Hij was een man van
weinig woorden, ging stil zijn weg, deed
wat gedaan moest worden en was veilig. Heel erg veilig. Ik wist precies wat ik
aan hem had. En wist: bij opa is het goed te zijn. Bijna elke woensdagmiddag en
zaterdag was ik bij opa en oma. Ik zong, speelde blokfluit of speelde met mijn
nichtjes. Maar nooit ging ik weg zonder even bij opa te hebben gezeten. Hij
keek naar buiten en stak zijn hand op naar iedereen die naar binnenkeek. Dat
was mijn opa, stil, teruggetrokken maar veilig en vriendelijk. En terwijl de
beperkingen hem zwaar vielen, slecht kunnen lopen, weinig meer horen, vergeetachtig
worden met de daarbij behorende dingen als afscheid nemen van zijn kippen, zijn
auto en van een gezond lijf bleef opa voor mij opa. En ik? Ik bleef zijn
deerntie. En voor mij was dat genoeg.
Zijn overlijden overrompelde me enorm. We waren op vakantie en juist die dag zou hij met oma bij ons komen. Wát keek ik daar naar uit. Maar opa kwam niet. Hoe heftig was dat voor me! Maar wat een troost, waarmee ik nu leven kan is dit: mijn opa hield van mij. Hij heeft me geleerd wat het is om je veilig te kunnen voelen bij de ander. Om te kunnen vertrouwen, lief te hebben en te genieten van iemands aanwezigheid. Want hij was mijn opa. En ik zijn deerntie.
Dank je wel opa,
voor de mooie jaren die je me gaf. Dank je wel voor wat je me leerde, wat je me
in de stille, kostbare momenten liet zien en vertelde. Dank je wel voor de intense
verbondenheid die we met elkaar voelden. Dank je wel dat je mijn opa was. En ik
jouw deerntie.
Geschreven nav de opdracht van mijn cursus Rouwconsulent.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een berichtje achter, dat waardeer ik en lees ik met plezier!