donderdag 3 oktober 2019

Altijd beschikbaar

Het is net na half één als ik het hospice binnen loop. De vrijwilligers, -fantastische mensen!- schenken me een glas water en dan loop ik door naar mijn schoonmoeder. Doel: het gesprek met de huisarts bijwonen. Zij komt tussen nu en 14 uur, dus wie weet zit ik nog wel even. Kan ik eventueel één en ander aan praktische zaken doorspreken met ma.

Ma ligt met haar ogen dicht. Even opent ze ze, glimlacht naar me en dat was het dan. Moe? Ja, net gegeten (ja, ze eet weer!) en Buurtzorg was geweest. Uitputtingsslag nummer 1.
-Gaat u maar lekker slapen dan, zeg ik. Zometeen komt de huisarts ook nog. Ik hou wel even mijn mond.
En dan is het stil.

Ik zit. Ik wacht. Ik ben beschikbaar. Als ze vraagt om drinken, spring ik op -zachtjes- en geef haar dat. Maar vooralsnog blijft ze stil.
Ik geniet er eigenlijk wel van. Zo beschikbaar zijn, in alle rust. Luisterend naar de stilte, terwijl auto's hun weg vervolgen, regen op het dakraam tikt en vogels fluiten zodra de zon weer schijnt. Ik luister graag naar mensen, maar dit is ook zeker niet verkeerd. Luisteren naar de stilte. Dat geeft rust.

En opeens schiet het door me heen. De drukte, rond en soms ook in dit huis, de stilte van de patient. En het beschikbaar zijn.

Zo wacht Mijn Vader ook op mij. Altijd maar beschikbaar. Altijd bereidt tot leiding geven, helpen en luisteren. Altijd bereid te vergeven, mij te voeden, mij te omhelzen, mij lief te hebben. Altijd beschikbaar. Ook als ik daar niet om vraag, is Hij daar. Is Hij naast me, in me en heeft Hij voor mij alle tijd.

Maar ik ben geen patient. Die wacht. Die leeft in de stilte van de gebrokenheid van het leven. Die alle tijd van de wereld heeft, maar enkel nog liggen kan. En wacht. Nee, ik ben vaak druk. Bezig met van alles en nog wat voor wat mijn aandacht nodig heeft. Waardoor ik soms vaak vergeet dat er een God is die beschikbaar is. En Hem voorbij dender, vanuit de aardse tijd en drukte. Zo ben ik. Een mens.

Nu ik hier zo zit, herinner ik me het briefje op de tafel thuis: ik ben even naar oma. Stel dat er iemand thuis komt en me nodig heeft. Dan ben ik dus even niet beschikbaar. Ik kan er maar zijn voor één persoon, in dit geval voor onze moeder. En soms ben ik er alleen voor mezelf. Kan er niemand meer bij. Ja, ben ik. Een mens. Maar zo is God niet. Hij is er altijd. Beschikbaar voor iedereen. Vierentwintigzeven. Dag in dag uit, uur na uur. Altijd.

Het gedicht wat ik een uurtje later voorlees, sluit daar mooi bij aan. Het ligt in het hospice, maar ik houd het jullie te goed. Over pijn, verlies, eenzaamheid. Maar dat Hij er altijd is. Meedraagt of zelfs alles draagt. Jou en mij en mijn moeders, Hij draagt iedereen, Hij leidt en Hij lijdt mee. Hij troost en vergeeft. Niet voor één keer, niet voor zeven keer zeven keer, maar voor altijd. Hij is er. Vierentwintigzeven beschikbaar. Onvoorstelbaar hoe dat troost. Dus als je denkt dat je alleen bent, als je je eenzaam voelt? Ga maar naar Hem. Hij is er. En zal zijn. Nu en later, voor altijd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een berichtje achter, dat waardeer ik en lees ik met plezier!

Pagina's