maandag 13 augustus 2012

Boos worden is menselijk......boos blijven van de duivel.


Deze uitspraak komt allereerst van mijn moeder. Zij zei ons dat graag en vaak. Maar je weet misschien wel dat het ook een heel Bijbelse uitspraak is.

Het was gewoon zó irritant. Vrijdagavond alles wat niet meer nodig was weer opgeruimd: de thermoskan, de standlakens en badkleding, de bolletjes brood in de diepvries geknikkerd, pakjes drinken in de kelder gestouwd. De Ice-koffie die ik had gekocht stond zaterdag doelloos te wachten in de koelkast... Ja, en daarvoor had ik het natuurlijk niet gekocht. Al was het wel lekker.

Het kostte me alle moeite om de boosheid van me af te zetten. Want ik wíst gewoon dat Rob er ten diepste niets aan kon doen door zijn autisme. Ik zou degene zijn die ook deze dag tot een succes zou moeten maken. Die de sfeer houdt of breekt. Daarvan was ik me heel erg bewust.

Toen ik de familie met Geert uitzwaaide om 7.45 uur (!) dook ik eerst weer terug in bed. Jorike ook. Zij had de halve nacht niet geslapen door stevige keelpijn en koos er dus voor niet mee te gaan naar zee. Hoewel gezelliger voor mij vond ik het voor haar erg vervelend.

Om klokslag negen uur meldde Rob zich. Dat was de afgesproken tijd: een half uur langer. Lekker pùh!
O zeg, wat kun je kinderachtig doen dan hè...
De eerste activiteit na het ontbijt was: waterballonnen. Dùhùh!
En meneer wil niet in het wáter, zei hij gisteren nog! Ik vertelde hem dat, maar dit was anders, aldus zoon. Tuurlijk is dit anders. Vooral als de waterbalon in je handen knakt bij het dichtknopen. Heel anders ja: nat van het zoete in plaats van het zoute water... Arme ik...
Nadat ik een stuk of tien van die griezeldingen had vastgeknoopt ging hij ermee op de trampoline. Zijn dringend verzoek ook te komen springen, heb ik hardgrondig geweigerd. Ik was immers van die ene ballon al nat genoeg!!!

Hierna volgde verplicht zelf spelen voor Rob. Dat werd dus DS, mij best. Ik  heb me op mijn werk gestort: als ik dan toch thuis ben...
Diepvries leeggehaald, schoongemaakt en weer gevuld. Niet ontdooid hoor, daar was het te warm voor. Om al die ijsjes nu direct op te eten was me een beetje te veel van het goede.
O ja, en ook nog Geert z'n kamer opgeruimd zodat het stof afnemen en zuigen maandag wat lekkerder zou verlopen.

Dan komt Rob met het volgende plan:
-Marmotje, zullen we er een gezellige dag van maken? Mijn idee ja. Boos kijk ik hem aan. Wat niet landt natuurlijk. Hij is echt heel slecht in het lezen van lichaamstaal, dat merk ik extra deze dag.
-Zullen we uit eten gaan????
Ik zet grote ogen op, bijna rollen ze er uit.
-UIT ETEN???? roep ik verrbaasd uit.
-Hoe komt het in je hoofd op! Je wilde toch niet weg vandaag!?
Nou, dat lijkt hem gewoon gezellig. Dat is lekker en leuk. En we zouden er toch een leuke dag van maken?
Geen lichaamstaal nee, maar o zo sfeergevoelig...
Uiteraard geef ik niet toe.
-Wij gaan zo brood eten. Alleen brood en verder niets!
Boos reageert Rob, maar heel verstandig loopt hij naar boven.
Kijk, daar heb je het nu, spreek ik mezelf vermanend toe. Wat is nu hiervan het doel? Rob boos, ik sjaggerijnig en nu dan? Hè??

Opeens schiet er wat door mijn hoofd. Of mijn hart? Woorden van zondag, die de dominee zei in zijn preek over gebonden zijn. Aan de duivel. Aan allerlei tradities waar je niets voor aan de kant laat gaan. Gebonden aan je eigen belangen. En opeens valt het keihard naar binnen: ik ben nú gebonden aan mijn eigen boosheid, aan mijn eigen belangenverstrengeling, aan mijn eigen zin. En wat schiet ik er mee op??

Ik loop naar boven en zoek Rob. Hij zit niet zomaar op zijn bed of zo. Na een paar minuten zoeken vind ik hem in mijn klerenkast. Met zijn DS. Alweer... Zodra de deur opengaat springt hij eruit. Ik schrik ervan. Maar hij is reuzeblij.
-Je hebt me gevonden!
Samen ploffen we op het grote bed.
-Luister Rob, we gaan nu eten. Brood. Als je dat lekker opeet gaan we vanmiddag cupcakes bakken. En we moeten nog bedenken wat we vanavond gaan eten. Weet jij iets?
Samen komen we uit op Burritos, zo'n Knor wereldgerecht. Dat betekent dus dat we naar de supermarkt en groenteboer moeten. En Rob wil naar de wolwinkel voor nieuwe wol voor de wubbies. Nou vooruit. Hierin geef ik toe.
Maar verder gaan we niet weg. Want hoewel nu, God zij dank, niet meer boos, geef ik Rob zijn eigen zin: hij wilde niet met water spelen en niet weg. Dus blijven we verder thuis en maken we het daar heel gezellig.
De cupcakes smaakten prima. In de winkels deed Rob goed zijn best, dat is bijzonder want het is een uitdaging met hem in de supermarkt te zijn. Samen kookten we het eten, waardoor de Burritos extra lekker waren. :-))
Pas tegen achten kwam Geert thuis. Moe, vol met zeeverhalen en strandzand. Maar voldaan.
Net als wij.

4 opmerkingen:

  1. Ja boos blijven kan niet, zelf vind ik het ook wel eens moeilijk om het niet te laten merken, de heren snappen de taal toch niet..gelukkig hebben jullie het kunnen keren en hadden jullie een goed gevoel over de dag.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dapper om zo'n switch te maken in je gedachten.Dat gaat tegen je natuur in hè?

    BeantwoordenVerwijderen

Laat gerust een berichtje achter, dat waardeer ik en lees ik met plezier!

Pagina's