-Euh... ja-ah. Volgens de Tomtom moet je er hierin.
Maar mijn stem klinkt wat aarzelend. Het is wel heel smal hier... En het lijkt loodrecht omhoog te lopen. Brrr... Bedachtzaam zet mijn man de richtingaanwijzer naar rechts. Zoals de Tomtom zegt.
Cochem gaat het worden dit jaar. Een week geleden geboekt voor een leuke prijs terwijl de faciliteiten en activiteiten op het park en de bungalow zelf natuurlijk hetzelfde blijven. Wat willen we nog meer??
Nou... ik zou willen dat ik me er wat beter bij voelde. Ik voel zoveel spanning. Gewoon omdat we gaan met onze twee jongens, die niet heel goed met elkaar kunnen. Geert is Rob duidelijk de baas in heel veel dingen en Rob is te zacht van karakter om daar tegen op te kunnen. Wat hem veel onrust geeft en verstopte boosheid. En dan vooral niet vergeten dat Geert meestal zo'n dag of vier nodig heeft om te wennen en de boel wat meer over te laten aan hoe het komt in plaats van aan zijn eigen controle. Dus ja, ik heb reuze veel zin in deze week, maar de combi maakt me gestrest.
Langzaam stuurt manlief onze auto het steegje in. Om even later een beklimming te beginnen waar je 'U' tegen zegt. Sorry hoor Tomtom, dit lijkt een beetje Domdom! De stijging is zo'n spannend gebeuren voor ons simpele en onervaren Nederlanders en de haarspeldbochten zijn werkelijk haarspeldachtig. Eenmaal boven (en bij het vakantieoord!) staat het zweet me in de handen en geef ik manlief een groot compliment. Respect! Pff!!!
En ik bedenk me dat mijn moeder het al zei:
-Oh, Cochem, ja, als je dan op de Moezel gaat varen zie je boven op de berg dat park liggen. Leuk!!! Leuk??
En ik zag het voor me: een piramide-achtige berg met bovenop een huisje. Wat haast omvalt als je te snel omdraait in je bed... Wat schudt op het fundament als je de bal er niet tegen aan rolt, maar er tegen aan schopt...
Niets van dat alles is waar. De top is niet zo puntig als een piramide. Het huisje staat er niet alleen en als je de rit er naar toe even vergeet, vergeet je tegelijk ook dat je op een berg zit. Wat ik overigens jammer vind. Ik zie graag bergen in plaats van dat ik er op zit :)
Inmiddels zijn we weer thuis. Hebben we de afdaling een aantal keer gedaan en zijn we ook weer een paar keer terug gegaan. Alles went.
Behalve dan de vakantie zelf. Het was bikkelen. Geert was door de dolle heen. En dan bedoel ik dat niet heel positief. Geert wilde samen op vakantie, omdat we dan 'eindelijk weer eens wat samen zouden gaan doen'. Zijn 'samen dingen doen' was vooral voetbal, voetbal en voetbal. Nee! Niet alleen met mama. Ook met papa en Rob! Vaak gaven we toe om de lieve vrede. Maar dat boottochtje op de Moezel liet ik al snel los. Een dagje Cochem was binnen twee uur klaar en samen een wandeling of een spelletje konden we op onze buik schrijven. Samen zwemmen? Nee, Geert houdt niet van nat worden. Samen wandelen? Duh-uh... dat doe je toch niet?
De televisie heeft ons gered. Die hebben we thuis niet, maar samen kijken was echt leuk. De wifi
redde ons ook. Soms. Als tie het deed. Want die hebben we thuis beter. En de bal. De voetbal. Echt, ik kan bijna in het dameselftal, zo goed ben ik geworden. Al was het compliment van mijn mannen duidelijk wat minder groot, ik vind dat het zo is.
Vooral gebed heeft ons gered. Wat heb ik gebeden! Bijna dag en nacht. Elke keer weer als er een klapper was, dagelijks een keer of vijf, zes bad ik om Gods Geest van vrede, liefde en geduld. En vertelde ik satan dat we niet van hem zijn maar van Jezus en dat hij dus lekker mocht opduvelen. (Ik las het boekje' Vurig' over gebed en dat kwam precies op het goede moment). En elke keer weer kreeg ik rust en tact om de ruzie te beslechten, de jongens rustig te maken of gewoon om simpel weg te voetballen. Prijs God voor zoveel genade voor ons gezin!
De enige actie van het park zelf was, inderdaad, een voetbalwedstrijd, waar Geert hoopvol naar uit keek. De rest van wat op de site stond, bestond niet denk ik. Maar die voetbalwedstrijd, dat ging gebeuren.
Die ochtend voetbalt Geert een kleine twintig minuten met een groepje jongens tussen de 6 en 11 jaar. Daarna wordt de wedstrijd, nog voor het echt begon, afgelast in verband met een valpartij. Boos en teleurgesteld, maar manmoedig verdraagt Geert dit grote verlies. Nu weet hij het zeker: deze vakantie is geen klap aan! En zoals elke dag zegt hij het weer: Ik wil naar huis! Broer beaamt dat ruimhartig. Wij ook.
Geert is een jongen van grote, grote verwachtingen. We kunnen dat niet waar maken, wat we ook doen. De allergrootste verwachting was de hele week: maandag gaan we naar huis. En dát ging lukken! Heerlijk, weer ons eigen huis, onze eigen spullen, onze eigen Rob, onze eigen Geert. Die overigens even moet afreageren. Er dringt heel veel kabaal van zijn slaapkamer tot hier beneden door. Maar daarna is hij er weer. En hoe!
- Mam, kunnen we voetballen???
ZO dat klinkt als een flinke uitdaging! Wat heb jij dat mooi omschreven. Respect! Nu lekker uitrusten thuis:)
BeantwoordenVerwijderen