donderdag 18 november 2021

De dood heeft mij een brief geschreven

De dood heeft mij een brief geschreven

Ik las hem 

op een vallend blad

Deze woorden schieten plotseling door mijn gedachten, terwijl ik vanaf de apotheek naar huis loop, uiteraard -met dit schitterende weer- via een grote omweg door ons mooie stadspark. Ik zie al die gekleurde blaadjes, ze fladderen in het rond, meegezogen door de wind om uiteindelijk op de grond te landen om nooit meer vanuit zichzelf omhoog te komen. En dan, terwijl ik daar wandel en me verlustig in de prachtige herfst, komen deze woorden, gisteren gesproken door een dominee bij een rouwdienst, bij me binnen alsof ik het nooit meer mag vergeten. 

De dood heeft mij een brief geschreven

Ik las hem 

op een vallend blad

En al lopend zie ik het voor me. Ik op een klein, miniblaadje, dat past wel, ik ben maar een nietig mens, met grote ontzetting de brief lezend die de dood me heeft geschreven. Ontzetting ja en het overvalt me. De dood kan niets anders geven dan ontzetting, schok en verdriet. Deze brief die ik in handen heb is enorm zwart en zwaar. En terwijl ik lees, zak ik steeds verder. Steeds verder daal ik af naar diepte en verlorenheid, steeds meer dwarrel ik naar beneden in een eenzaam en kapotmakende landing, waarna ik troosteloos en alleen hard neerplof op de grond, om nooit meer op te staan. Diep verdriet overmand me als ik kijk naar de brief in mijn handen en ik voel de zware letters ellendig steken in mijn onderbuik. De zware letters van de dood die me elke keer weer overrompelen. Als ik de zeer vele rouwadvertenties lees in de plaatselijke (!) krant, de vier begrafenissen in de afgelopen vijf weken, het intense verdriet van de nabestaanden en hun enorme pogingen om er toch een dankdienst van te maken, een afscheid van hun geliefde met hart en ziel woorden te geven. Woorden die te zwaar zijn, te vol van verdriet, te moeilijk om uit te spreken, teveel. Woorden van de dood. Geschreven in die brief. En ik kijk om me heen en zie al die mensen worstelen met wat hun leed dan ook maar is. En toch, léven dat is wat hun drang is om door te gaan. Léven. Ondanks de brief, geschreven door de dood. Ondanks dat alle blaadjes deze herfst van de bomen af moeten, misschien als eerste of misschien als laatste, maar op een dag zijn alle bomen kaal. Waarmee de dood al zijn zeggenschap van zijn brief tot op het bot, het dode bot toe heeft vervuld. En dat zal het einde zijn... 

En dan opeens die andere gedachte. De gedachte dat al veel eerder dan de dood Jézus mij een brief heeft geschreven. Jezus, die Leven is, Die Leven geeft. Die Liefde is en van me houdt. Hij Die het allerbeste met mij voorheeft en me vol liefde aankijkt. 

Jezus heeft mij een brief geschreven 

Ik las hem 

Op de vleugels van de wind. 

En ja, dan kan het zijn alsof ik te pletter sla tegen de ruwe stenen of in de diepte van de zee. Maar nee, de vleugels dragen mij, ze laten zich meevoeren op de wind, naar beneden en weer naar boven, het ruime hemelrond door. En de brief die Jezus me schreef is licht en vrolijk. Het heeft volle prachtige heldere kleuren en is zo vol van liefelijke woorden, ze raken mijn hart, het wordt zacht en warm en het tintelt van verlangen in mijn onderbuik. Mijn Redder op Wie ik zo wacht, Hij zal er voor zorgen dat ik niet te pletter sla door de dood en door de ellende van dit leven. Hij geeft hoop. Hoop op zekerheid. Ik kan het nog niet zien, maar Hij heeft het beloofd. Hij schrijft mij in deze brief dit: 

Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op Mij. In het huis van Mijn Vader zijn veel kamers; zou Ik anders gezegd hebben dat Ik een plaats voor je gereed zou maken? Wanneer Ik een plaats voor je gereed gemaakt heb, kom Ik terug. Dan zal ik jou met Mij meenemen, dan zul je zijn waar Ik ben. Je kent de weg waar ik heen ga. Johannes 14: 1-3 NBV21

O Naam aller Namen, aan U aller eer. Niets kan mij ooit scheiden van Jezus mijn Heer'. Geen dood en geen leven, geen moeite of pijn. Ik zal eeuwig zingen, dichtbij U zijn! 



zondag 8 augustus 2021

Zo blij dat je er bent!

Fluitend doe ik mijn werk vandaag. Ik krijg een gast en daar geniet ik nu al van. Dus ben ik keihard aan de schoonmaak. Gordijnen naar de stomerij, alles stofvrij maken (en dat is nodig want de betreffende kamer is al lang niet gebruikt) Alles heb ik leeg gehaald en als de muren schoon zijn, de ramen zijn gezeemd, de vloer is gedweild en alles weer een helder kleurtje verf heeft glim ik van trots. Nu nog even opnieuw inrichten. Gelukkig heb ik tal van dingen weggegeven, daar ben ik dol op, wegdoen wat ik niet meer gebruik, dus maak ik me op om eens lekker te gaan neuzen bij de beste winkels van de stad. De persoon die komt heeft het allerbest verdiend! Een bureautje met stoel, een kledingkast en natuurlijk een bed plus alles wat daarbij hoort. En dan nog wat gezellige spulletjes als een klein tafeltje met luie stoel, gezellig wat leesvoer en de lampen die nodig zijn om dat alles te lezen. Kijk, zo kom ik de week goed door. Vol verwachting hang ik als laatste de schoongestoomde gordijnen weer voor de ramen, zet een bloemetje op tafel en wacht dan ongedurig af tot het tijd is. Natuurlijk sta ik veel te vroeg op het station, maar als ze dan uit de trein stapt dan is er alleen nog maar één en al vreugde om het zien van elkaar. En die vreugde blijft als ik haar mee neem naar mijn huis en haar haar kamer laat zien. 

Ik denk dat zoiets enorm goed in het leven van een B&Bhouder past. Of misschien ook bij een kleinschalig, familiair hotel. Het is een soort visitekaartje, de kamer, de sfeer en het ontvangst.

En ik stel me zo voor, terwijl ik Johannes 14:2 en 3 lees, dat Jezus ook zo bezig is met het klaarmaken van een kamer voor mij. Niet zoals gebeurt in een groot hotel, hoewel bij dat werk de liefde ook niet hoeft te ontbreken, op de automatische piloot, maar heel zorgzaam en vol liefde. Ik zie hoe Hij mijn bed opmaakt, het zithoekje inricht met de boeken die bij mij passen en die Hij wil dat ik lees. Hoe Hij schitterende bloemen op het tafeltje zet, als extra welkom en hoe Hij dan, als het klaar is, stralend de kamer inkijkt en weet: dit is perfect voor Aline. Wat zal ze verwonderd zijn. En dan wacht Hij. Tot het tijd is om me te halen.

Als ik daar aan denk, aan dat moment van ontmoeten, kán ik haast niet wachten. Het troost me dat ik weet dat Hij bezig is mijn kamer in te richten, mooi te maken en dat ik tot die tijd mag leven met wat Hij me te doen geeft. Waarin ik al heel veel ervaar van Zijn liefde, dus kijk ik verwachtingsvol uit naar wat komen gaat! En het wordt nog beter: eenmaal bij Hem hoef ik nooit meer weg. Ben ik geen gast maar kind. Altijd Thuis. 


zondag 1 augustus 2021

Ga je nog op vakantie?

 Heel interessant hoe mensen reageren op een bepaald antwoord die ze krijgen op hun vraag. De laatste tijd is mijn vraag vooral aan anderen: 

- Gaan jullie nog op vakantie? De antwoorden zijn uiteenlopend, maar iedereen zegt te gaan. Sommigen kiezen voor veilig en zonder gedoe, door in Nederland te blijven. Anderen gaan met volle moed en hun sleurtent naar Frankrijk, Duitsland, Italië of zelfs Denemarken. Ik gun het ze enorm, echt waar. Als ik zie hoe ze beginnen te stralen, door gewoon even daaraan te denken, daarover te kletsen. Even weg, even de boel de boel laten en gaan. Rust, samen met het gezin zijn en genieten! Ik gun het jullie allemaal enorm, uit de grond van mijn hart. Vooral ook omdat ik zie hoe je er aan toe bent, zo graag die rust wil pakken en zo nodig hebt om te genieten! Dus, ga met God en geniet er van.

Het grappige is dat degene met wie ik in gesprek ben vaak na hun eigen verhaal aan mij vraagt of ik ook nog ga. En hun reactie als ik nee zeg. Dat we al een paar jaar niet gaan, omdat Rob niet meer wil na ons heftige avontuur in Cochem, lees hier maar: http://aline-column.blogspot.com/2018/07/

En dan de reactie: 

- Oh maar thuis kun je ook lekker vakantie vieren toch? Of, als ik zeg dat we misschien een nachtje weggaan: - Dat is heel fijn, dat je toch even weg kan, geniet ervan. Zo lief! Maar ergens broeit er wat in mijn binnenste. Misschien ben ik gewoon wat jaloers hoor, maar wetend dat Rob echt niet meer wilt gaan, is het vooruitzicht op een weekje of twee of drie weg voorlopig van de baan. Terwijl ik ook best behoefte heb aan een andere omgeving, aan rust en aan tijd met mijn gezin zonder al het andere. De afgelopen vakantieweken waren behoorlijk vol zorgen voor anderen, wat niet stopt, nooit, maar zeker niet als je thuis blijft. En toen we dat nachtje weg wilden was mijn man ziek, niets is onprettiger dan ziek zijn in een onbekende omgeving, geloof me. En nee, ik hoef je medelijden niet, ik vind het prima dat we niet gaan, ik vind alleen de reacties op mijn verhaal altijd zo apart. Tuurlijk, de mensen die drie weken Denemarken pakken en dan mij zeggen dat het fijn is dat ik een nachtje weg kon, weten niet anders dan dat drie weken nodig is en vinden het vast enorm knap dat ik aan een nachtje genoeg heb. En hé, ik denk dat als we weer eens kunnen gaan, ik het ook echt weer moet leren: ergens anders zijn, genieten, niet zorgen voor, maar aangewezen en teruggeworpen op jezelf. Dus nu maakt die gedachte me onrustig en gestrest. En vind ik het van anderen gewoon heel knap dat ze alle kinderen op de achterbank bezighouden voor een paar uur, hun caravannetje en tentje neerzetten en kunnen genieten. En iedereen weet wat hij of zij zelf nodig heeft, iedereen kan hierin voor zichzelf denken. Ik weet dat dit ene nachtje nu het meest mogelijke is voor ons en dat er later als we willen een andere tijd komt. Het gaat me gewoon even om wat men zegt.

Denk gewoon even na! Het is voor  niemand te snappen wat een ander nodig heeft, soms weet ik het zelf niet eens. Maar zeg dan niet zoiets stoms als dat ik wel genoeg zal genieten van één nachtje of een vakantie thuis, terwijl jezelf minstens twee weken weg moet gaan. Maar vraag gewoon even verder. Zoals die ene dame pas, waar ik mee sprak op m'n werk.

- Hoe is dat voor jullie, vroeg ze, dat je thuis blijft? Dat is toch meer iets van wat je is overkomen dan dat je daar zelf voor kiest?

Ik had een open gesprekje met haar. Omdat ze verder vroeg. En we wensten elkaar een fijne tijd. Want waar je ook bent, je neemt jezelf mee. En vrede met jezelf, dat is waar het om gaat. Dan kun je genieten van het onbekende of gewoon thuis en op het werk. Genieten van het kleine wat onze grote God ons geeft. Dat kan toch overal? Ik probeer dat in elk geval wel! 

woensdag 30 juni 2021

Hou me vast, gedachten over dementie


Als ik verdwaal in mijn hoofd, zoekend naar woorden

Als ik verdwaal in mijn wijk, zoekend naar mijn huis

Als ik verdwaal in mijn woning, zoekend naar ouders

Als ik verdwaal, waar ben ik dan nog thuis?

Als ik verdwaal in gedachten, mijn zus niet meer vind, 

mijn vriendin, mijn buurvrouw, mijn man en mijn kind...

Als ik zelfs verdwaal in mijn lichaam, 

niet meer weet hoe eten smaakt, hoe ik slikken moet

O alsjeblieft, als ik alles vergeet en weer vergeet

hou me dan vast en laat me voelen dat ik leef

woensdag 19 mei 2021

Groot genoeg




Elke keer raakt het me weer. Bovenstaande afbeelding, die ik gisteren weer zag in de Gebedstuin bij de Zusters. (Elim in Amerongen) Ik was er voor de vijfde keer, voor de tweede keer alleen. De vorige keer regende het dat het goot, maar een echte Hollandse meid als ik ben geeft daar natuurlijk niet om. Toch was ik dankbaar voor het prachtige weer van deze dinsdagmiddag. 

Ik loop de tuin in op de volgorde zoals aangegeven, het boekje in mijn hand. Ik lees de bordjes, maar ook de tekst uit het boekje, terwijl ik voorzichtig neerzak op het boomkrukje. Op het natte boomkrukje. Maar de zon schijnt op mijn gezicht en hoewel ik voor me uitgebeeld zie de breuk tussen God en mensen, ervaar ik Gods genade bovenmate door de warmte van Zijn liefde. 

De zon verdwijnt stilletjes achter een wolk, teken voor mij om verder te gaan, het pad verder te lopen naar nummer twee. Het kruis, de verbindingsschakel tussen God en mensen, waarvan Jezus het middelpunt is. Hij verbindt, herstelt, geneest en bevrijdt. En weer komt de zon. En  weer zak ik op het natte bankje voor de uitbeelding. En weer word ik ontroerd door Gods liefde zo heel dicht bij. 

En elke keer 

als de zon verdwijnt 

en ik verder loop, 

is de zon daar weer, 

nog voor ik bij het volgende punt ben!

Nummer drie, een open graf, Jezus leeft! Nummer vier, de Heilige Geest leidt. Een beeld van Jannie Slingerland staat hier afgebeeld. Ik wil dit graag met jullie delen, daarom heb ik hem er even bij gezocht. Zo mooi is dit. De Heilige Geest is gekomen (Pinksteren) en dat mogen we vieren. Waarom? Omdat we er niet alleen voor staan. Hij leidt. Kijk maar hoe de beeldhouwer dit heeft ontworpen, zo treffend. De Geest leidt niet door dwingend de weg te gaan, dan had hij me wel bij m'n heupen gepakt, zodat ik alleen maar lopen kon waar Hij zou willen. Nee, de Geest staat achter me, staat boven me en leidt. Losjes liggen mijn handen in de Zijne. Zijn handen om de mijne heen. Vlakbij loopt Hij, net achter me, maar Hij is groot genoeg om het overzicht te zien. En als het moet is Hij bij machte me van voren en van achteren te beschermen met Zijn aanwezigheid. En nou ja, ik zeg het maar eerlijk, dat is wel erg fijn ja. Vanuit mezelf gebeurt er niet veel goeds, Zijn leiding en aanwezigheid heb ik zo hard nodig, elk moment van de dag weer!

Dit beeld troost mij enorm. En  het deed me diep van binnen neerknielen bij het beeld van nummer vijf, waar gezegd wordt dat alleen aanbidding overblijft als je op je in laat werken Wie onze God wil zijn. 

En terwijl ik verder ga, afwisselend zittend en lopend, biddend en kijkend, luisterend en lezend kom ik in deze met zonnestralen overgoten gebedstuin bij de Jordaan. In het boekje staat bij deze uitleg het lied van Hans Maat, Sela, Ik zal er zijn. En ik zing het zachtjes voor me uit:

 Ik ben die Ik ben is Uw eeuwige Naam, 

onnoembaar aanwezig kent U mijn bestaan. 

Hoe adembenemend ontroerend dichtbij. 

Uw Naam is Ik ben en Ik zal er zijn. 

En terwijl ik dit vasthoud, loop ik van 10 naar 1, pak mijn fiets en dank God voor Zijn grote genade en liefde. Zichtbaar voel ik het op mijn gezicht, Zijn Zon, Zijn warmte. En terwijl ik alleen maar gebeden had of het droog mocht blijven denk ik er nu over na of ik niet mijn jas uit moet doen, de zon is zo warm. 

God geeft altijd meer dan je vraagt. 

Zo is Hij.

Groot genoeg.



donderdag 29 april 2021

Maatje worden? Hier lees je hoe het niet moet.

 

Dag maatje,

Je hebt geen idee van wat je  Rob hebt aangedaan hè. Ik weet nog hoe je bij ons kwam, de eerste keer dolenthousiast en nee, je ging dit jaren volhouden. Werk was niet het probleem, hier ging je gewoon tijd voor vrij maken. En wat waren we blij. Rob knapte er van op als je kwam en geweest was. Eerst was het spannend, maar al snel was het leuk voor hem en hij ging je zelfs al een beetje vertrouwen. En dan opeens dat appje.

Hoezo een appje?!! Was het niet veel logischer en socialer geweest als je simpelweg weer een afspraak had gemaakt en daarin vertelde, face to face, dat je het niet meer wilde doen? Was je bang voor Robs teleurgestelde blik, was je bang voor zijn verdriet, was je te laf om nog één keer te komen om fatsoenlijk iets af te sluiten en afscheid te nemen?? Ik snap dat niet. Ook niet van de stichting waarvoor je werkt. Je geeft aan dat je het in overleg met hen zo deed. Maar hoe dan? Hoezo zou je een leerling SW adviseren door middel van een app het contact te verbreken? Hoezo geef je haar niet het advies om op z’n minst fysiek afscheid te gaan nemen, omdat dat voor het maatje misschien, maar voor Rob sowieso, zo veel beter is?

Ik ben zeer teleurgesteld in de manier van werken die de stichting door jou heen handhaaft. En dat maakt me vooral het meest boos. Het was prima geweest als tijdens een bezoekje gezegd werd dat je niet meer kon komen. Als je jouw motivatie daarover had ge-uit en gevraagd had aan Rob wat hij er van vindt. Hij had het geaccepteerd hoor, maar hij had ook zijn vragen kunnen stellen. Maar dit? Dit kan ik niet anders zien als laf en mega a-sociaal.

Ik begrijp dat omgaan met Rob en avond aan avond schilderen niet is wat je voor ogen had. Maar er is verschillende keren tegen je gezegd dat je zelf ook een activiteit kon aandragen. Dat Rob dat zelfs nodig heeft en fijn vindt.  Dat was te moeilijk voor je denk ik? Teveel gedoe, teveel bedenken? Tuurlijk is corona een ding. Winkels dicht, restaurantjes dicht, bioscopen en theaters dicht. Erg lastig allemaal. Maar er waren wel alternatieven. Je zag ze niet of je wilde ze niet bedenken. Je was je motivatie volgens mij al erg snel kwijt, had het toch gezegd!

De opmerking van Rob die hij zei toen hij doorkreeg dat je niet meer zou komen was deze: Nu ik weet hoe leuk het is een vriend te hebben, ben ik nu nog meer alleen. Ofwel: was ik er maar nooit aan begonnen. Heb je door wat je kapot hebt gemaakt op deze manier? Heb je door hoeveel schade het berokkent heeft? Nee hè, je leeft lekker je eigen leven en het kan je verder geen barst schelen. Of misschien toch wel? Zit je nu te wachten op een reactie van Rob waarin hij je hartelijk bedankt voor de avonden dat je er wel was? Het was fijn geweest als we dat hadden kunnen doen, dat zeker. Zit je te wachten op een reactie van meeleven voor jezelf over hoe naar het voor je is dat je zo druk bent dat je er niet meer kunt zijn voor de ander? Zit je te wachten op waarderende woorden? We hadden ze je kunnen geven. Maar helaas, je gaf ons de kans niet. Niet face to face en sorry, via de app doe ik dat niet en hoeft Rob dat ook niet te doen.

Ik zie nu de pijn bij Rob. Niet zozeer omdat jij niet meer komt, maar omdat hij geen maatje meer heeft. Ik voel zijn eenzaamheid, merk het aan alles. De glans is uit zijn ogen en hij is nukkig, laat zich leiden (of is het lijden) door moedeloosheid en weet niet wat anders te doen dan dat. Lijkt te denken: beter geen vriend, dan zo één. Zijn verlangen naar iemand die écht om hem geeft en met hem mee wil lopen dit moeilijke leven door is ergens compleet in stukken, maar tegelijk zo enorm groot. Ik zie hem wegkwijnen, hoor hem stil zijn, lees in zijn ogen het verdriet en voel hem terugtrekken. En dat doet mijn moederhart zo’n pijn, ik heb er geen woorden voor.

En toch gaan we door. Zonder jou. We zullen wel moeten en het zal ook weer gaan.

Dankjewel, je hebt me veel geleerd. Vooral dat we uit moeten kijken naar meerdere mensen om Rob heen. Een kring van mensen. Eén maatje is niet genoeg. Die kan zomaar weg zijn. Dat heb ik geleerd. Dank je wel.

Ik hoop dat jij leert, dat beloftes geen loze woorden zijn. Zeker niet voor iemand als onze zoon. Ik hoop dat jij leert dat, hoe het dan ook voor je is, een normaal afscheid en gesprek op z’n plaats zijn. Ik hoop dat je hebt geleerd hoe het niet moet en je later, als je werkt, zulke steken niet meer laat vallen.

En dan de stichting, ik hoop dat jullie leren je vrijwilligers zo te begeleiden dat deze manier van werken niet eens in hun opkomt. Dat ze met respect en liefde voor hun medemens hun maatje tegemoet treden en hen gelijkwaardig of in elk geval menswaardig behandelen. Dat hoop ik echt. Vooral voor mensen als Rob.

Dank je wel voor het lezen. Haal er je winst uit, dan is het nog een beetje tot nut geweest. 


(Na een oproep aan onze kerkelijke gemeente is er weer een maatje gevonden. Maar, één is niet genoeg, dat is gebleken. Reageer gerust even als jij iemand weet die ook wat voor onze Rob zou kunnen betekenen.)

zondag 18 april 2021

U leert me lopen op het water? Nou, liever niet...

Soms kun je het idee hebben dat alles je bij de handen afbreekt. Ken je dat gevoel? Dat je allerlei mensen om je heen ziet omvallen, dat je dingen waarvan je houdt kapot ziet gaan, mensen ziet worstelen met van alles en nog wat, collectief of persoonlijk en dat je dan naar jezelf kijkt en denkt: is dit het nou? 

Is dít het nou? Leven, vreugde, overvloed? Is dit het nou zoals ik zou willen? Is dit het nou zoals God bedoeld heeft? Ken je die vragen ook? Ik wel. En ik heb er al eens eerder over geblogd. Hoe het verleden vat op me krijgt. Wat is er allemaal niet gebeurd in mijn leven wat me heeft veranderd! Wat me heeft gebracht op de plek waar ik nu ben maar ook wat me heeft bezorgd aan gevoel van verdriet, gemis, pijn en verlies? 

Het is op een avond na zo'n dag vol vragen dat er een lied in me op komt. Ik zing het zacht in gedachten en ik voel me enorm getriggerd. Dit is zo'n irritant lied! Waarom komt dat nu op? Waarom lig ik dat nu te zingen terwijl ik wil slapen. 

U leert me lopen op het water  Nee! dat wil ik niet, ik ben echt heel bang voor water!
De oceaan is weids en diep  - Daarom ja, wegzinken en nooit meer terugkomen, dat is wat er dan gebeurd

En als de golven overslaan  Ik voel het en ik huiver, de golven over me heen, dat betekent mijn dood
Dan blijf ik hopen op uw Naam  Nou ja, dat hoop ik dan maar hè
Mijn ziel vindt rust  - Rust? Op het water??
Want in de storm bent U dichtbij   Rust hè, geen storm dan toch, dat gaat toch niet samen op?
Ik ben van U en U van mij Gelukkig maar, dat dan weer wel

Zo beleef ik dat lied. En ik kan er niets aan doen, maar ik kan me zo ergeren aan mensen die dit meezingen en vol overgave hun handen opheffen en zich aan God overgeven. Ik weet, ik ben veilig bij Hem, maar ik ga niet verlangen naar leren lopen op het water. Petrus vroeg erom en Jezus gaf toe, maar het was niet Jezus' eigen keuze om Petrus uit de boot te laten stappen. De rest van de discipelen mocht gewoon blijven zitten. Dan was al heftig genoeg, terwijl de storm en wind hen heen en weer joeg en ze in de pikdonkere nacht alleen maar een zwart diep gat onder zich zagen.  En terwijl ik zeker weet dat God voor me zorgt, dank ik Hem dat ik in mijn bootje mag blijven zitten en Hij naar mij toe komt, me in dat bootje omhelst en vast houdt. Voor mij is dat genoeg. Voor Hem ook.

De zinnen die hierboven ontbreken (voor wie het lied kent) blijven als een enorm refrein in mijn hoofd naschallen, daar, liggend in mijn bed. En uiteindelijk resoneren ze in mijn hart. En ga ik het een beetje begrijpen:

U vraagt me alles los te laten
Daar vind ik U en ik twijfel niet

U leert me alles los te laten... Alles. Loslaten. U leert me dat. En opeens weet ik het. De pijn van het verleden, de angst voor de toekomst. Alles mag ik loslaten. De mensen om me heen waar ik me zorgen over maak. De dingen die gebeuren in mijn kleine en in de grote wereld en de onrust die dat alles teweeg brengt. U leert me alles los te laten. Zo los te laten dat ik weet en niet twijfel dat Hij me vast zal houden. En dan dat zeker weten vasthouden, me vastklampen aan Zijn Woord en aan Mijn Redder. Dan twijfel ik niet. Misschien wel aan deze wereld en mezelf, maar niet aan Hem die deze wereld vasthoudt. 

De diepste zee is vol genade
Uw sterke hand, die houdt mij vast
En als mijn voeten zouden falen
Dan faalt U niet, want Uw trouw houdt stand

Zingend word ik, na een goede nacht, wakker. De zinnen resoneren opnieuw in mijn hart. En ik zing door:

Geest van God, leer mij te gaan over de golven
In vertrouwen U te volgen
Te gaan waar U mij heen leidt
Leid me verder dan mijn voeten kunnen dragen
Ik vertrouw op Uw genade
Want ik ben in Uw nabijheid

Eng? Zeker wel als je kijkt naar de zwarte nacht en het donkere water. Maar ik ben in Zijn nabijheid en vooral andersom: Hij is in mijn nabijheid. Hij zoekt me altijd weer op. En houdt me vast. Dus toch maar zingen, dit lied. Zing je mee? 




dinsdag 30 maart 2021

Schending van de AVGwetgeving

Je kunt zeggen wat je wilt, maar ík vind het gewoon verschrikkelijk. Het is echt nooit mijn bedoeling geweest dat al deze namen nu zomaar op straat liggen. Of in de vijver ernaast. Hoe kan ik nu zo stom zijn! En, erger, het is me al eens eerder overkomen. Maar toen kon ik alles nog rechtzetten. Nu is dat volkomen mislukt. De hele middag lopen zoeken, maar helaas. En dan maar dat deuntje in mijn hoofd hè, van 'Een ezel stoot zich in het gemeen... ja je kent het wel. Blijkt dus maar weer dat ik nog minder nadenk als dat een ezel doen kan. En dat terwijl ik de hersenen er wel voor heb, maar gewoon wat makkelijker ben uitgevallen dan de zojuist genoemde ezel 😉

De dominee heeft nog geluk. Die heeft het gehaald. Ligt niet met naam en al in de vijver. Ik heb net nog even met hem staan praten op de markt, bij onze favoriete kaasboer. Niet gezegd natuurlijk dat ik onderweg ben met een stel Paaskaarten, waar er ook één voor hem en zijn gezin bij zit. Net daarvoor bij al mijn geliefde adresjes langs geweest. -Heb je niets ontvangen, dan ben je evengoed geliefd, maar sta je niet in het geliefde Paaskaartenbestand dit jaar. Vat het vooral niet persoonlijk op!-  Na de markt nog één adresje in de wijk en toen weer wat meer richting huis. Bij de dominee voor stap ik van mijn fiets en kijk verbaasd achterom. M'n hele achterrekje leeg! Sta ik dan met m'n goeie gedrag, voor de deur zonder kaart. Maar hè, wacht. Daar hangt nog iets. En ja hoor, het is de kaart voor ons domineesgezin. Opgelucht gooi ik de kaart in de brievenbus om dan peinzend en zoekend mijn weg in omgekeerde volgorde terug te rijden. Maar wat ik ook vind - wat een hoop zooi ligt er langs de weg hè- ik vind niet de kaarten die ik zoek. Zes zouden er ergens moeten zijn. Ik hoop maar dat iemand ze heeft opgeraapt en bewaard. Ergens een link vindt met de namen er op. Namen ja. Alleen namen. Wat ben ik daar blij om. Niets geen overtreder van de privacywetgeving, niets geen schending van persoonlijke gegevens. Nee, als er adressen op hadden gestaan was ik met de auto gegaan natuurlijk. Dat is veiliger. Voor de kaarten dan, niet voor de auto nu al onze gegevens ergens open  en bloot liggen. 😕

Rest mij nu nieuwe kaarten te gaan kopen en die op een ander moment te gaan bezorgen. Tja, zegt mijn moeder altijd, wie zijn hoofd niet gebruikt moet zijn benen gebruiken... Altijd hebben moeders gelijk! 

Hoewel, de combi moeder en leeg achterrekje is een wat minder leuke herinnering.

Ooit fietste mijn moeder vrolijk, ik hoor haar nog zingen, met mij achterop, dat dacht ze, door de straat, vanuit school naar huis. Ik heb heel hard geroepen, maar ze hoorde het niet. Het achterrekje was volkomen leeg, het zitje waar ik in zat schuurde over het asfalt 😂

Misschien is er toen al een steekje bij me los gegaan. Waardoor ik keer op keer doe waarvan ik best wel weet dat het niet werkt. Een paar losse Paaskaarten onder de snelbinders bijvoorbeeld.

Stel je leest dit, maar je vindt geen mooie kaart van ons door de bus -afzender bekend-  dan hoop ik dat deze blog wat goed maakt. Of, heb jij de kaarten gevonden? Dan weet je me nu te vinden 🙊

Ik wens je fijne en mooie Paasdagen. Niet vergeten: de dood is verslagen, Jezus leeft. 😇




donderdag 25 maart 2021

Dat Hij míjn voeten wilt wassen!

Oorverdovende stilte

Verbaasde gezichten

Onrust en geschuifel

Ik voel mezelf op slot schieten. Irritatie en ergernis strijden om voorrang. Woede komt in me op, ongeloof en ontkenning. Nee! Nee, dit niet! En dan, dwars door al die gevoelens heen een vleugje liefde, Voor die Man daar. Doodse stilte, de spanning is voelbaar tot in het diepst van mijn ziel. Wat is dit? Stomverbaasd kijk ik toe. Niemand zegt wat. Iedereen is met stomheid geslagen. Ik doe mijn ogen dicht. Dit wil ik niet zien. Dit wil ik niet meemaken.

Maar dan is Hij daar. Bij mij. Ik voel het. Nu ben ik aan de beurt. Liefdevol gaan Zijn handen naar mijn voeten. Maar in een fractie, ik trek ze terug. Nee Heere! Dit wil ik echt niet. 

Liefdevol houden Zijn ogen mijn betraande gezicht vast. In Zijn blik zie ik de intensiteit van iemand die van mij houdt. Van iemand die mij door en door kent en tóch van mij houdt. 

Zijn stem klinkt geduldig, zalvend, als balsem op mijn verslagen ziel. 

- Aline, Mijn kind, als Ik je voeten niet mag wassen, heb jij geen deel aan Mij.

De tranen biggelen over mijn wangen als ik aarzelend mijn voeten naar Hem uitsteek. Want bij Hem wil ik horen, dat is wat ik zeker weet. Enigszins terughoudend ben ik nog, weet Hij het wel zeker? Mag ik echt bij Hem horen? Wil Hij überhaupt bij mij horen? Zijn zachte, natte handen nemen mijn voeten. Ik staar er naar. Zijn handen. Mijn voeten. Mijn voeten in Zijn handen. Verbaasd en vertwijfeld schud ik mijn hoofd. Wat ís dit? Zacht wrijft Hij mijn voeten schoon en langzaam ontspannen ze in Zijn handen. Het wrijven wordt stevig, begint op schrobben te lijken. Ik glimlach door mijn tranen heen, wat kent Hij me goed. Dit is precies zoals bij mij past. 

De droge doek neemt langzaam maar zeker alle natte druppels in zich op, mijn voeten stralen als nooit te voren. En terwijl Zijn blik van mijn voeten naar mijn ogen gaat, zie ik een onmetelijke liefde voor mij glinsteren, zijn ogen stralen me als de zon tegemoet. Hij moet het gezien hebben, die blos op mijn wangen, mijn verlegenheid omdat ik werkelijk niet weet waar ik kijken moet. Zacht nodigt Hij me uit Hem aan te kijken. En dan zegt Hij de zoveel omvattende woorden, woorden die ik de rest van mijn leven met me mee zal dragen:

- Aline, ik houd van jou. Ik geef je alles. Ik kies voor jou. Dat is Ja voor jou, Nee tegen Mezelf. Dat doe Ik. Omdat Ik van je houd. Vertrouw maar op Mij.

En terwijl Jezus verder gaat met het wassen van de voeten van mijn vrienden, bekijk ik de mijne eens goed. Ze glimmen, zijn als een nieuwe huid. Geen eeltplekjes, geen likdoorns, geen kalknagels. En zelfs.. stiekem ruik ik even. Het is enkel liefde wat ik ruik. Alles is blinkend schoon. En ik weet hoe dat komt: Zijn handen raakten mijn voeten, Zijn liefde waste ze schoon, Zijn reinheid ontsmette mij. Alles, ja alles aan Hem is rein, is goed, is liefde. 

Geïnspireerd door de Bijbelstudie op pag. 82-84van het boekje Kijken en luisteren naar Jezus, red. Jos Douma


donderdag 18 maart 2021

Over afleiding en focus, een keuze

 Het zijn de laatste pagina's van mijn boekje. Best jammer en ik kijk uit naar het derde deeltje. Ook goed om even alles te laten bezinken en hierin wat rust te nemen.

Zoals vaak zo pakt een bepaalde zin me ook nu weer:

Zeg je JA tegen jezelf, dan zeg je NEE tegen de ander. 

Zeg je JA tegen de ander, dan zeg je NEE tegen jezelf. 

Klinkt logisch denk je misschien. Inderdaad. Maar hoe lastig is het ook. Hoe vaak kiezen we voor onszelf zonder door te hebben dat we dan de ander laten? Hoe vaak andersom? Hoe vaak ga je door en door voor Jan en alleman zonder te luisteren naar wat je zelf nodig hebt? Hoe vaak lig je lui achter je mobieltje terwijl iemand je hulp of aandacht goed kan gebruiken? 

Bovenstaande zin is geschreven in het hoofdstuk 'Omgaan met afleidingen'. Dingen die je afleiden van waar je eigenlijk mee bezig was of waar je mee bezig wilde gaan. O! Ik herken dat zo! Jij dan? 

Dan wil ik even een appje sturen, ja een heel belangrijke hoor en dan zie ik al die andere appjes die binnen zijn gekomen. Leg ik mijn mobiel weer neer, na een kwartier of zo en bedenk me dan opeens pas dat ik een appje zou sturen die best wel heel belangrijk is. Herkenbaar?

Of, erger, ik app gewoon door terwijl mijn zoon tegen me praat en dan doe ik ook nog of ik luister. Terwijl ik niet de volle aandacht en focus op hem gericht heb, maar misschien maar zo'n 25% 😵 Waarmee ik hem heel duidelijk laat merken dat niet hij maar mijn mobiel, of, zo je wilt, mijn contacten op de mobiel belangrijker zijn. Een schokkende constatering, zowel voor hem als nu ook voor mezelf.

De auteur van dit boekje heeft het over volle focus, volledig geconcentreerd, absolute aandacht en één ding tegelijk. Dat is beter voor je geest, beter voor je relaties en beter voor je prestaties.

Ik merk dat ik er echt weer even op moet oefenen. Zowel op dat leven zonder me af te laten leiden als om elke keer de keuze te maken: Wat wil ik? Kies ik voor verleiding, dan heb ik geen tijd om naar mijn zoon te luisteren. Kies ik voor een poosje swipen op mijn mobiel, dan heb ik minder tijd voor Bijbelstudie. Dus leer ik, wat ik niet met volle aandacht doet gaat ten koste aan mijn werk en relaties, zowel de relatie met mijzelf, als die met de mensen om me heen en als die met God. 

Alles in het leven is een keuze. Kies je voor JA tegen jezelf (en dat mag echt!) dan kun je op dat moment niet voor de ander gaan. En andersom. Het maakt niet uit wat je kiest. Als je het maar kiest met je hart, zó dat je er zelf achter staat en je je voor 100% kunt geven aan de door jouw gekozen focus op dat moment. 

In de Bijbel in Gewone Taal staat, 2 Korinthe 8:13  'Het is niet de bedoeling dat jullie zelf in moeilijkheden komen, door anderen te helpen.' En, in hoofdstuk 9: 'Je moet van harte geven, niet omdat het verplicht is. Want God houdt van mensen die met vreugde geven.' (vers 7) Nuchtere waarheid. Geef je meer dan jezelf aan kunt, dan geef je evengoed niet met de juiste focus en de juiste houding. 

Wat een wijsheid hè. Nu de uitdaging aangaan. Dat is nog ff een ... 

TING... Oeps een appje, wacht even hoor, ik ben zo terug! 😏  


Inspiratie uit het boekje van Tineke Wuister, getiteld Zicht 

woensdag 3 maart 2021

Mondkapjesplicht

 -Goedemiddag!

Ik groet de dame vriendelijke. Ze komt wat afhalen. Is het halve centrum al langs geweest, want haar tassen zijn vol en haar handen ook. In de ene hand een mondkapje, die ze probeert om te doen. In haar andere hand allerlei andere dingen.

-U mag het mondkapje wel afhouden hoor, u bent momenteel niet in een publieke ruimte.

Geen reactie. Mevrouw gaat door met haar onmogelijke opdracht het elastiekje goed om dat rechteroor te wikkelen, zodat ze door kan naar haar linkeroor. 

Ik probeer het nog eens. Mevrouw lacht naar me en zegt: -Even wachten hoor. Ze prutst verder aan het kapje en reageert weer met Even wachten hoor als ik haar nog eens vertel dat dat mondkapje hier niet hoeft. 

Hèhè, met een zucht zet ze het kapje over haar neus. Het is gelukt. 

-Wat zei u nu eigenlijk? 

Opgelucht schuift mevrouw het mondkapje van haar neus. Ik zie haar ogen groot worden, verwarring, verbazing, enthousiasme winnen het om de beurt op haar gezicht terwijl ze luistert naar wat ik zeg. 

- Je hebt gelijk! zegt ze verrast. Het stoffe gevalletje schuift van haar mond, hangt onder haar kin en, veel sneller dan op, doet ze het af. Ik geef haar de spullen die ze op komt halen en kijk haar na. 

Ik ben verbaasd. Waarom zijn mensen zo ongelooflijk mak. We kregen een mondkapjesplicht voor drie maanden. Van 1 december tot 1 maart, toch? En 1 maart is de dag dat ik mevrouw zag worstelen met dat doekje voor haar neus. Een doekje vol bacteriën en zweet, stofjes van ons zelf die niet goed voor ons zijn, maar we wel steeds inademen, als je niet bij elke winkel een schone pakt. En zeg nou zelf, wie doet dat nou.

Gelukkig was het een wet voor drie maanden. Met een eventuele verlenging. Ik heb op de laatste persconferentie niet van verlenging gehoord. En dus magtie af. Buiten beschouwing gelaten dat inmiddels wel bewezen is dat het niet helpt. 

Zojuist vertelde ik dit verhaal aan mijn vriendin. Blijkt dat er ergens op het wereldwijde web staat dat de wet met drie maanden is verlengd. Wel handig om dat even te communiceren. Door dat niet te doen, maak je geen slapende massa's wakker en blijft iedereen netjes doen wat jij wilt dat je doet. Mondje dicht en verlengen maar. 

Binnen mijn gezin probeer ik altijd goed te communiceren. Zonder omhaal van woorden, duidelijk en correct. En met de motivatie waarom we iets doen. Dat werkt het beste, weet ik. Is dát misschien iets voor de politiek? 

woensdag 24 februari 2021

Het is nooit to much

 'Al was het maar één kruimel.'

De titel van het dagboekstukje staart me vrolijk aan, de donkeroranje letters doen vóórkomen alsof dit de mooiste woorden uit de Bijbel zijn. En nog voor ik begin te lezen voel ik de ergernis. Zoals altijd als ik dit lees. 

'Al was het maar één kruimel.'

De zin uit de Bijbel is uitgesproken door een vrouw die niet bij het volk van Israël hoorde, maar wel aan Jezus vroeg om genezing. Het gesprek gaat over in een voorbeeld waarin de vrouw uiteindelijk zegt dat de honden die rond de eettafel lopen de kruimeltjes die de kinderen laten vallen, onder die tafel oplikken. 

'Al was het maar één kruimel.'

Heeft de vrouw het hier over zichzelf, dat ze als een hondje de kruimels likt? Zo wordt het wel vaak gebracht. Maar mijns inziens gaat ze gewoon mee in het voorbeeld wat Jezus haar geeft. Hij zegt eerder in het gesprek dat het niet goed is eerst de hondjes iets te geven nog voor de kinderen het brood hebben gehad. En ja, daar kan ik het wel mee eens zijn. En deze vrouw beaamt dat. Ja zegt ze, maar diezelfde hondjes likken wel de kruimels onder tafel op.

'Al was het maar één kruimel.'

Heeft de vrouw genoeg aan een kruimel? Of: Moeten wij God bidden om een kruimel genade, een beetje genezing? Terwijl Zijn enorme liefde voor ons, ons alles wil geven wat we nodig hebben? Mogen we genoegen nemen met alleen maar een kruimel van Zijn heerlijkheid? Lees maar eens goed. De vrouw komt naar Jezus toe om te vragen of Hij de demon uit haar dochter wilt uitwerpen. Niet een beetje demon, niet een kruimeltje demon maar gewoon helemaal. Voor altijd over en uit dat meiske, volledig genezen. Dus als we het voorbeeld van deze niet Joodse vrouw mogen volgen, mogen we bidden om alles, compleet en volledig. Eenvoudig weg omdat Jezus geen half werk doet.

'Al was het maar één kruimel.'

De laatste tijd hoor ik enorm veel bidden in allerlei kerken. Wat bidden we? Of de maatregelen weer minder mogen worden, of corona minder mag worden, of het vaccin wel helpt, en o ja, dank U Heere, voor het vaccin 😳 Laatst hoorde ik een dominee die wel dankte voor het vaccin maar niet bad of God de corona compleet wilde verwijderen, verwoesten, uitwerpen. Als die vrouw die dat bidt voor haar dochtertje. Werp hem uit Heere, die demon en maak alstublieft mijn dochtertje gezond! 

'Al was het maar één kruimel.'

Misschien is het goed. Nee, fout. Het is goed om samen op de knieën te gaan, onze plaats te weten, klein voor onze God te worden, onze schuld te belijden, ook de collectieve schuld van ons land en in Zijn Naam te bidden dat corona compleet verdwijnt. En niet alleen dat virus, maar ook al het lijden wat het met zich mee brengt. Psychisch, sociaal, financieel en maatschappelijk. Niet zodat we door kunnen in deze wereld zoals we gewend zijn of waren, maar tot eer van onze God en Heere, die alle ziekten, alle zonden op zich genomen heeft zodat Hij ons Zijn liefde kon geven.

'Al was het maar één kruimel.'

Nee, Hij gaf zichzelf. Hij gaf alles. En dat wil Hij nog doen. Bid daarom om herstel, vernieuwing,  bekering en gezondheid in Zijn Naam. Hij geeft graag en in overvloed. Vaak is dat meer dan we durven vragen. Dus waarom niet gewoon doen? 

donderdag 11 februari 2021

Mijn opa, dank je wel voor wie je was

 Mijn opa. Hij was van 1906 en 68 toen ik werd geboren. In zijn werkzame leven busschauffeur, maar daar ben ik me nooit echt bewust van geweest. Hij was stapel op me, al vanaf het allereerste begin. Misschien omdat ik vernoemd was naar zijn vrouw, mijn oma? Of omdat ik leek op z’n enige dochter, mijn  moeder? Opa was dol op de tuin, hield kippen, echt een megaschuur vol! En later, toen het teveel werd, fazanten. Hij at graag vis en elke dag een bordje rijstemeel, net als ik nu doe! Hij zat altijd stil te luisteren naar de dominee vanuit het kastje, maar ging, in mijn beleving, nooit mee naar de kerk, waarom weet ik eigenlijk niet, maar oma zat altijd alleen. Ik mocht vaak bij haar zitten, bank 20, daar zat ze op het hoekje. En daar bleef ze zitten, ook na opa’s dood. 

Opa zat graag op zijn eigen stoel, okergeel wastie en het had grote armleuningen. Hij zat dan voor het raam en naast de radiator, dat was toen een hele brede hoge kachel, waar je heerlijke warmte van kreeg en met je hele rug tegenaan kon zitten. Maar ’t liefst zat ik bij opa op schoot. Opa was een erg stille man, maar kon me soms opeens een aai over m’n hoofd geven en zei dan liefdevol: "Mien deerntie". 

Hij was een man van weinig woorden, ging stil zijn weg, deed wat gedaan moest worden en was veilig. Heel erg veilig. Ik wist precies wat ik aan hem had. En wist: bij opa is het goed te zijn. Bijna elke woensdagmiddag en zaterdag was ik bij opa en oma. Ik zong, speelde blokfluit of speelde met mijn nichtjes. Maar nooit ging ik weg zonder even bij opa te hebben gezeten. Hij keek naar buiten en stak zijn hand op naar iedereen die naar binnenkeek. Dat was mijn opa, stil, teruggetrokken maar veilig en vriendelijk. En terwijl de beperkingen hem zwaar vielen, slecht kunnen lopen, weinig meer horen, vergeetachtig worden met de daarbij behorende dingen als afscheid nemen van zijn kippen, zijn auto en van een gezond lijf bleef opa voor mij opa. En ik? Ik bleef zijn deerntie. En voor mij was dat genoeg.

Zijn overlijden overrompelde me enorm. We waren op vakantie en juist die dag zou hij met oma bij ons komen. Wát keek ik daar naar uit. Maar opa kwam niet. Hoe heftig was dat voor me! Maar wat een troost, waarmee ik nu leven kan is dit: mijn opa hield van mij. Hij heeft me geleerd wat het is om je veilig te kunnen voelen bij de ander. Om te kunnen vertrouwen, lief te hebben en te genieten van iemands aanwezigheid. Want hij was mijn opa. En ik zijn deerntie.

Dank je wel opa, voor de mooie jaren die je me gaf. Dank je wel voor wat je me leerde, wat je me in de stille, kostbare momenten liet zien en vertelde. Dank je wel voor de intense verbondenheid die we met elkaar voelden. Dank je wel dat je mijn opa was. En ik jouw deerntie.


Geschreven nav de opdracht van mijn cursus Rouwconsulent. 

donderdag 4 februari 2021

Stop het gevecht, omhels je situatie

Terwijl mijn oren licht suizen en het kussen één oor helemaal doof maakt, open ik voorzichtig mijn ogen. Gelukkig, het lampje doet het nog. Ik sluit mijn ogen weer en haal eens diep adem. Mijn hand onder mijn buik gedraaid, stevig tegen mijn lijf aangedrukt en ik draai maar gewoon even helemaal op mijn buik. De hand ondersteunt mijn rug, maar niet heel lang kan ik zo liggen. Het is mijn lighouding als ik onrustig ben. Alsof ik dan met heel mijn gewicht mijn matras in zak. Alsof dat helpt. Maar eigenlijk helpt niets. Al sinds ik corona had, is dit mijn manier van in slaap vallen. De onrust neemt toe naarmate ik slechter slaap. Want stel dat ik wakker word en niet meer kan slapen? Ik heb al verschillende keren op een uiterst vroeg tijdstip beneden gezeten. Want eenmaal wakker, dan wil mijn lijf actie. Om zo de onrust weg te werken. Maar ondertussen word ik steeds meer moe 😓

Stil wacht ik tot het kloppen van mijn hart, wat zich uit in gebons in mijn oren, wat minder wordt. Ik tel mijn hartslag, probeer hem zo zachtjes aan wat te laten zakken. Ik zing in stilte een psalm, psalm 84 deze keer, alle verzen. Dat helpt me te richten op mijn Koning in plaats van op mijn onrust. Want die relatie wil ik voeden en niet mijn angst. 

Dan is daar opeens die gedachte. Of is het een stem in mijn hart? Ja, ik geloof het echt. God komt heel persoonlijk tot mij en spreekt mij aan. Een liefdevolle vermaning klinkt in mijn hart en resoneert in mijn hele lijf. Woorden die ik niet mag vergeten! 

'Mijn lieve dochter. Stop nu toch eens met dat vechten. Je bent alleen maar aan het vechten tegen alles wat er gebeurt en gebeurd is. Stop er maar mee, je wint het toch niet. Omhels deze wereld, met alle lellende die er in is. Omhels deze wereld, want Ik heb hem gemaakt en Ik houd hem vast. Omhels de situatie waar je in zit en geef Mijn liefde en genade door aan anderen. Door een glimlach, een positief woord, door liefde te geven die je van Mij hebt ontvangen. En ja, terwijl jij Mijn wereld omhelst, houd Ik je vast. Ik draag je door deze moeilijke tijden en Ik houd alles in mijn hand.' 

En met dat deze woorden zich één maken met mijn lijf en geest komt er een rust over me die ik in tijden niet gehad hebt. En met de zekerheid dat God me vasthoudt, voel ik dat het me lukt om deze wereld te omhelzen, corona te omhelzen, onze situatie te omhelzen en de beperkingen te omhelzen. En ik ervaar  dat ik kracht krijg om dwars door die situatie's heen het verschil te maken. Ik voel mijn vechtlust tegen alle maatregelen verdwijnen. Ik hoef helemaal niet te vechten. Het is Gods strijd. Ik hoef eigenlijk helemaal niets. Hij houdt me vast en door Hem kan ik worden wie Hij wilt dat ik ben. 

Die nacht slaap ik weer niet in één keer door. Maar de momenten dat ik wakker lig, ervaar ik zo Zijn aanwezigheid dat ik rustig kan blijven liggen en mag genieten van het feit gedragen te worden. En denk ik na. Is omhelzen hetzelfde als accepteren? In zekere zin wel, maar voor mij voelt het nu niet alsof ik alles klakkeloos aan ga nemen van wat moet. Ik blijf kritisch kijken naar alles wat er gebeurt, maar boven alles staat Mijn Heere, die vasthoudt en draagt. Dat wist ik al, maar weet dat nu uit eerste Hand. Hij, de God van vrede en rust geeft dan ook rust. 

Als ik van de wekker wakker wordt (!) en peins over deze bijzondere nacht, komt als bevestiging het lied van Matthijn Buwalda in mij op. Klik hier maar even, de tekst lees je hieronder. 

Sterke held
Ik kijk naar jouw gevecht
Je sterke rug lijkt elke dag
Een beetje minder recht
Geef je hand
En geen gebalde vuist
Ik kan niets geven
Zo lang jij voor Mij je handen sluit

Je kunt de strijd tegen jezelf niet winnen
Al vecht je door tot aan de dood
Je kunt er niets tegen beginnen
Dus waarom houd jij je groot?

Staak de strijd
Dit is niet langer jouw gevecht
Verlies jezelf
Dan win je echt
Geef het aan Mij
Stop je verzet

Staak de strijd
Die Ik gewonnen heb voor jou
omdat je die nooit winnen zou
Geef het aan Mij
En word gered

Sterke held
Geef mij je woede maar
Als jij je over geeft
Ligt hier de overwinning klaar
Laar het los
En geef je last aan Mij
Ik heb gevochten aan een kruis
zodat je vrij kunt zijn

Als je uitgeput bent
Kom tot Mij
Als je moe gestreden bent
Ik sta aan jouw kant
Als je stil kunt zijn
En je Mij als God erkent

vrijdag 29 januari 2021

Over mantelzorgen gesproken

Het wordt tijd dat ik de agenda er maar eens bij ga pakken. Na maandenlang haast geen afspraken, is het deze week een volle week. En met dubbele gevoelens bekijk ik de twee pagina's. Eigenlijk is dit niet zoals ik zou willen. Leuk, erg leuk, lunchen bij een vriendin. Daar kijk ik echt naar uit en die afspraak staat al heel lang. Net als de meeting met mensen die zorg dragen voor iemand, waarin het vooral zal gaan over mantelzorg. Handvatten daarover zijn altijd welkom. Dus ook dat is een goed idee.

Maar na die twee afspraken is er ongemerkt nog wat bijgekomen. Want, je raad het nooit, we hebben onze PGB voor Rob weer terug! Ergens tijdens onze quarantaine belde het CIZ en bood gewoon PGB aan. Omdat Rob per 1 januari naar de WLZ zou gaan. Hoort standaard PGB bij. Tjonge, ik was er compleet van van de kaart. Ook omdat de WMO geen geld voor hem beschikbaar wilde stellen... 

Maar wat een geregel! Er werd zelfs een afspraak gepland voor een meeting met de zorgconsuelente van het zorgkantoor. Maandagmorgen zat ik twee uren achter het scherm informatie op te slaan en op te schrijven over wat er allemaal van me werd verwacht. Waardoor ik de rest van de week druk was met de zorgverleners, die we grotendeels wel hadden aangehouden maar zelf betaalden vorig jaar. Zorgovereenkomsten, handtekeningen verzamelen, doelen beschrijven en hoe ga je dan begeleiden zodat je die doelen haalt? De rest van de week was ik daar veel mee bezig. Allemaal dingen die ik zondag niet in mijn agenda zag staan en eigenlijk ook niet had bedacht. 

Als ik donderdag ook nog een gesprek heb met en over mensen die me erg na staan, ben ik voorlopig wel weer even klaar met praten over mantelzorgen. Dus dan de praktijk maar eens testen. Rob is diezelfde donderdag ziek. Met enorme hoofdpijn ligt hij beroerd te zijn. En als hij zich zo voelt is hij direct weer klein, dan zakt zijn sociale leeftijd naar het peuter zijn. Heel intensief is dat. Jammer, mijn dag voor mezelf was al onderbroken door dat gesprek, maar nu zou het helemaal niets meer worden. Daarnaast zorgde het besluit van het maatje van Rob ervoor dat ik de hele donderdagavond weer in alle staten van paraatheid was. Ze zou niet meer komen, vertelde ze hem op de app (!) en Rob is zo vreselijk teleurgesteld en boos dat het mij enorm pijn doet. Zijn conclusie na drie maanden een maatje te hebben gehad? -Nu ik weet hoe het is om een vriend te hebben, voel ik me nog meer alleen. 

En zo aan het einde van deze intensieve week zucht ik eens diep en vraag me af hoe dit toch zo kon gebeuren. Gewoon ook haast de hele week over één en hetzelfde thema. Vóór corona was dit overigens vrij normaal. Ik ben het gewoon niet meer gewend! 

Dus toen ik vanochtend, helaas, om half zes wakker werd, een paar uur later alweer klaar was met de dag en tegen mijn man zei dat ik zin had om wat geks te doen, heb ik de stoute schoenen aangetrokken en hem mijn grootste verlangen verteld: 

-Laten we weggaan. Ik ben deze puinhoop van een wereld zo zat. 😥 Dus gingen we, gewapend met goede schoenen. Het bos in. Omdat hij niet naar zee wilde. De regen leek me extra leuk hierin. Soms is lopen in de regen alsof alles van je af spoelt. Maar tot grote opluchting van mijn man stopte de regen nog voor we weggingen. Ik heb gestampt in de plassen, gegleden door de modder, mijn schoenen laten zinken in de zachte, kleiachtige grond. Boomschors bevoeld, modder fijngeknepen. En eindelijk voelde ik me weer eens gewoon zoals ik ben: lekker gek. Ofwel Gods eigen kind. Eén met de Schepper dankzij Zijn onmisbare schepping. 

donderdag 21 januari 2021

Dubbele focus

Vandaag ben ik te gast bij Willeke in huis. Sterker nog, naast gast ben ik tegelijk ook gastvrouw. Gelukkig belde ze gisteren nog even ter herinnering.

-Als je er morgen tussen half negen en half tien bent is dat goed. En terwijl ze doorratelde over wat er ging gebeuren en wat ik moest weten, kraakten mijn hersenen aan alle kanten. Wát vergeet ik hier? Dus vraag ik of ze me helpen kan. En ja hoor, ik had beloofd de hele dag in haar appartement te zijn om de mannen op te vangen die een nieuwe ketel zouden plaatsen. Oh ja! Het begint me te dagen. De agenda is zó leeg, dat ik gewoon vergeet te kijken of er wat in staat. Maar dit staat er inderdaad: 'de hele dag bij Willeke'. 

Gisterenavond alvast mijn tas gepakt. De donderdag is mijn dag, dus wat mee moest was niet moeilijk. Mijn laptop, mijn ik-werk-aan-mezelf-boekje, de Schrijfbijbel, stilletijd boekje, wat eten. Eten? Oh help, geen eten in huis. Geen groente voor een salade of zo. En brood eet ik niet echt, dus daar moet ik nog even wat op verzinnen. 

Met een veel te zware fietstas verplaatste ik me vanmorgen in alle vroegte een aantal kilometers verder. Ik hijs mijn grote, zware tas uit de rechterkant en haal uit de andere kant mijn laptop. Ik klauter de trappen op en nog voor ik goed en wel voor de voordeur sta, word ik al aangesproken. Of ik de bewoner ben. Vandaag wel, grijns ik en doe de deur open. Ze hoeven niet alles te weten hè, die werklui. Ze stomen achter me aan de gang in en gaan direct keihard in overleg. Ik sluit de deur van de woonkamer en laat mijn tassen zachtjes op de bank vallen. Mijn taak zit er feitelijk al op, ik heb de deur voor ze open gedaan. Maar het wachten tot ze klaar zijn, is minder snel geregeld. Ik kom er achter dat ze eerst alle appartementen langs gaan, overleggen, dan overal de nieuwe ketel plaatsen en dan nog een nieuwe afzuiger. Regelmatig, als alles heel stil is in de gang, sluip ik de kamer uit, spiek om het hoekje en ren naar het toilet. Geen haar op mijn hoofd, of, geen man in de gang die mij zal horen plassen! 😆 Ik werk in stilte heerlijk aan mezelf, doe Bijbelstudie en maak deze blog. Wat een rust, wat een weldaad. Niemand heeft me hier nodig, niemand is er die me stoort. 

Mijn Ik-werk-aan-mezelf-boekje getiteld Zicht gaat vandaag over focus. Activiteiten plannen, doelen uitschrijven en je focus houden bij dat wat belangrijk is. Dat vind ik zó lastig! Ik ben zo gewend overal op in te springen bij wat er gebeurt, wie me nodig heeft en daarmee alles wat voor mezelf belangrijk is aan de kant te zetten. En toch, al lezend merk ik dat het misschien wel goed is, dat plannen en doelen stellen. Maar jaar- en kwartaaldoelen, nee hoor, dat kan ik niet. Stel je voor, ik leef al jaren met de dag en zou deze dag een jaardoel moeten omschrijven? Maar dan opeens is het er toch. En opeens is er nog een. Twee doelen binnen een halve minuut. Ik  verras mezelf. Wat rust niet al met je creatieve brein doet hè 🙊

Dit jaar wil ik dolgraag een PostHBO opleiding gaan doen, schriftelijk, in eigen tijd en ruimte, maar ook dit jaar graag afronden. Ik verdiep me er nog eens goed in en weet dan, ja dit wil ik! En ja, dit ga ik ook doen! Vanavond nog even goed thuis doorspreken en dan inschrijven maar. Doel twee is een mooie woning vinden voor onze Rob. Beschermd wonen, maar met zijn grenzen van privacy en zelfstandigheid. Wordt nog een hele klus, maar de indicatie voor 24/7 is binnen en vanuit het niets krijgen we een clientondersteuner en een consulente zodat ik niet veel zelf hoef te doen en al helemaal niet het wiel hoef uit te vinden. Hoop ik... 

Tevreden zit ik een uurtje later aan de koffie, bezorgt door LEF smoothie en lunch in Veenendaal. Ook de salade hebben ze bezorgd en een stevige proteinesmoothie. Wat een verwennerij! Wat een heerlijke dag. Hier krijg ik echt weer wat energie van. 

De Bijbelstudie is van Focus en gaat vandaag over Jezus aan de oever van de zee. Hij spreekt de discipelen aan, geeft ze een tip en belooft dat het goed komt. Hij nodigt ze uit om samen te eten, zowel van dat eten dat al op het vuurtje ligt, als van de vissen die de discipelen dankzij Hem hadden gevangen. Jezus als liefdevolle, zorgzame Vriend, die alles voor me heeft maar toch ook dat wat ik meeneem gebruiken wil. 

Het komt mooi samen vandaag. De Focus is wel duidelijk: 'Wees gehoorzaam aan de opdracht van Jezus en doe in het dagelijks leven ook wat bij je hoort en bij je past.' Grote kans dat het op elkaar aansluit. En zo kom ik vandaag, in alle rust, tot mijn doel. De focus is Jezus, ook in de alledaagse dingen, maar ook in jaardoelen. Wat Hij allang overziet trouwens. Gelukkig maar, want ik leef met de dag. Ook een advies van Jezus 😇



donderdag 14 januari 2021

Jezus regeert

'Nog een dag, dan is het huis weer voor onszelf, heb ik af en toe het huis weer alleen en kunnen we weer wonen op de plek die daarvoor is bedoeld.'

Hiermee eindigde ik mijn vorige blog van o zo 2020. Want dat is wat ik dacht dat er ging gebeuren. Maar niets is wat het lijkt. Diezelfde dag kwam manlief thuis met wat klachten als hoesten en moe. Logisch, na zo'n verbouwing klap je toch een beetje in, niet waar? Maar de klachten bleven en verergerden en vanaf toen zaten we zomaar opeens in quarantaine. Dolblij waren we dat het niet wat eerder gebeurde! Dan had zoveel niet door kunnen gaan! Nu konden we volop genieten van onze nieuwe keuken, de houtkachel en ons oude maar o zo vertrouwde bankstel. Maar het voelde wat vreemd. Niet thuis. En het was natuurlijk een verplicht nummertje, dat thuisblijven. Niets aan dus. Al het werk wat ons wachtte probeerde ik nog netjes te doen, maar vermoeidheid nam de overhand en de spierpijn die bij mij kwam opzetten was verre van normaal. Met totaal andere klachten, was de diagnose hetzelfde. Corona. Ook de jongens deden goed mee. En zo duurde het twee weken voor we weer naar buiten zijn gegaan. We brachten, net als vele anderen Kerst in afzondering door. Reikhalzend keek ik uit naar de dag dat ik weer klachtenvrij zou zijn en naar buiten mocht. Maar o help, zo simpel ging dat niet. Ergens was een blokkade ontstaan die me toefluisterde dat het buiten eng was. Er kwam een enorme onrust in mijn lijf die zich uitte in paniekaanvallen 's nachts. Als het donker dreigde, de straat in dikke duisternis was gehuld, mijn slaapkamer aanvoelde als een gevangenis en heel mijn lijf en geest protesteerden bij elk rustmoment die ik nam. Rust? Niets ervan. Actie! Bewegen! De manier om de onrust uit mijn lijf te krijgen. Maar ondertussen zag ik er enorm tegenop naar de super te gaan, te moeten gaan werken, helemaal in m'n uppie, zelfs zonder klanten! en weer bij al die andere mensen te zijn. Dit was echt heel raar. Ik herkende mezelf niet meer. Alles was anders geworden na twee weken binnen zitten. Mijn huis was anders, mooi maar best wennen en dat gaf een soort van vakantiegevoel. Mijn lijf deed gek, na de rust en het ziek zijn van twee weken, alsof ik op vakantie was in eigen huis. Dus dan zal buiten in deze grote donkere wereld ook wel alles anders zijn.

Ik ben als eerste naar de Ekoplaza gegaan. Gewoon omdat ik het daar niet druk verwachtte. Dat zou ik toch wel aan kunnen? En ja hoor, dat ging prima. Die ene klant achter me, dat was vooral gezellig. En langzaam maar zeker kwam ik tot de ontdekking dat de wereld niet zo heel gek anders was geworden in de afgelopen weken. Niet anders. Wel wat gekker. De mensen zijn niet meer zo vriendelijk, de meesten kijken me angstvallig aan, houden fikse afstand, of, onherkenbaar als ze zijn met zo'n mondkapje, ze komen te dichtbij zonder vriendelijk te doen. Het sfeertje van ik-voor-mezelf-en-jij-zoekt-het-maar-uit heeft absoluut de overhand gekregen. Angst lijkt te regeren en de onrust in mijn lijf doet daar lekker aan mee. 

Maar ho, wacht even, spreek ik mezelf toe. Wat nou angst regeert! Daar is toch zeker helemaal niets van waar? God regeert. Ik hoef niet bang te zijn, want Hij staat voor mij, achter mij, boven mij en onder mij. Hij is om mij heen en vooral ook in mij. Zijn Vrede en Licht regeren in mij en door mij heen. Ervaar ik dat steeds, leef ik steeds zo? Nee, de onrust neemt nog regelmatig de overhand. Want wat kan ik anders zeggen dan dat deze, door Zijn hand geschapen, wereld knettergek lijkt te zijn geworden? Maar toch weet ik: ik -en jij-, wij hoeven niet bang te zijn. Bij Hem zijn we veilig, wat er ook gebeurt. En ik moedig mezelf aan dát te blijven geloven, Hem te blijven zoeken en vinden, de relatie open te houden, het lijntje kort te houden en in Zijn aanwezigheid te schuilen. Hij is mijn enige houvast. Hij is  mijn Koning. Niet corona regeert, niet de angst regeert maar Jezus regeert. Zelfs dwars door onrust en duisternis heen regeert Hij met Zijn vrede en Licht in mij. Duizendmaal Dank o Heer!

Pagina's