maandag 23 maart 2020

Liefde doet

Zo, m'n mooiste kleren aan, mijn geld in mijn buidel, huissleutel op zak. Alles klaar, checkcheck dubbel check. Yeh, ik kan gaan.
Terwijl ik de voordeur zorgvuldig op slot draai word ik overvallen door een intens gevoel van teleurstelling. Moet je zien hoe druk het al is. Ik heb echt mijn tijd weer verspild door urenlang na te denken over wat ik vandaag aan zou doen. Elke dag nieuwe kleren aan is best leuk, maar soms zou ik gewoon even rond willen lopen in spijkerbroek en shirt. Maar dat is not done. Per slot van rekening moet ik laten zien wie ik ben. En mijn identiteit zit in mijn rijkdom. Verder valt er niet veel eer meer aan me te behalen. Dus ja..

Al stoeptegels tellend ga ik mijn weg. Ik weet toch wel hoe mensen kijken. De blikken, spottend en minderwaardig, ik droom er wel eens over. Hier en daar wordt er op mijn sandalen gespuugd. Bah! Ik hoor gelach en rare taal. En dan weet ik, dit gaat over mij. Iedereen kijkt op mij neer. Echt iedereen. Treft ook al niet dat ik maar klein ben. Zo irritant. De spot drijven ze met me, maar ach, wacht maar, ik krijg ze wel. De laatste die lacht ben ik! Want ik laat me niet kisten, zeker niet door dat stelletje slampampers hier. Ben je mal. Ik ben hier, ik adem dus ik leef en heb helemaal niemand van dit volkje nodig. Ik red mezelf wel. Met geld kun je echt alles bereiken. En geld? Dat heb ik. Ruim voldoende zelfs.

Opeens dringt het tot me door dat ik wel een probleem heb. Want wat ik al zei, ik ben klein. En het is druk. Wat nu te doen? Opeens weet ik het. En zonder ook verder maar na te denken over mijn status en respect zet ik het op een lopen. Wat maakt het ook uit. Mijn status is 'Overloper en 'Verdorven', het respect is al jaren geleden in een diepe ravijn van modder en troep gezonken. Dus zet ik het op een rennen, hier en daar botsend tegen lange, grote mensen aan en die me naschreeuwen voor alles wat vooral niet mooi maar lelijk is. Maar ik hoor het niet eens. Ik ben zo gericht op mijn eigen plan! Ik weet precies wat mij staat te doen. Zoals altijd.

De boom in! Daar, die, dat moet lukken. Zo snel als ik kan klauter ik de boom in. Gelukkig heb ik gekozen voor wat minder opvallende kleren en ik verstop me achter wat grote bladeren. Deze boom is mijn vriend. Vanuit deze boom kan ik alles zien. Ik zie zelfs dat mijn buurman van een paar huizen verderop al wat kaal begint te worden. Haha, wat een voordeel als je zo op iedereen neer kan kijken. Nu is het mijn beurt om te lachen!

Maar wacht, daar komt-ie. Rabbi Jezus. Daarom zit ik hier verstopt. Ik zie Hem, Hij mij niet. Beter. Iedereen praat zo goed over Hem, ik kon mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen de straat op te gaan. Dat is geen pretje, maar sommige dingen moeten nu eenmaal gebeuren. Zo voelde dat ja. Dus ik ging en nu ik hier hoog en droog zit, voel ik me veiliger dan ooit. Niemand die me ziet.

Ik heb wel geluk. Die Jezus blijft gewoon recht onder me stil staan. Ik kan Hem heel goed zien. En als ik mijn oren spits, kan ik ook horen wat Hij zegt. Maar o help, opeens kijkt Hij naar boven. Hij legt zijn hoofd in zijn nek en ziet mij! Slikk, Hij kijkt mij aan. Hoe kan dat! Terwijl ik zo goed verstopt ben! Ik krijg het er warm van. Maar het wordt nog gekker. Hij roept mij. Huh? Kent Hij mij? Weet je wat Hij zegt?
-Zacheus, kom naar beneden want ik moet in jouw huis zijn.
En dan, nog voor ik het goed en wel doorheb, dan sta ik zomaar opeens beneden. En ik ga voor Jezus uit naar mijn huis. Draai de deur van het slot en ontvang Hem. Ik hè, de overloper en leugenaar. Ik, de meest slechte van alle mensen hier. Waarom kiest Hij mij uit? Waarom zag Hij mij? Met ogen vol liefde keek Hij me aan. Dat kon ik niet weigeren. Zo liefdevol had nog nooit iemand naar mij gekeken.

Mijn leven is veranderd. Mijn mooie kleren heb ik weggegeven, mijn geld ook. Ik heb alles wat ik had gejat terugbetaald aan al die mensen. Gelukkig had ik het keurig bijgehouden op een briefje. Maar dat briefje heb ik weggedaan toen iedereen had wat hij hebben moest. Per slot van rekening is dat mijn status niet meer, is geld mijn identiteit niet meer. Mijn identiteit is nu bij Hem, in Hem. Jezus. Hij is alles wat ik nodig heb.

Weet je wat me het meest heeft geraakt? Waar ik altijd tegen mensen op moest kijken, kon ik in die boom eindelijk eens op mensen neer kijken. En toen keek Jezus op naar mij. Hij was niet de Meerdere, Hij was de Mindere. De Dienende. En zo wil ik ook zijn. Niet zo moeilijk, want ik ben klein. En dat hou ik graag zo. Zodat ik niet vergeet dat Hij kwam om te dienen en ik Hem na wil volgen. Ga je mee?

Je vindt het verhaal over Zacheus in Lukas 19:1-8



1 opmerking:

  1. Bedankt! blijft zo'n krachtig en prachtig verhaal, dat God nog steeds werkelijkheid maakt, als we Jezus in ons huis en hart laten!

    BeantwoordenVerwijderen

Laat gerust een berichtje achter, dat waardeer ik en lees ik met plezier!

Pagina's