde, teleurstelling, verdriet en dood heen.

Dat moment dat Hij naar het graf wil
De steen weg gerold wordt op Zijn verzoek
'Vader, Ik dank U dat U Mij verhoort hebt!'
En dat Hij riep: 'Lazarus, kom naar buiten!'
Dat moment...
was Zijn tijd

Prijs Hem!


dinsdag 13 maart 2018

Van kinderarts naar fysio

- Wat gaan we daar eigenlijk doen? zo vraagt Geert zich af.
- Eigenlijk weet ik het niet zo goed. Maar ik denk dat de kinderfysio gaat kijken of je goed adem haalt. Misschien doe je dat te hoog, waardoor je minder zuurstof krijgt. 

Vanmorgen was het zover. Na bezoek aan de huisarts omdat Geert steeds flauwvalt zijn we doorgestuurd naar de kinderarts. Zij heeft kunnen aantonen dat er lichamelijk niets mis is met Gerco. Ook zijn hart is oké. Al liet de uitslag van het hartfilmpje wel wat lang op zich wachten... 
De kinderarts adviseert kinderfysio en eventueel  psycholoog, als de fysio niets kan doen.
Dus nu op naar de fysio. Helaas moet dat in het ziekenhuis in Ede. Al is het dichtbij, het scheelt Geert toch weer wat lesuren. 
De fysio oogt vrolijk en jong. Ze legt alles goed uit en stelt slimme vragen.
Ze prijst school omdat Geert, als hij duizelig wordt, in een stilteruimte mag gaan bijkomen, waarna hij weer terug de klas in mag. Dat scheelt hem heel wat uurtjes verzuim! Maar lastig is dat het wel elke dag eens of meerdere keren nodig is!

Het kan komen door overprikkeling. Dat denken we zelf ook. Omdat je in de stresshouding schiet: schouders omhoog en naar voren en hoofd omlaag, gaat er veel minder zuurstof naar de hersenen toe waardoor je duizelig wordt of zelfs flauwvalt. 
Geert krijgt direct wat handzame oefeningen mee. Hij kan ze overal toepassen, maar voor nu is het vooral belangrijk dat hij ze elke dag een paar keer doet. Zodat hij zich bewust wordt van de ademhaling en het te zijner tijd, wanneer nodig, kan toepassen. 

Lekker liggend op een grote fitnessbal in een totaal ontspanning houding vraagt Geert me of we zo'n bal thuis nog hebben. Maar nee, die heeft Jorike meegenomen. Of ik hem dan kopen wil... Tuurlijk! Als dat nodig is! 
Afbeeldingsresultaat voor ontspannen liggen op fitnessbalOp de opmerking van de fysio dat hij ook op die bal kan zitten, bijvoorbeeld achter zijn bureau, vraagt hij ondeugend: kunt u ook een bureau voor me kopen? Maar nee, de keuze voor geen bureau is ooit al eens door deze jongeman gemaakt. En daar blijft het bij. Ach, je kunt niet alles hè! 
Adem in. Adem uit. 


dinsdag 6 maart 2018

Lekker uit eten



Het was vakantie en dan wil je toch even met elkaar wat leuks doen. Voor mijn mannen is dat meestal gelijk aan: eten. Herkenbaar?
Dus al ruim van te voren hadden we besloten naar de pizzeria te gaan. Die nieuwe die bij Reyna Be in zit. Voor restaubeten onder ons: dat is het beste restaurant van Veenendaal, Reyna Be.

Afbeeldingsresultaat voor pizzaDie dag reserveer ik vier plekken bij de Pizzeria. En als ik de jongens dat nog eens goed vertel: 'denk er  aan, om 18:00 uur worden we daar en daar verwacht', komt er toch tegengeluid. Geert heeft vandaag geen zin in een pizza. Rob vindt het maar zo zo. Manlief, moe en net thuis van zijn werk, weet ook nog niet wat hij neemt. Oei... want er is al gereserveerd.

Vanwege de kou stappen we in de auto. Eenmaal binnen ploffen we daar op de stoelen en bestellen ons drinken. De kaart wordt gebracht en die wordt aandachtig bestudeerd.
En dan komt het protest... Van één - van twee - van drie mannen.

Daar zit ik dan!

Op het moment dat de één de ander naar huis begint te sturen, dat moment dat ze beginnen te bekvechten en steeds minder vriendelijk gaan kijken, net op dat moment zwaait de eigenaar van de zaak ons enthousiast toe. En ik bedenk me niet langer. Ik zwaai terug en zeg: 'Zullen we dan maar vragen of we naar de andere kant mogen?' Ik wacht niet op antwoord. Zie triomfantelijke blikken. Dus ik schuif de stoel achteruit en loop op de man af, Alfred heet-ie. Hé, moet je horen. Wij euh... Tuurlijk moet hij lachen, maar hij doet het niet. Ook mijn grijns probeert zich in te houden. Wat een bizarre situatie weer. Echt wat voor ons, grinnik ik inwendig.
Binnendoor lopen we naar Reyna Be. Alfred neemt ons drinken mee. Zo is het net of we rechtstreeks naar de goede plaats lopen :)

En ondanks de prijs, Reina Be is een stuk duurder als je van plan was pizza te eten, loop ik een paar uur later met een stel tevreden mannen de tent uit. En dat is heel wat waard, toch? Trouwens, zelf ben ik ook dik tevreden. Beter dan die salade op de Pizzeriakaart. Want tja, ik mag eigenlijk geen pizza.


Gerelateerde afbeelding



Pagina's